"Bedrijfsrisico kan ook gezin in problemen brengen"

Risico’s op het landbouwbedrijf hebben niet alleen impact op de rendabiliteit van het bedrijf. Wanneer het gaat om een familiaal bedrijf, kunnen ze ook problemen veroorzaken binnen het gezin. Daarom moet bij het evalueren van operationele en financiële risico’s niet alleen de impact op het bedrijf, maar ook de impact op het gezin onderzocht worden. Dat stelt ILVO in een nieuw onderzoeksrapport.
1 maart 2012  – Laatste update 4 april 2020 15:03
Lees meer over:

Risico’s op het landbouwbedrijf hebben niet alleen impact op de rendabiliteit van het bedrijf. Wanneer het gaat om een familiaal bedrijf, kunnen ze ook problemen veroorzaken binnen het gezin. Daarom moet bij het evalueren van operationele en financiële risico’s niet alleen de impact op het bedrijf, maar ook de impact op het gezin onderzocht worden. Dat stelt ILVO in een nieuw onderzoeksrapport.

Door de aanhoudende lage prijzen voor landbouwproducten en toenemende prijzen voor grondstoffen staat het landbouwinkomen in België onder druk. Bij familiale bedrijven kan dit zich ook vertalen naar problemen in het gezin. Het landbouwgezin levert immers de belangrijke productiefactoren (kapitaal, arbeid, land en management) en draagt daardoor ook het risico.

Landbouwers werken bovendien in een risicovolle omgeving. Zo zijn er de onvoorspelbare weersomstandigheden, volatiele prijzen en regelmatige hervormingen van het Europees landbouwbeleid. Allemaal onzekere aspecten waarmee de landbouwer-ondernemer rekening moet houden.

In het rapport van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) wordt onderzocht welke de operationele, financiële en sociaaleconomische risico’s van landbouwbedrijven zijn, en hoe ze op elkaar inspelen. Operationeel risico komt volgens de onderzoekers voort uit onzekerheden in de bedrijfsvoering en is onafhankelijk van de manier van financiering. Een voorbeeld daarvan zijn risico’s door prijsschommelingen en onzekere productie.

Financieel risico ontstaat wanneer vreemd vermogen gebruikt wordt om de activiteiten te financieren. De mate waarin vreemd vermogen wordt gebruikt werkt als een hefboom. Dit wil zeggen dat gunstige én ongunstige schommelingen in prijs en productie (operationeel risico) door het financieel risico worden versterkt. De mate van deze versterking hangt evenwel af van de verhouding tussen vreemd en eigen kapitaal. Het samenspel van operationeel en financieel risico wordt door het rapport als ‘totaal bedrijfsrisico’ aangeduid.

Sociaaleconomisch risico ten slotte heeft te maken met de beschikbaarheid van (on)voldoende cashflow om aan alle gezins- en bedrijfsuitgaven te voldoen. Als de cashflow lager uitvalt dan verwacht, kan het gezin in de problemen komen. Kapitaalsafslossingen, verbonden aan het financieel risico, zijn immers verplichtingen, waarop het gezin niet kan besparen. Als gevolg zal bespaard worden op uitgaven en/of investeringen, wat gevolgen kan hebben op het bedrijf en op het gezin.

Óf de cashflow lager uitvalt dan verwacht, is enerzijds afhankelijk van het operationeel en financieel risico, en anderzijds van de netto uitgaven en inkomsten van gezin én bedrijf (de sociaaleconomische hefboom). Uitgaven vanuit het bedrijf zijn bijvoorbeeld nieuwe investeringen, uitgaven vanuit het gezin zijn persoonlijk van aard. Inkomsten vanuit het bedrijf zijn bijvoorbeeld reserves die in cash werden omgezet, inkomsten vanuit het gezin zijn private reserves en eventuele extra inkomsten buiten het landbouwbedrijf.

Gezinnen kunnen problemen op sociaaleconomisch niveau volgens de onderzoekers op verschillende manieren vermijden. Zo kunnen ze het bedrijfsrisico beter beheren, waardoor de kans op een lage cashlow verkleint. Verder kunnen ze zoeken naar een aanvullend inkomen buiten de landbouw, wat onvoorziene schokken in cashflow kan opvangen. Ook reserves aanwenden wordt als een oplossing naar voor geschoven. Daarbij zijn reserves die snel kunnen worden omgezet in cash, zoals cash op een bankrekening, volgens de onderzoekers het meest interessant. Reserves zoals grond, die vrij snel kunnen worden omgezet in cash, zijn minder interessant als buffer omdat bij verkoop de toekomstige productie van het bedrijf in het gedrang komt. Een laatste oplossing is het aangaan van een nieuwe lening als overbruggingskrediet.

“Welke oplossing de beste is, is zeer bedrijfsspecifiek en afhankelijk van de visie van de ondernemer”, stellen de onderzoekers. “Aangezien het sociaaleconomische risico sterk afhankelijk is van de andere twee risico’s, lijkt het daarenboven in de eerste plaats aangewezen om, bij beslissingen van operationele en strategische aard, niet alleen de impact op het bedrijf te analyseren, maar ook de impact op het gezin. Kleine operationele risico’s kunnen immers grote sociaaleconomische gevolgen hebben en andersom betekent het nemen van grote operationele risico’s niet altijd dat het landbouwgezin in de problemen komt.”

Meer info: ILVO-mededeling ‘Van bedrijfsrisico naar sociaaleconomisch risico bij landbouwgezinnen

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek