Actieve boer dreigt te sneuvelen in GLB-vereenvoudiging

Iedereen is het er over eens dat het gemeenschappelijk landbouw (GLB) eenvoudiger moet en dat daarvoor zelfs niet gewacht hoeft te worden op de hervorming in 2020. Hoe ver je daarin kan en mag gaan, is wel het onderwerp van discussie. In de zogenaamde Omnibus-verordening doet de Europese Commissie voorstellen tot aanpassing aan 15 bestaande verordeningen. Het voorstel kan niet over de ganse lijn op bijval rekenen in de landbouwcommissie van het Europees Parlement hoewel die zelf behoorlijk verregaand wil ingrijpen, onder meer om de bureaucratie rond de vergroening te verminderen. Vooral het mogelijk schrappen van de actieve-landbouwer-clausule, valt Tom Vandenkendelaere (CD&V) en een meerderheid van de andere commissieleden zwaar.
6 mei 2017  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:40
Lees meer over:

Iedereen is het er over eens dat het gemeenschappelijk landbouw (GLB) eenvoudiger moet en dat daarvoor zelfs niet gewacht hoeft te worden op de hervorming in 2020. Hoe ver je daarin kan en mag gaan, is wel het onderwerp van discussie. In de zogenaamde Omnibus-verordening doet de Europese Commissie voorstellen tot aanpassing aan 15 bestaande verordeningen. Het voorstel kan niet over de ganse lijn op bijval rekenen in de landbouwcommissie van het Europees Parlement hoewel die zelf behoorlijk verregaand wil ingrijpen, onder meer om de bureaucratie rond de vergroening te verminderen. Vooral het mogelijk schrappen van de actieve-landbouwer-clausule, valt Tom Vandenkendelaere (CD&V) en een meerderheid van de andere commissieleden zwaar.

“De laatste jaren was directe inkomenssteun er enkel nog voor de zogenaamde GLB-actieve landbouwers. In Vlaanderen betekent dit dat je enerzijds over een landbouwersnummer moet beschikken bij het Departement Landbouw en Visserij én dat je moet voldoen aan een aantal voorwaarden. Zo is er een minimumvereiste voor het gebruik van je land. Ook mag je geen uitbater zijn van bijvoorbeeld een recreatiegebied”, verklaart Tom Vandenkendelaere, de enige landgenoot in de commissie Landbouw van het Europees Parlement.

De clausule van de actieve landbouwer werd na de jongste beleidshervorming op Europees niveau geïntroduceerd om de beschikbare financiële middelen eerlijker te verdelen. Vóór de invoering ervan kwam een deel van de inkomenssteun terecht bij grootgrondbezitters zoals het Britse koningshuis en bij andere grondeigenaars die geen landbouwactiviteit uitoefenen op hun terreinen. Ook in Vlaanderen gingen er landbouwsubsidies naar ongewone begunstigden zoals de OCMW’s om de eenvoudige reden dat zij landbouwgrond in bezit hebben. Vandenkendelaere vreest dat de klok wordt teruggedraaid indien ‘actieve landbouwer’ niet langer een voorwaarde is om in aanmerking te komen voor Europese landbouwsubsidies. “Zo zet je de poort open voor een onbillijke verdeling van de middelen en benadeel je jonge boeren. Het landbouwgeld moet naar landbouwers gaan, zo simpel is het en alleen zo kan je het verantwoorden naar de burger toe.”

Tegen die logica valt op het eerste gezicht weinig in te brengen, maar een meerderheid van de lidstaten wil de clausule toch schrappen omdat het te moeilijk zou zijn om te bepalen wie als actieve landbouwer kan worden bestempeld. “In Vlaanderen lukt dat nochtans perfect door een aantal duidelijke criteria te hanteren”, werpt het Europarlementslid tegen. “Daarom betoogde minister Joke Schauvliege tegen de schrapping in de Raad van Ministers, maar enkel Italië sprong mee op de Belgische kar. En dat is jammer, want als lidstaten opnieuw kunnen kiezen voor het ‘makkelijke’ systeem dan vloeit het geld weer naar de diepste zakken. Gelukkig heeft minister Schauvliege me verzekerd dat, althans voor Vlaanderen, de regeling zal blijven zoals ze is.”

Waar de landbouwcommissie van het Europees Parlement op de rem gaat staan wat het schrappen van de voorwaarde ‘actieve landbouwer’ betreft, wil zij op andere punten best ver gaan in het vereenvoudigen van het GLB. Het ontwerpadvies over de Omnibus-verordening dat door Europarlementsleden Albert Dess en Paolo De Castro geschreven is, en vervolgens gestemd door de landbouwcommissie, grijpt bijvoorbeeld sterk in het luik vergroening in. Aan de voorwaarde dat alleen een mengsel van groenbedekkers in aanmerking komt als ecologisch aandachtsgebied wil men bijvoorbeeld niet vasthouden. Gele mosterd en bladrammenas zouden dus als enkelvoudige groenbedekker geteeld mogen worden, waar ze in het kader van de vergroening samen gezaaid worden als een mengsel.

Volgens het huidige wettelijke kader zijn alle landbouwers die meer dan 15 hectare bouwland aangeven, verplicht om vijf procent van hun areaal groener in te vullen. Dat kan door de hierboven reeds genoemde groenbedekkers te zaaien, maar bijvoorbeeld ook door het telen van stikstofbindende gewassen en het onderhouden van houtkanten, grachten en grasstroken langs de perceelranden. Deze vergroeningseis bezondigt zich volgens de landbouwcommissie aan bureaucratie zodat om meer flexibiliteit gevraagd wordt. Een aantal nieuwe ecologisch interessante gewassen zoals miscanthus voor biomassateelt worden geïntroduceerd en aan stikstofbindende gewassen wordt een hogere wegingsfactor toegekend, wat de teelt ervan interessanter maakt in ecologisch aandachtsgebied.

Voor de eenvoud zou de tweede eis rond gewasdiversificatie niet vanaf 10 maar pas vanaf 15 hectare moeten gelden. Dat is een gelijkschakeling met de instapdrempel voor ecologisch aandachtsgebied. De derde vergroeningseis is het behoud van blijvend grasland. Een aantal Europarlementsleden dringen sterk aan op een kleine wijziging in de definitie omdat boeren in de landen rond de Middellandse Zee geconfronteerd worden met percelen die uitgesloten worden omdat er struiken en bomen groeien. Dit soort ‘houtachtige weiden’ is naar verluidt net van groot ecologisch belang.

Het Italiaanse Europarlementslid Paolo De Castro, de voormalige voorzitter van de landbouwcommissie, klopte zich op de borst dat het eigen voorstel “veel ambitieuzer” is dan de visie van de lidstaten op vereenvoudiging, die sterker aanleunt bij het originele voorstel van de Europese Commissie. Hij benadrukt dat de voorstellen de vergroeningsvoorwaarden niet uithollen. Ze hebben trouwens niet enkel betrekking op het luik vergroening, maar bijvoorbeeld ook op risicobeheersing. In het plattelandsbeleid is nu een inkomensstabilisatietool ingeschreven maar haast geen enkele lidstaat benut die mogelijkheid. Daarom stellen de Europarlementsleden voor om een nieuw instrument voor risicobeheer in het leven te roepen waarop landbouwers eenvoudig beroep kunnen doen. Het bestaand instrumentarium zou beter benut kunnen worden als het reeds geactiveerd wordt bij een inkomensverlies van 20 in plaats van 30 procent. Op die manier willen ze ook de verzekeringsbereidheid van landbouwers opkrikken.

Europees landbouwcommissaris Phil Hogan heeft al te kennen gegeven dat de vereenvoudigingsoefening niet zo ver mag gaan dat ze neerkomt op een beleidswijziging. Zijn voorstellen tot vereenvoudiging zijn net zo gekozen dat ze een snel akkoord tussen de EU-instellingen toelaten omdat ze de doelstelling tot vereenvoudigen goed weerspiegelen, zonder controversieel te zijn. Aangezien de Omnibus-verordening sleutelwerk aan een dozijn verordeningen inhoudt, zou het ons te ver leiden om alle voorstellen van de Commissie en de bijbehorende amendementen van de landbouwcommissie in het Europees Parlement te bespreken. Een rapport van de budgetcommissie waaraan de visie van de landbouwcommissie toegevoegd wordt, zal allicht half juni gestemd worden door het voltallige Parlement. Tijdens het EU-voorzitterschap van Estland in juli zal de trialoog tussen de EU-instellingen starten. De wijzigingen aan de verordeningen zouden in 2018 al van kracht kunnen worden.

Beeld: Loonwerk Defour

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek