Akkerdistel bestrijden op grasland blijft verplicht

Naar aanleiding van een arrest van de Raad van State wenst de Vlaamse landbouwadministratie te verduidelijken dat de bestrijding van akkerdistels op grasland verplicht blijft. Distelbestrijding wordt opgelegd in het kader van de randvoorwaarden waaraan landbouwers moeten voldoen om inkomenssteun te krijgen van Europa. Deze verplichting is niet gebaseerd op de federale wetgeving die onder vuur ligt door de uitspraak van het rechtscollege, maar vindt zijn oorsprong in de Europese verordeningen die het gemeenschappelijk landbouwbeleid bepalen en de vertaling daarvan in de Vlaamse wetgeving.

De Raad van State vernietigde vorige maand het besluit van de gouverneur van de provincie Antwerpen van vorig jaar over de distelbestrijding. Dat besluit, gebaseerd op federale wetgeving, mist namelijk rechtsgrond. De federale overheid is volgens de Raad van State niet bevoegd om de distelbestrijding op te leggen. Opdat landbouwers niet voor verrassingen komen te staan, verduidelijkt het Departement Landbouw en Visserij dat een de bestrijding van akkerdistels op grasland niets verandert. Dat blijft verplicht in het kader van de randvoorwaarden van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

Concreet betekent dit voor Vlaamse landbouwers dat zij de overwoekering van grasland met akkerdistel moeten voorkomen door te vermijden dat akkerdistels in bloei, tot zaadvorming of tot uitzaaiing komen. Er mogen dus geen akkerdistelhaarden op graslanden voorkomen. Een akkerdistelhaard is voor de overheid een aaneengesloten oppervlakte van ten minste tien vierkante meter met akkerdistels in bloei, in zaad of uitgezaaid.