Akkers verzuipen opnieuw door onweer boven Vlaanderen

Op plaatsen die meestal al meer dan hun deel van de waterellende kregen, is dinsdag een nieuw onweer overgetrokken. In Vlaams-Brabant, Oost-Vlaanderen en Limburg richtte de zondvloed nieuwe schade aan. Ook Brussel deelde deze keer in de klappen, met metrostations die onder water liepen. Onder meer in Rillaar, Maaseik, Geraardsbergen en Sint-Pieters-Leeuw liepen de straten onder water en stroomde het modderige water huizen binnen. Iedere keer dat zoiets gebeurt, is er onvermijdelijk ook schade op landbouwpercelen. De verzadigde bodem kan het water al lang niet meer slikken. Door de combinatie van warm weer en neerslag loert er aardappelplaag om de hoek. Daarom banen aardappelboeren zich een weg door de modder met hun spuittoestel.

Waar komt al dat onweer vandaan, kopt een artikel in EOS Wetenschap. Een vraag die velen bezighoudt want een nieuwe zondvloed op dinsdag heeft grote schade aangericht in delen van het land. In Geraardsbergen (Oost-Vlaanderen) stond het water op sommige plaatsen een meter hoog. Tientallen mensen werden geëvacueerd uit hun huizen. Ook rond Sint-Pieters-Leeuw en Halle gingen de hemelsluizen volledig open. Aan de andere kant van Brussel was het vooral de driehoek Aarschot-Diest-Tienen die het zwaar te verduren kreeg. Rillaar, een deelgemeente van Aarschot, werd herschapen tot een modderpoel. In Brussel zelf werden enkele metrostations gesloten omdat ze onder gelopen waren. In Limburg was het vooral de regio rond Maaseik en Diepenbeek die te veel water moest slikken.

Wie water en modder in zijn huis kreeg, zal het misschien worst wezen maar op de website van EOS Wetenschap kom je te weten waarom ons land nu al dagenlang getroffen wordt door onweders. “Doorgaans bewegen de weersystemen in Europa van west naar oost, maar af en toe wordt de lucht omgeleid. Dit is momenteel het geval”, verklaart KMI-meteoroloog Tom Elegeert. “Reeds sinds vorige week vinden we in de bovenlucht een zogenaamde omega-blocking terug op de Europese weerkaarten. Een omega-blocking bestaat uit een hogedrukgebied en twee lagedrukgebieden die ten opzichte van elkaar geöriënteerd zijn in de vorm van een Griekse hoofdletter omega. Het is een standvastige configuratie, die meestal dagen- tot soms wekenlang blijft bestaan.”

De lucht die al sinds vorige week naar de Benelux stroomt, is dus vooral afkomstig van de Ionische en de Egeïsche Zee. Deze luchtsoort is warm, vochtig en onstabiel en gaf aanleiding tot het ontstaan van zware onweders in grote delen van Europa. Vooral doordat de windsnelheden boven Europa niet zo groot waren, hadden ook de buien maar een lage snelheid. “Ze bleven dus lang boven hetzelfde gebied hangen en konden zo voor overvloedig veel neerslag zorgen”, aldus de meteoroloog die voor EOS een rubriek schrijft over het weer. Elegeert heeft ook goed nieuws: de omega-blocking brokkelt af en behoort vanaf donderdag tot het verleden. Een hogedrukgebied zal dan voor mooi en droog weer zorgen.

De schade is ondertussen wel aangericht, niet alleen in de straten en huizen maar ook op de velden. Boerenbond schatte maandag dat een paar honderden landbouwbedrijven schade leden. Dat zullen er ondertussen nog meer zijn want diezelfde dag nog kregen heel wat regio's hun deel van de waterellende te verwerken. En één dag later was het dus opnieuw prijs in Vlaams-Brabant, Limburg en Oost-Vlaanderen. Op Twitter delen Vlaamse en Nederlandse boeren foto’s van de impact van zoveel watersnood op hun teelten. Je ziet akkers waarvan grote delen ondergelopen zijn. Door greppels te graven of water weg te zuigen met een drijfmesttank, proberen landbouwers hun opbrengst te redden.

Vaak zijn het percelen waar het water eerder al bleef opstaan die na het jongste onweer opnieuw onder water zijn gelopen. Het is hout vasthouden in de hoop dat de gewassen zich daarvan herstellen. Of er nog een behoorlijke opbrengst van zo'n percelen mag verwacht worden, is zowel voor de landbouwers zelf als voor hun teeltadviseurs koffiedik kijken. Op sommige maïspercelen die drie weken geleden gezaaid zijn, komen de plantjes nog altijd niet boven de grond piepen. Daar ziet het er alleszins penibel uit. Aardappelboeren zijn de eersten die zich weer op het veld wagen. Niet omdat het kan maar omdat het moet. Bij deze weersomstandigheden is het risico op een aantasting door de aardappelplaag erg groot. Daarom ploeteren de tractoren zich een weg doorheen de spuitsporen.