"Vlaamse veerassen inzetten voor natuurbegrazing"

De mogelijkheden om oude Vlaamse grazerrassen in te zetten in natuurgebieden dienen zo veel mogelijk benut te worden. Dat stelt minister-president Kris Peeters op een vraag van Vlaams volksvertegenwoordiger Jos De Meyer (CD&V). Het Steunpunt Levend Erfgoed vraagt al langer om niets steeds exoten in te zetten voor natuurbegrazing.
25 oktober 2010  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 14:56
Lees meer over:

De mogelijkheden om oude Vlaamse grazerrassen in te zetten in natuurgebieden dienen zo veel mogelijk benut te worden. Dat stelt minister-president Kris Peeters op een vraag van Vlaams volksvertegenwoordiger Jos De Meyer (CD&V). Het Steunpunt Levend Erfgoed, dat zich inzet voor het behoud van oude, streekeigen rassen bij landbouwdieren, vraagt al langer om niets steeds exoten in te zetten voor natuurbegrazing.

In natuurreservaten is begrazing een geschikte maatregel om de vooropgestelde natuurdoelen te bereiken. Bij het opstarten van een begrazingsproject zijn er velerlei factoren die bepalen welk type grazer, of welke combinatie van grazers wordt ingezet. Daarbij kiest de natuurbeheerder voor een ras, of combinatie van rassen, met zo min mogelijk kosten en energie (arbeid en voeder) voor een zo goed mogelijk resultaat.

Naar aanleiding van de opmerkingen die Jan Martens, voorzitter van het Steunpunt Levend Erfgoed, formuleerde in een interview met VILT, vroeg Jos De Meyer aan minister Peeters of het niet zinvol is vaker inheemse rassen in te zetten om aan natuurbegrazing te doen. “In een aantal gevallen voldoen inheemse rassen aan de vooropgestelde criteria en worden ze al met succes ingezet bij het natuurbeheer”, bevestigde Peeters het nut daarvan.

Zo worden Mergellandschapen en Vlaamse geiten ingezet in de kustduinen, Kempens rood-bonte runderen lopen in park Vordenstein, het Kempens heideschaap is terug te vinden in Tenhaagdoornheide en in de Zwarte beekvallei en diverse streekeigen veerassen begrazen andere terreinen. “Natuurbeheerders zouden nog meer oog moeten hebben voor deze opportuniteit”, stelt De Meyer. Hij is het eens met minister Peeters dat de oude Vlaamse grazerrassen een cultuurhistorische meerwaarde geven aan de ontwikkeling van natuurgebieden.

Naast het inzetten van exoten voor natuurbegrazing, noemde het Steunpunt Levend Erfgoed ook de overdaad aan regeltjes een struikelblok voor de instandhouding van streekeigen dieren. "Het verdwijnen van dieren bij particulieren heeft niet te maken met een gebrek aan interesse, maar met de administratieve rompslomp waarmee liefhebbers worden geconfronteerd", luidde de kritiek .

Volgens minister Peeters worden de administratieve lasten die specifiek gepaard gaan met de maatregel genetische diversiteit tot het minimum beperkt. Zodra de begunstigde een overeenkomst voor het houden van zeldzame rassen van landbouwhuisdieren heeft afgesloten, moet hij alleen nog jaarlijks een aanvraag tot uitbetaling indienen bij het beleidsdomein Landbouw en Visserij. Deze aanvragen worden door de erkende verenigingen (Steunpunt Levend Erfgoed voor de overeenkomsten schapen, Vlaamse Rundvee Verbetering voor de overeenkomsten runderen) al vooraf ingevuld met alle gekende gegevens.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek