Crelan brengt competenties van erfbetreders in kaart

De snel veranderende economische en politieke context en de hoge eisen van de maatschappij vragen van land- en tuinbouwers steeds meer competenties. Maar die zijn niet altijd tegelijk op een familiaal landbouwbedrijf aanwezig. Vandaar dat de nood aan externe adviseurs toeneemt. Crelan ging tijdens een symposium op Agribex na welke eigenschappen een goede adviseur moet bezitten.
11 december 2013  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:13
Lees meer over:

De snel veranderende economische en politieke context en de hoge eisen van de maatschappij vragen van land- en tuinbouwers steeds meer competenties. Maar die zijn niet altijd tegelijk op een familiaal landbouwbedrijf aanwezig. Vandaar dat de nood aan externe adviseurs toeneemt. Crelan ging tijdens een symposium op Agribex na welke eigenschappen een goede adviseur moet bezitten.

Als hoofdsponsor van de Brusselse landbouwbeurs Agribex organiseerde Crelan, het vroegere Landbouwkrediet, voor de derde keer op rij een symposium dat deze keer de titel ‘Ondernemen in de landbouw met kennis van zaken en gezond verstand’ droeg. De focus lag op adviesverstrekking in de landbouw en welke competenties erfbetreders vandaag moeten hebben om land- en tuinbouwers te helpen om de juiste keuzes te maken voor de toekomst van hun bedrijf.

Federaal minister van Landbouw Sabine Laruelle wees erop dat landbouwers vaak wel voldoende technisch geschoold zijn, maar dat er door de mondialisering en de toegenomen prijsvolatiliteit ook nood is aan economische kennis. “Landbouwers moeten sleutels aangereikt krijgen om hun omgeving beter te begrijpen en een open en kritische geest te ontwikkelen om zo tot innovatieve oplossingen te komen die de traditionele werkwijzen durven in vraag stellen”, zei Laruelle.

De minister wees er op dat deze analytische capaciteiten de landbouwer in staat zullen stellen om externe adviezen te begrijpen en te evalueren en zo nodig de commerciële interesses van de adviesverstrekker eruit te filteren. Volgens Laruelle wordt op dat moment een extern advies een investering in plaats van een kost. “Maar niet alleen een aangepaste opleiding is belangrijk. Ik pleit voor een nauwere band tussen onderzoekscentra, onderzoekers en landbouwers zodat de spelers op het terrein hun verwachtingen kunnen uiten en aan betere onderzoeksprogramma’s kunnen bijdragen.”

Guido Van Huylenbroeck, decaan van de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen van de UGent en voorzitter van de Belgische Vereniging voor Landbouweconomie, ging nader in op de functies en taken die een bedrijfsleider in de landbouwsector moet bezitten en welke competenties die vereisen. “Een landbouwer moet vandaag een vakman, een manager en een ondernemer zijn. Als vakman is hij bezig met de productie, als manager met het dagelijks bedrijfsbeheer of anders gezegd ‘doing the things right’ en als ondernemer draagt hij risico en stelt hij de globale doelstelling. Hij zorgt met andere woorden voor ‘doing the right things’”, legt Van Huylenbroeck uit.

De vraag is natuurlijk of iemand al deze vereisten in zich kan verenigen. “Bij grote bedrijven worden die uitgesplitst naar verschillende niveaus. In de landbouw gaat het voornamelijk om gezinsbedrijven en is dat niet aan de orde”, meent Van Huylenbroeck. Bovendien lopen bedrijfsleiders in de landbouw ook steeds meer risico door de dalende marges, de verhoogde kapitaalsintensiteit en de toename van vreemd vermogen in het bedrijf. Dat zorgt ervoor dat de nood aan extern advies toeneemt.

Maar niet van om het even wie. Jos Verstegen, professor Entrepreneurship and Society aan de Dronten University of Applied Sciences, ging dieper in op de rol van een adviseur voor land- en tuinbouw. “Een adviseur moet ervoor zorgen dat hij zich kan inleven in de wereld van de landbouwer. Hij draagt in vele gevallen oplossingen aan, maar soms volstaat het als hij coach of procesbegeleider is. Daarnaast moet hij de landbouwer een spiegel durven voorhouden en confronteren. Hij moet ook verbindingen kunnen leggen met partijen in de markt en met de maatschappij”, aldus de Nederlandse professor.

Marianne Streel, bestuurder van Agricaisse, voorzitter van de Union des Agricultrices Wallonnes (FWA) en zelf bedrijfsleidster, sloot het symposium af vanuit haar praktijkervaringen. Zij wees erop dat door het multidisciplinaire karakter van de landbouw een landbouwer steeds meer thuis moet zijn in zeer diverse domeinen: agronomie, economie, milieu, wetgeving, fiscaliteit, energie, commercialisatie en communicatie.

Dit doet volgens Streel de noodzaak aan extern advies toenemen. Dat advies moet toegankelijk en objectief zijn, de adviseurs moeten hoog opgeleid en goed geïnformeerd zijn en er moet een gepersonaliseerd contact zijn tussen adviseur en landbouwer. Tegelijk waarschuwt ze ervoor dat landbouwers niet afhankelijk worden van extern advies. “Het vraagt een constante inspanning van de landbouwer om zijn bedrijf door en door te kennen en om zich voortdurend bij te scholen, want uiteindelijk blijft hij de enige verantwoordelijke voor de beslissingen die er worden genomen op zijn bedrijf.”

Wim Vranken, verantwoordelijke Landbouwkredieten bij Crelan, mocht de slotconclusie van het symposium maken. “Een bekwaam adviseur levert toegevoegde waarde voor een landbouwbedrijf. Met zijn advies vergemakkelijkt hij het beslissingsproces door tools aan te reiken waaraan de landbouwer zijn beslissingen kan aftoetsen”, verwoordde hij het kort en bondig.

Na het symposium reikte Crelan naar gewoonte ook de Crelan Awards uit. Daarmee bekroonde de bank de acht beste eindwerken in het domein van de rurale economie van de Masters in de Biowetenschappen en de Masters in de Bio-ingenieurswetenschappen die de voorbije twee jaar zijn afgestudeerd. Per taalgroep en per jaar werd een award uitgereikt. Naast een trofee mochten de winnaars ook een cheque van 1.250 euro of 1.750 euro ontvangen uit handen van Luc Versele, CEO van Crelan. De faculteit of hogeschool kreeg eenzelfde geldbedrag.

Daarnaast werd ook de auteur van het beste doctoraatswerk in de rurale economie van de afgelopen twee jaar in de bloemetjes gezet. Uit zeven kandidaten kwam Bart Van Der Straeten als beste naar voor. Hij doctoreerde met een onderzoek naar de toepassing van verhandelbare rechten in de Vlaamse dierlijke productiesector. Voor hem was er naast een trofee, een geldprijs van 2.500 euro weggelegd. Eenzelfde bedrag gaat ook naar de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen van de UGent waar Van Der Straeten zijn doctoraat behaalde.

Meer informatie: winnaars Crelan Awards 2013

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek