EU kijkt streng toe op productie en handel kiemgroenten
In 2011 veroorzaakte onhygiënisch fenegriekzaad uit Egypte een EHEC-epidemie in Duitsland. Europa wil het voedselveiligheidsrisico verder terugdringen en verscherpt daarom het toezicht op handelaars en op de (eigen) producenten van kiemgroenten. Sinds 1 juli hebben zij een specifieke erkenning nodig om kiemgroenten te mogen produceren. Minstens maandelijks moeten ze stalen laten onderzoeken op E. coli en salmonella.
Sedert 1 juli moet de productie van kiemgroenten aangepast zijn aan een reeks nieuwe voorschriften uitgevaardigd in vier verordeningen van de Europese Commissie. Als gevolg hiervan wordt een omzendbrief van het Voedselagentschap, met daarin de verplichte specifieke hygiënemaatregelen voor de productie van kiemgroenten, opgeheven.
Producenten die de kiemgroenten een behandeling geven die de microbiologische risico's elimineert, ontsnappen aan de nieuwe regels. Alle andere producenten hebben vanaf 1 juli een erkenning nodig als kweker van kiemgroenten. Van elke partij zaden bestemd voor de productie van kiemgroenten moet een staal genomen worden. Op E.coli en salmonella moet er ook later in het productieproces nog getest worden, minstens één keer per maand.
Het Voedselagentschap kan een uitzondering toestaan op de systematische bemonstering van iedere nieuwe partij zaden. Dat is alleen weggelegd voor wie aan volgende voorwaarden voldoet: het voedselveiligheidssysteem van de operator moet gunstig geëvalueerd worden door het FAVV en het bedrijf moet gunstige analyseresultaten kunnen voorleggen voor zes opeenvolgende maanden van staalnames. "Momenteel worden nog geen afwijkingen toegestaan", voegt het agentschap er daarom meteen aan toe.
Bedrijven die nog kiemgroenten of zaden willen importeren vanuit een derde land moeten elke zending voorzien van een certificaat. Dit certificaat bewijst dat de productie in het derde land verliep volgens alle hygiëne- en andere eisen die Europa hanteert.
