"Aardappelsector heeft toekomst mits we ons aanpassen"

Het Proefcentrum voor de Aardappelteelt (PCA) bestaat 25 jaar. Om dit te vieren, nodigde het akkerbouwers uit op een studiedag in Oudenaarde. Zeven experts uit de productie, verwerking, veredeling, gewasbescherming, technologie, het onderzoek en het beleid mochten er een blik op de toekomst werpen. De sector heeft nog potentieel, klonk het. De vraag naar aardappelen neemt toe, en Belgische telers zijn bij de productiefste van de wereld. Het areaal stevent af op 100.000 hectare en de opbrengst evolueert naar 60 ton per hectare.
1 februari 2017  – Laatste update 4 april 2020 15:32
Lees meer over:

Het Proefcentrum voor de Aardappelteelt (PCA) bestaat 25 jaar. Om dit te vieren, nodigde het akkerbouwers uit op een studiedag in Oudenaarde. Zeven experts uit de productie, verwerking, veredeling, gewasbescherming, technologie, het onderzoek en het beleid mochten er een blik op de toekomst werpen. De sector heeft nog potentieel, klonk het. De vraag naar aardappelen neemt toe, en Belgische telers zijn bij de productiefste van de wereld. Het areaal stevent af op 100.000 hectare en de opbrengst evolueert naar 60 ton per hectare.

Hoe evolueert de aardappelteelt in de toekomst? Guy Vandepoel van Boerenbond mocht daarop een antwoord geven. Hij had het over “een sector in expansie”. De Belgische aardappelsector is een belangrijke speler in Europa: de primaire sector behoort tot de top 6 en de verwerkende sector is na Nederland de grootste in de EU. Het aardappelareaal groeit bovendien sneller dan in onze buurlanden, en heeft bijna de kaap van 100.000 hectare bereikt. Het aantal bedrijven neemt af maar de overblijvers zijn steeds meer gespecialiseerd.

Ook de export neemt toe - op 10 jaar met bijna 75 procent - en zal waarschijnlijk nog blijven toenemen. Een evolutie die gestuwd wordt door de stijgende vraag naar verwerkte aardappelproducten wereldwijd. Daartegenover staat echter de stijgende concurrentie en het toenemend protectionisme in andere werelddelen. Ook de productiekost per ton en per hectare stijgt, als gevolg van beperkingen inzake gewasbescherming en mest, de stijgende fytosanitaire druk, het gebrek aan grond, enzovoort.

“De aardappelteelt in België heeft een mooie toekomst, mits we ons aanpassen en op tijd een antwoord vinden op de uitdagingen waarmee we geconfronteerd worden. De aardappelteler van morgen is daarom gespecialiseerd, maar onderscheid zich op vlak van commercialisatie, teelttechniek of door het aanboren van een nichemarkt (bv. bio). Hij is flexibel en produceert wat de markt vraagt. Hij doet aan smart farming, houdt zijn kostprijs onder controle en spreidt zijn risico’s”, besluit Vandepoel.

Romain Cools van Belgapom, de beroepsvereniging voor Belgische handelaars en verwerkers van aardappelen, vertelde een gelijkaardig verhaal. Ook hij verwacht dat de vraag naar aardappelen wereldwijd nog zal toenemen. Tegelijkertijd echter verwacht hij dat de lokale productie en verwerking elders, bijvoorbeeld in China en Afrika, eveneens zal toenemen. Dit biedt kansen, maar ook bedreigingen. “Voor de toelevering is dit interessant, net als voor de export. Maar de concurrentie stijgt, en er is een tendens naar marktbescherming die we niet mogen negeren.”

Hoe moet de keten daarop reageren? Door haar concurrentiepositie nog te verbeteren en in te zetten op duurzaamheid. “Onze telers zijn bij de productiefste van de wereld en zullen dat ook blijven, nu we evolueren naar 100.000 hectare en een opbrengst van 60 ton per hectare. Maar de samenwerking in de keten moet verder uitgebreid worden, onder meer via contractteelt, transparante marktinfo en -inzicht. Ook moeten we meer inzetten op kennis, innovatie, onderzoek, gemeenschappelijke promotie, PR, internationale samenwerking, enzovoort.”

De volgende spreker had het over veredeling en de toekomst van de aardappel als gewas. Veredeling van aardappelen duurt lang, langer dan bij andere gewassen. Er zijn echter nieuwe technieken voorhanden die sneller resultaat opleveren, maar de wetgeving daaromtrent verschilt per regio en dat maakt implementatie moeilijk. Het resultaat is dat aardappeltelers heel lang met dezelfde rassen werken, terwijl de wereld, de markt en hun behoeften snel veranderen. “Europa kan dit oplossen door eindelijk een keuze maken: willen we ggo’s of niet?, welke technieken verstaan we onder ggo’s?, enzovoort”, stelt Martin Jansen Klomp van het Nederlandse veredelingsbedrijf HZPC.

Ondanks dit obstakel beweegt er veel in de veredeling. Thema’s waarop gewerkt wordt, zijn onder meer differentiatie (smaak, kleur, gezondheid,…), duurzaamheid (resistentie, efficiëntie, nutriënten,…), verwerking (rendement in de fabrieken), retail (uniformiteit, vorm,…) en teelt (gemak, opbrengst,…). “We ontdekken steeds meer over de nutritionele kenmerken van de aardappel. Het gewas is bijzonder interessant om de groeiende wereldbevolking te voorzien van verantwoord voedsel. We moeten die boodschap ook uitdragen, en rassen ontwikkelen die aan de maatschappelijke behoeften voldoen”, besloot Klomp.

Na Vandepoel, Cools en Klomp kwamen nog Bart Debussche van het Departement Landbouw en Visserij aan het woord, Jan Vermaelen van Phytofar, Ruben Van De Vijver van ILVO en Anne Gobin van VITO. Wat zij te vertellen hadden, lees je morgen.  

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek