André Leroy (ABS) en Eddy Leloup (Boerenbond)

Melkoorlog nog lang niet uitgemolken
2 januari 2009  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:52
Lees meer over:
Voor de Gentse kortgedingrechter verdedigden elf melkveehouders zich maandag in een kort geding dat is aangespannen door zuivelreus Campina. Allicht valt de uitspraak in de loop van volgende week. Aan de melkvee-experts Eddy Leloup (Boerenbond) en André Leroy (ABS) vroegen we waarom het land van melk en honing in de zuivelsector nog zover af lijkt, ondanks de fors gestegen wereldmarktprijzen.

Het kort geding van Campina tegen een dozijn melkveehouders heeft veel kwaad bloed gezet bij de landbouwers. Hebben jullie dan geen begrip voor het feit dat het zuivelconcern opgescheept zit met langlopende leveringscontracten met de grootdistributie?
André Leroy: Melkveehouders die zonder contract leveren aan private melkerijen kunnen sinds jaar en dag op basis van een simpel telefoontje hun levering stopzetten. Tot vier maanden geleden deed ook Campina daar niet moeilijk over. Door een juridisch gevecht aan te gaan met boeren is het bedrijf helemaal uit zijn rol gevallen. Een klein jaar geleden zag Campina de zuivelprijzen bewegen, dat was een reden om voorzichtig te zijn bij prijsonderhandelingen met de distributiesector. Wanneer ik als melkveehouder een verkeerde beslissing neem, moet ik ook op de blaren zitten. Dat bij Campina momenteel een nijpend melktekort dreigt, is trouwens een fabeltje: het concern is nog altijd aanbieder van melk op de spotmarkt.
Eddy Leloup: Het probleem van Campina is simpel: het bedrijf focust op de verkoop van consumptiemelk. Eerst zijn op de wereldmarkt de prijzen van melkpoeder gestegen, en stilaan klimmen nu ook de kaasprijzen. Door zijn productportfolio heeft Campina dus nog niet veel kunnen profiteren van de prijsstijgingen. Dat is trouwens niet onze schuld, want Boerenbond heeft in het voorjaar nog gesprekken gevoerd met de grootdistributie over de ontwikkelingen in de verschillende martksegmenten van de zuivelsector. Het eindresultaat is wel dat Campina plotsklaps miljoenen liters melk ziet wegvloeien door afhakende leveraars, niet alleen in ons land maar bijvoorbeeld ook in Duitsland. Die moeilijke situatie kan ik deels begrijpen omdat het bedrijf zich nu wellicht via de duurdere spotmarkt moet gaan bevoorraden. Totaal onaanvaardbaar is de manier waarop Campina door een gebrekkige communicatie een mokerslag heeft uitgedeeld aan zijn melkveehouders. Zo ga je niet om met boeren!

Over het inkomen van de melkveehouders doen uiteenlopende stellingen de ronde. De ene beklemtoont de flink gestegen productiekosten, anderen wijzen op de gunstige wereldmarkt en de ruimschoots compenserende melkpremie. Is er nu sprake van hoogconjunctuur of crisis?
André Leroy: Geen van beide. Veel melkveehouders worstelen door de lage prijzen van de voorbije jaren met een betalingsachterstand bij hun bank of toeleverancier. Door de gestegen prijzen kunnen ze die schulden op dit ogenblik aflossen.
Eddy Leloup: De heropleving van de melkprijzen leidt niet tot een stijging van het inkomen. De sector is immers voor een deel het slachtoffer van zijn eigen succes: door de hoge prijzen voor melkpoeder is de voederkost van vleeskalveren fameus gestegen. Het gevolg is dat de prijzen voor nuchtere kalveren sterk gedaald zijn, wat een serieuze streep door de rekening van melkveehouders betekent. Komt daarbij dat de prijzen van het krachtvoeder met 20 à 25 procent gestegen zijn. Reken er ook nog eens de toegenomen kosten bij voor mestafzet en de investeringen op het vlak van milieu en dierenwelzijn…

Boerenbond heeft enkele maanden geleden als eerste gereageerd op de aankondiging van de melkerijen dat zuivelproducten flink duurder zouden worden. ABS was daarentegen het scherpst in zijn uitlatingen tegenover de zuivelindustrie.
André Leroy: Vergeet niet dat het prijsdebat in de melkveesector zes jaar oud is. Destijds heeft ABS de kostprijsverhoging door de invoering van de IKM-kwaliteitseisen aangeklaagd, maar helaas heeft Boerenbond zich toen niet geschaard achter onze eis voor een compenserende melkprijsverhoging. De zuivelindustrie heeft ons als vakorganisatie jarenlang in het ootje genomen door te focussen op kwaliteit en andere futiliteiten. Voor ons is de prijs de essentie. En ere wie ere toekomt: de jongste jaren heeft de Belgian Dairy Board zich met dit issue in de kijker gewerkt.

In een communiqué dat het ABS enkele weken geleden verspreidde, had met name Milcobel de boter gegeten.
André Leroy: Milcobel noemt zich graag de prijszetter onder de zuivelbedrijven, maar de coöperatie reageerde aanvankelijk erg log op de stijgende wereldmarktprijzen. Ik geloof niet dat coöperaties met vierduizend leden de belangen van landbouwers op een deftige manier kunnen behartigen. De beheerders van dergelijke coöperaties hebben te weinig voeling met de melkveesector. Intussen heeft Milcobel zijn melkprijs wel opgetrokken, maar toch niet in die mate dat ze hun aspiratie als prijszetter in de praktijk waarmaken.
Eddy Leloup: Ik hoef de verdediging van Milcobel niet op mij te nemen, maar ik stel gewoon vast dat Milcobel het eerst én het sterkst gereageerd heeft op onze oproep aan de hele zuivelindustrie om de melkprijs te verhogen. In het vergelijkend melkprijsonderzoek van onze Nederlandse collega’s van LTO blijkt dat Milcobel de voorbije maanden zelfs de snelste stijger is geweest van alle Europese referentiebedrijven. Dat heeft in eigen land een hefboomeffect gecreëerd waardoor de private zuivelindustrie met zijn prijszetting niet kon achterblijven. Dat grote coöperaties niet goed kunnen functioneren, is natuurlijk niet juist: de relatie met de leden is afhankelijk van de gevoerde communicatiestrategie. Onder de melkveehouders van Boerenbond merken we dat uitgerekend de Milcobel-leveranciers zich tot hiertoe de minste zorgen hebben gemaakt over hun melkprijs. Zij worden immers wél vrij goed geïnformeerd over de evolutie van de zuivelmarkt.

Betaalt Milcobel dan een betere melkprijs uit dan pakweg Campina of Danone?
Eddy Leloup: Neen. Een prijszetter is niet per definitie een prijsleider. In ons land zie ik maandelijks hetzelfde scenario terugkeren: Milcobel steekt zijn nek uit door een bepaalde prijs voorop te stellen, waarna de anderen hun prijszetting daarop afstellen, met een prijs net boven of net onder die van Milcobel. In theorie moet de melkprijs een afspiegeling zijn van het marktpotentieel in combinatie met geleverde bedrijfsprestaties. Ik merk echter dat bepaalde bedrijven in functie van hun productportefeuille in staat zijn veel betere prijzen uit te betalen, bijvoorbeeld door het feit dat ze zuivelproducten met hoge toegevoegde waarde op de markt brengen. Maar voor die bedrijven is de aangevoerde melk niet meer dan één van de zovele grondstoffen, waarvoor ze een zo laag mogelijke prijs proberen te bedingen. Puur economisch bekeken moet een zuivelbedrijf als Danone een betere melkprijs kunnen betalen.

Volgens het ABS hebben de boerende beheerders van grote coöperaties geen vat op de beslissingen van het directiecomité.
Eddy Leloup: Milcobel heeft structuren ontwikkeld die de beheerders wél toelaten om voldoende toe te kijken op het management. Vanuit Boerenbond ondersteunen we trouwens de beheerders van dergelijke coöperaties opdat ze zich in de best mogelijke omstandigheden kunnen kwijten van hun taak. En, hoeveel inspraak hebben landbouwers in private bedrijven?

In juli verklaarde het ABS dat de zuivelbedrijven nieuwe opkopers van melk aan het stalken waren. Een vreemd verhaal?
André Leroy: Door de gestegen prijzen op de spotmarkt is de handel in melk dermate lucratief geworden dat een aantal boeren, enkele afnemers van de spotmarkt en zelfs een Nederlandse opkoper beslist hebben om eigenhandig melk op te halen. Met daarbij de belofte aan de boeren om hogere prijzen uit te betalen. Al gauw kregen we echter een telefoontje van een landbouwer en een chauffeur die los van elkaar hetzelfde verhaal vertelden: werknemers van de klassieke zuivelbedrijven achtervolgden met hun wagen de nieuwe melkopkopers. De chauffeur in kwestie werd zelfs persoonlijk afgedreigd. Het probleem is dat er geen klacht werd neergelegd, waardoor de zaak nooit grondig zal uitgespit raken.

Bieden die nieuwe melkopkopers een stabiel afzetkanaal voor de melkveehouders?
André Leroy: De landbouwers moeten hun eigen verantwoordelijkheid nemen. De keuze voor zo’n nieuwe opkoper kan zowel positief als negatief uitdraaien. Al dient gezegd dat een opkoper zoals Van Bakel de voorbije jaren zijn strepen reeds verdiend heeft.
Eddy Leloup: Vroeger werden op de spotmarkt alleen maar wat restjes industriemelk verhandeld tussen de zuivelbedrijven, met de bedoeling om hun productieapparaat naadloos draaiende te houden. Dat die spotmarkt zich nu ook op het niveau van de boer beweegt, is een nieuw fenomeen. Het oogt aantrekkelijk, maar het gaat om een volatiele markt. En hoe meer melk er naartoe vloeit, hoe sneller het zal gedaan zijn. We raden onze melkveehouders aan om deze evolutie nuchter in te schatten. Wie kiest voor de spotmarkt, moet alleszins duidelijke afspraken maken met zijn opkoper.

Jullie hebben de hele zomer lang gestreden voor een hogere melkprijs. Welke balans maken jullie vandaag op?
André Leroy: De basisprijs voor melk schommelt momenteel rond 32 eurocent, terwijl we van 24 eurocent komen. Die evolutie stemt ons een beetje tevreden. Vergeet niet dat we eind mei ijverden voor een prijs van 35 eurocent, en ondertussen zijn de voederkosten alweer fors gestegen. Maar ik wil niet te pessimistisch klinken: vorig jaar werd het nationale quotum niet vol gemolken, dit jaar zal dat wellicht anders zijn.
Eddy Leloup: Boerenbond is niet ontevreden. De syndicale acties van het voorjaar hebben de melkprijs mee omhoog gestuwd. Erg positief is dat de betrokkenheid van de melkveehouders bij het marktgebeuren enorm is toegenomen. De boeren informeren wekelijks naar de stand van zaken, waardoor ze vandaag een bredere kijk hebben op de wereldmarkt. Na de afbouw van nogal wat Europese zuivelsteun gedurende de voorbije vier jaar doet het verder ook deugd om vast te stellen dat de zuivelmarkt heel wat veerkracht toont. De prijsstijging is gedeeltelijk een structureel gegeven, en daar putten we moed uit. Net zoals uit het feit dat de supermarkten beslist hebben om de marktprijzen deels te vertalen naar de prijsnoteringen in de winkelrekken. Dat is een belangrijk gegeven met het oog op de volgende onderhandelingsronde over afzetcontracten tussen de supermarktketens en de zuivelindustrie. De meest beklijvende vraag die zich voor de toekomst stelt, is hoe we met volatiele melkprijzen moeten omgaan. Moeten we een buffersysteem in het leven roepen of ons laten meedrijven op de grillen van de markt?

Eigenlijk is de balans van de voorbije maanden dus ronduit positief?
Eddy Leloup: Mijn enige negatieve ervaring was de uitval van het ABS naar Boerenbond. Dat dient echt tot niets.
André Leroy: We steken het verschil in benadering niet onder stoelen of banken: het ABS wil een kentering voor de boer teweegbrengen. In het huidige systeem zitten de zuivelfabrieken op elkaars vingers te kijken voor hun prijsbepaling, wat altijd leidt tot een neerwaartse spiraal. Met wetenschappelijke rapporten over de spotmarkt en kostprijsstudies willen we met de individuele zuivelbedrijven een eerlijke melkprijs in elkaar puzzelen. De industrie moet begrijpen dat de prijszetting niet zomaar een spelletje is, maar de levensstandaard bepaalt op familiale landbouwbedrijven. Dát is het uitgangspunt. We gaan de melkerijen niet afdreigen, maar willen in de toekomst wel een minimumprijs vooraleer we ons product leveren. Wie een auto koopt, houdt toch ook rekening met het prijskaartje dat eraan vast hangt?

Boerenbond pleit voor een duurzaam prijsmechanisme in de melkveesector. Wat houdt dat in?
Eddy Leloup: We verrichten een pak studiewerk, waarmee we alle stakeholders op de hoogte houden van de productie- en marktomgeving. Binnen het kader van een structurele dialoog pleiten we vanzelfsprekend voor een eerlijke verdeling van winstmarges, maar we gaan daarom nog niet aan de bel hangen van elk zuivelbedrijf afzonderlijk. Op basis van hun specifieke productportfolio moeten zij de juiste lessen trekken uit de aangereikte informatie. Je moet de vrije markt zijn ding laten doen, weliswaar op basis van wederzijds begrip tussen de actoren. Een duurzaam prijsmechanisme stapt af van het kortetermijndenken. Het betekent onder meer ook dat boeren regelmatig een toeslag moeten kunnen krijgen wanneer de marktsituatie het toelaat. Dat is iets anders dan de wirwar van premies die momenteel aan de melkprijzen gekoppeld wordt. Van mistgordijnen die de echte melkprijs verdoezelen, moeten we zo snel mogelijk af.
André Leroy: Daar zijn we het volmondig mee eens. Je moet maar eens de reële melkprijs van Campina proberen te berekenen. Dat is onbegonnen werk.

Zouden de landbouworganisaties niet krachtdadiger uit de hoek komen indien ze in dit dossier met één stem spreken?
Eddy Leloup: (korte stilte) In andere dossiers heeft de frontvorming zijn nut al bewezen…
André Leroy: We vrezen dat we dan in de bestaande patronen verankerd blijven. Er zijn zuivelbedrijven die veel betere prijzen kunnen betalen. Zij moeten de anderen inspireren, en niet omgekeerd.

Hoe verwachten jullie dat het melkdossier de komende maanden zal evolueren?
Eddy Leloup: De komende maanden zullen de melkprijzen voor animo blijven zorgen. Vanuit rationeel oogpunt hebben we nog een behoorlijk lange periode met een goed marktpotentieel voor de boeg. Het fenomeen van de spotmarkt zal alle betrokken in elk geval alert houden. De jongste jaren hebben veel melkveehouders afgehaakt, maar ik verwacht dat er een flinke rem komt op die terugval. En de rechtszaak van Campina is een belangrijk precedent: de private zuivelbedrijven moeten zoeken naar betere omgangsvormen met hun melkveehouders. Niet dat alle afspraken in een contract moeten gegoten worden, met een flinke scheut loyauteit kom je ook al een heel eind.
André Leroy: De positieve trend zal inderdaad nog een tijdje aanhouden. De idee om een financiële buffer in te stellen op het niveau van de zuivelindustrie, is evenwel niet aan ons besteed. Uit vroegere ervaringen weten we dat het opgespaarde geld dan uiteindelijk gepompt wordt in allerlei luxe-investeringen. De boeren willen hun melkprijs meteen en onverkort uitbetaald zien. Dat melkveehouders meer dan in het verleden zullen moeten leren leven met ups en downs, is onvermijdelijk. Ze zullen zelf moeten bufferen.

In 2015 worden de melkquota afgeschaft. Gezien de huidige marktomstandigheden zitten ambitieuze boeren ongetwijfeld te popelen…
Eddy Leloup: Je hoort onder boeren inderdaad een steeds luidere roep om het traject van de zachte landing voor de melkquota te versnellen. De positieve marktconjunctuur is overigens niet alleen een zegen voor de melkveehouders. Door de geruisloze afbouw van de steunmaatregelen is dat nog veel meer het geval voor de Europese begroting.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek