Aantal vennootschappen in de landbouw groeit gestaag

De afgelopen vijf jaar zijn er meer vennootschappen actief geworden in de Vlaamse land- en tuinbouw. In de vijf provincies maken ze sinds 2014 minstens tien procent van alle landbouwondernemingen uit. “De voordelen om naar een vennootschapsvorm over te stappen, kunnen van velerlei aard zijn”, verklaart minister Joke Schauvliege na een vraag van Open Vld-parlementslid Francesco Vanderjeugd. Als voornaamste beweegredenen noemt ze de continuïteit van het bedrijf, vlottere familiale bedrijfsovernames, de duidelijke aansprakelijkheidsregeling en fiscale optimalisatie. Hinderpalen zijn er ook.
9 april 2015  – Laatste update 4 april 2020 15:20
Lees meer over:

De afgelopen vijf jaar zijn er meer vennootschappen actief geworden in de Vlaamse land- en tuinbouw. In de vijf provincies maken ze sinds 2014 minstens tien procent van alle landbouwondernemingen uit. “De voordelen om naar een vennootschapsvorm over te stappen, kunnen van velerlei aard zijn”, verklaart minister Joke Schauvliege na een vraag van Open Vld-parlementslid Francesco Vanderjeugd. Als voornaamste beweegredenen noemt ze de continuïteit van het bedrijf, vlottere familiale bedrijfsovernames, de duidelijke aansprakelijkheidsregeling en fiscale optimalisatie. Hinderpalen zijn er ook.

Meer en meer landbouwbedrijven in Vlaanderen nemen de vorm van een vennootschap aan. Deze ‘vervennootschappelijking’ houdt onder meer verband met de schaalvergroting van onze land- en tuinbouw, die het voor jonge landbouwers moelijker maakt om bedrijven op hun eentje in volle eigendom over te nemen, waarbij ze de overige familieleden moeten uitkopen. Om een beter zicht te krijgen op het fenomeen vroeg volksvertegenwoordiger Francesco Vanderjeugd bij minister Schauvliege de evolutie van de afgelopen vijf jaar op.

Zowel in absolute als relatieve cijfers heeft de trend zich doorgezet. In 2014 waren er om en bij de 1.500 vennootschappen actief in de landbouw in de provincies West-Vlaanderen (1.552 om precies te zijn, nvdr.) en Antwerpen (1.412). In Oost-Vlaanderen zijn ze met 1.125, in Limburg met 896 en in Vlaams-Brabant met 632. Rekening houdend met het totaal aantal landbouwbedrijven in iedere provincie zijn de vennootschappen het dikst gezaaid in Antwerpen (18%), Limburg (15%) en Vlaams-Brabant (14%).

Van 2010 tot en met 2012 waren er telkens een 140-tal landbouwers die een bedrijf in vennootschapsvorm gestart zijn en zo’n 330 die beroep deden op de rechtsvorm voor een overname. In 2013 en 2014 ging het iets minder snel, met respectievelijk bijna 130 en 170 starters en ongeveer 250 en 270 overnemers. De vennootschapsvorm is het meest in trek bij bedrijven met meer dan 30 hectare en bij jonge bedrijfsleiders (<30 jaar). Van de twintigers onder de landbouwers kiest 37 procent voor deze rechtsvorm. Bij de dertigers is dat nog altijd bijna 30 procent.

Wie kiest voor een vennootschap doet dat bijvoorbeeld om een familiale bedrijfsovername vlotter te laten verlopen. Redenen om niet voor een vennootschap te opteren, zijn de fiscaal interessantere landbouwbarema’s voor natuurlijke personen, de dubbele boekhouding die vereist is voor de vennootschapsbelasting en de bijkomende kosten bij oprichting.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek