"Geen verband tussen opleiding en faillissementsgraad"

Het opleidingsniveau is geen garantie op slagen bij het runnen van een landbouwbedrijf. Uit statistieken van het VLIF blijkt dat er geen verband lijkt te bestaan tussen opleiding en de faillissementsgraad. Minister-president Kris Peeters benadrukt wel dat slechts een beperkt aantal dossiers bij het onderzoek betrokken werd.
25 februari 2010  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 14:53
Lees meer over:

Het opleidingsniveau is geen garantie op slagen bij het runnen van een landbouwbedrijf. Uit statistieken van het VLIF blijkt dat er geen verband lijkt te bestaan tussen opleiding en de faillissementsgraad. Dat antwoordde minister-president Kris Peeters op een parlementaire vraag van Jos De Meyer (CD&V). Peeters benadrukte evenwel dat slechts een beperkt aantal dossiers bij het onderzoek betrokken werd.

Volgens Jos De Meyer pleitte de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij (SALV) voor een betere en verregaandere afstemming tussen landbouw en onderwijs. Ook de Boeren op een Kruispunt, een organisatie die landbouwers in moeilijkheden begeleidt, deed eerder al een stevige oproep naar meer vorming. Voor De Meyer waren dit voldoende redenen om te polsen bij minister-president Peeters naar de aanpak voor de komende jaren.

Peeters antwoordde dat hij het belang van een goede kennis van bedrijfseconomie en management naast een goede technische bagage erkent. “Een goede vorming en bijscholing zijn belangrijk voor de landbouwsector”, zei hij. Er worden dan ook eisen inzake vakbekwaamheid gesteld wanneer jongeren vestigings- of investeringssteun vragen. “We nemen bij beoordeling van dossiers ook de ervaring van de betrokkene mee omdat dit misschien wel de beste leerschool is”, aldus de minister.

Bij de start of overname van een landbouwbedrijf is een diploma van een basisopleiding of een installatieattest met minstens 2 jaar ervaring vereist. Bij investeringen gaat het ook om hetzij een diploma van een basisopleiding, hetzij een naschoolse opleiding gekoppeld aan 3 jaar ervaring, hetzij 10 jaar ervaring. “De kwaliteit van de starterscursus en van de stage wordt streng bewaakt”, gaf Peeters nog mee.

Toch benadrukte hij dat het opleidingsniveau van de land- en tuinbouwers geen garantie op slagen is. Uit statistieken van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) blijkt immers dat er geen verband is tussen het opleidingsniveau en de faillissementsgraad. “Ik wil er wel op wijzen dat er maar een beperkt aantal dossiers bij dit onderzoek was betrokken”, zegt hij. De minister-president wijst er ook op dat er momenteel, door de crisis, meer vrijwillige dan gedwongen stopzettingen zijn.

Peeters verzekerde Jos De Meyer ook dat hij blijft investeren in het land- en tuinbouwonderwijs. Zo is er een voorontwerp van decreet principieel goedgekeurd door de Vlaamse regering. “Dit bevat de rechtsgrond om vanaf 1 september 2010 middelen toe te kennen die bestemd zijn voor investeringen in de basisuitrusting voor TSO- en BSO-scholen. Als minister van Landbouw zal ik erop toezien dat ook het studiegebied land- en tuinbouw daarbij niet uit het oog wordt verloren”, besloot Peeters.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek