"Wonen op het platteland is geen luxeoverweging"
De Landelijke Beweging is niet te spreken over het voorstel van Vlaams minister voor Ruimtelijke Ordening Philippe Muyters om wie afgelegen woont, meer belastingen te laten betalen. “Muyters lijkt afgelegen wonen als een luxeoverweging te bestempelen, maar dat is zeker niet voor iedereen het geval. Ook op het platteland is veel armoede”, zegt Piet Vanthemsche, voorzitter van de Landelijke Beweging.
Het feit dat minister Muyters het idee van een hogere belasting op basisnutsvoorzieningen heeft geopperd, is voor de Landelijke Beweging al onaanvaardbaar. “Wij stellen ons ernstig vragen bij de kennis van Muyters over het Vlaamse platteland. Leven op het platteland is vaak niet luxueuzer dan leven in een stad, integendeel. Vaak is er nu al een gebrek aan aangepaste dienstverlening zoals winkels, scholen, postkantoren, cultuur, enz. Iets wat blijkbaar aan de aandacht van de minister is ontgaan.”
De Landelijke Beweging herhaalt haar standpunt dat, wie waar dan ook in een vergunde woning woont, recht heeft op basisdienstverlening en - nutsvoorzieningen zoals postbedeling, elektriciteit, water, riolering en dergelijke. “Discriminatie is onaanvaardbaar. Ook plattelandsbewoners dragen bij tot de economie en betalen belastingen. Bovendien investeert de Vlaamse overheid verhoudingsgewijs veel meer in steden dan in plattelandsgemeenten en dorpen”, klinkt het.
Volgens de beweging krijgen grote en middelgrote steden aanzienlijk meer middelen uit het gemeentefonds dan de andere gemeenten. Zo krijgen Antwerpen en Gent 1.109 euro per inwoner, de centrumsteden 343 euro en de andere gemeenten 176 euro, slechts een zesde van de grote steden. Ook op vlak van openbaar vervoer zijn er verschillen tussen stad en platteland. In stedelijk gebied bedraagt de maximale afstand tussen twee haltes 500 meter en de minimale dienstverlening in de spits vijf bussen per uur. In het landelijk gebied is dat 750 meter en twee bussen per uur.
“Op zich is er geen probleem om verschillende normen te hanteren tussen stad en platteland, maar de basisdienstverlening moet los van de woonplaats voor alle burgers toegankelijk zijn”, meent voorzitter Vanthemsche. Hij wijst er ook op dat het plattelandsbestaan niet alleen een ‘way of life’ is, maar dat voor vele mensen hun grond ook hun broodwinning is. “Voor land- en tuinbouwers is die link duidelijk, maar ook voor vele andere ondernemers is grond een productiefactor.”
De Landelijke Beweging benadrukt ook dat deze mensen ervoor zorgen dat het Vlaamse platteland toegankelijk is en een plaats is om tot rust te komen, ook voor niet-plattelandsbewoners. “Het is een plaats waar mensen wonen, werken en zich ontspannen. Wij pleiten voor een dynamisch platteland dat zich volgens zijn eigen ritme verder kan ontwikkelen. Minister Muyters kent het platteland blijkbaar enkel als fietsparadijs, niet als woon- en werkgebied voor de lokale bevolking.”
