40% van zeugenhouders verkiest individuele huisvesting

Bijna drie jaar na de verplichte invoering van de groepshuisvesting voor zeugen geeft een belangrijk deel van de varkenshouders de voorkeur aan individuele huisvesting. De tevredenheid over het eigen groepshuisvestingsysteem lijkt bovendien over de jaren heen te dalen. Varkenshouders lijken een systeem te verkiezen waarbij de zeug fysiek van de andere zeugen gescheiden is tijdens de voederopname, individueel wordt gevoederd en simultaan met groepsgenoten kan eten. Zo'n systeem is vandaag nog niet op de markt. Dat blijkt uit een langdurig onderzoek bij Vlaamse zeugenhouders.
4 november 2016  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:37
Lees meer over:

Bijna drie jaar na de verplichte invoering van de groepshuisvesting voor zeugen geeft een belangrijk deel van de varkenshouders de voorkeur aan individuele huisvesting. De tevredenheid over het eigen groepshuisvestingsysteem lijkt bovendien over de jaren heen te dalen. Varkenshouders lijken een systeem te verkiezen waarbij de zeug fysiek van de andere zeugen gescheiden is tijdens de voederopname, individueel wordt gevoederd en simultaan met groepsgenoten kan eten. Zo'n systeem is vandaag nog niet op de markt. Dat blijkt uit een langdurig onderzoek bij Vlaamse zeugenhouders.

Sinds begin 2013 is het verplicht om zeugen het grootste deel van de dracht in groep te huisvesten. Tussen 2003 en 2015 peilde het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO), in samenwerking met het Beleidsdomein Landbouw en Visserij, HoGent en UGent, om de twee jaar bij een representatieve steekproef van 300 Vlaamse varkenshouders naar het omschakelproces van overwegend individuele huisvesting in boxen naar groepshuisvesting. De omschakeling bleek traag te verlopen. In 2011 was nog maar 39 procent van de zeugenhouders overgestapt naar groepshuisvesting. In 2015 werd uitgegaan van een volledige omschakeling.

Na 2013 bleek één op zes varkensbedrijven geen zeugen meer te hebben: acht procent onder hen is gestopt met het houden van varkens, zes procent heeft de zeugen weggedaan en twee procent is met pensioen gegaan. De overblijvende varkenshouders (84%) zijn voor het grootste deel omgeschakeld van individuele naar groepshuisvesting. Zowat 61 procent onder hen deed dit pas de laatste twee jaar voor de deadline of net erna. Voederligboxen met uitloop was het meest gekozen groepshuisvestingsysteem. Meer dan de helft van de bedrijven (57%) heeft de groepshuisvesting gerealiseerd door te verbouwen, 31 procent heeft nieuw gebouwd en 12 procent deed beide. Standaard wordt met relatief kleine, stabiele geroepen gewerkt.

Tijdens het onderzoek werd ook gepeild naar de tevredenheid van de zeugenhouders over dit omschakelingsproces. Meer dan 40 procent onder hen blijft zo’n drie jaar na omschakeling nog steeds een matige tot sterke voorkeur behouden voor individuele groepshuisvesting. Net iets meer dan 20 procent blijkt groepshuisvesting te verkiezen. De overige zeugenhouders hebben geen uitgesproken voorkeur. Opmerkelijk is dat ongeveer 45 procent van de ondervraagden individuele huisvesting hoger inschat dan groepshuisvesting op vlak van dierenwelzijn en diergezondheid en op vlak van economische resultaten.

De meeste zeugenhouders staan neutraal (40%) tot tevreden (45%) tegenover het door hen gekozen systeem. In de loop der jaren is de tevredenheid van de varkenshouders over verschillende aspecten van groepshuisvestingssystemen echter afgenomen. De algemene tevredenheid scoorde bij de eerste peiling in 2002 4,1 op een schaal van vijf, bij de laatste enquête was dit nog 3,3. “Ondanks de daling blijven de tevredenheidsscores toch nog steeds aan de licht positieve kant. Gemiddeld genomen zijn de gebruikers neutraal tot tevreden over de verschillende aspecten van hun systeem”, zeggen de onderzoekers.

Als er gepolst wordt naar het ideale huisvestingssysteem dan gaat de voorkeur van de zeugenhouders uit naar systemen waarbij de zeug fysiek van de andere zeugen gescheiden is tijdens de voederopname, individueel wordt gevoederd én simultaan met de groepsgenoten kan eten. “Dit zou kunnen worden gerealiseerd door voederligboxen met uitloop te voorzien van dierherkenning. Dergelijk systeem is technisch mogelijk, maar is momenteel niet commercieel op de markt”, klinkt het. Voederligboxen met uitloop lijken dit ideaal volgens de zeugenhouders het best te benaderen.

Tot slot werd ook gepeild naar de toekomstvisie van de respondenten, zowel op niveau van de Vlaamse varkenshouderij als op niveau van het eigen bedrijf. Geen enkele varkenshouder ziet de toekomst zeer positief in, noch voor de sector, noch voor het eigen bedrijf. Een kleine minderheid (>10%) is positief, maar dat geldt in grotere mate voor de eigen toekomst dan voor die van de sector. Meer dan driekwart van de varkenshouders schat de toekomst van de Vlaamse varkenshouderij negatief tot zeer negatief in. Als het gaat over de eigen toekomst als varkenshouder dan is bijna 60 procent negatief tot zeer negatief ingesteld.

Meer informatie: Groepshuisvesting van zeugen - praktijkervaringen

Beeld: Nedap Livestock Management

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek