Als grond in EU een probleem is dan zeker in België

Veel meer nog dan in andere lidstaten maakt de jonge generatie boeren in ons land zich zorgen over grond. Zowel grond kopen als grond huren, ervaart men als bijzonder problematisch. Hoewel grond niet de enige uitdaging is, stellen andere zaken zich in ons land minder scherp dan in de rest van Europa. Denk bijvoorbeeld aan de toegang tot krediet en overheidssubsidies, de beschikbaarheid van geschoolde arbeidskrachten en van geschikte machines, het kunnen volgen van opleidingen, enz. In een focusgroep kwam boven water dat de jonge leeftijd van de Belgische respondenten (22 jaar) wijst op schoolverlaters. Toegang tot grond is dan een logisch eerste probleem. Wanneer ze het bedrijf van hun ouders overnemen, zullen ze vaststellen dat ze nog meer zorgen hebben.
8 april 2016  – Laatste update 14 september 2020 14:34
Lees meer over:

Veel meer nog dan in andere lidstaten maakt de jonge generatie boeren in ons land zich zorgen over grond. Zowel grond kopen als grond huren, ervaart men als bijzonder problematisch. Hoewel grond niet de enige uitdaging is, stellen andere zaken zich in ons land minder scherp dan in de rest van Europa. Denk bijvoorbeeld aan de toegang tot krediet en overheidssubsidies, de beschikbaarheid van geschoolde arbeidskrachten en van geschikte machines, het kunnen volgen van opleidingen, enz. In een focusgroep kwam boven water dat de jonge leeftijd van de Belgische respondenten (22 jaar) wijst op schoolverlaters. Toegang tot grond is dan een logisch eerste probleem. Wanneer ze het bedrijf van hun ouders overnemen, zullen ze vaststellen dat ze nog meer zorgen hebben.

In opdracht van de Europese Commissie werden 2.200 jonge landbouwers ondervraagd omtrent hun noden. Bij de respondenten zijn een 80-tal landgenoten. In een dichtbevolkt land als België ligt het voor de hand welk probleem zij signaleren als hun grootste uitdaging: de toegang tot grond. Het is opvallend hoeveel sterker dat in ons land speelt in vergelijking met de rest van Europa. Verschillen zijn er ook op andere vlakken, maar dan meestal in gunstige zin voor jonge Belgische boeren. Zo ervaren ze minder problemen om een lening of subsidies te verkrijgen, vinden ze makkelijker seizoenarbeiders of gekwalificeerd personeel, weten ze ook wel hoe ze kennis en advies kunnen inwinnen, enz.

Toch zou dit alles in de praktijk een groter probleem kunnen opleveren, dan je kan afleiden uit de enquête. Die bedenking wordt gemaakt in een focusgroep van jonge Belgische landbouwers. Zij signaleren dat het niet helemaal strookt met de realiteit dat jonge landbouwers alleen maar van grond wakker liggen. De erg jonge gemiddelde leeftijd van de respondenten doet vermoeden dat zij meestal nog voor de bedrijfsovername staan. Dat zou verklaren waarom ze andere uitdagingen dan grond voorlopig niet aan hun hart laten komen. Die zijn er anders wel: de slechte prijzen van landbouwproducten, weinig transparante wetgeving die elke vijf jaar verandert, onafhankelijk advies dat niet altijd makkelijk in te winnen is, enz.

In het rapport wordt de grondproblematiek in detail besproken. Er is de druk op grond doordat landbouw moet terugtreden voor industrie, wonen en natuur. Grond die voorbestemd is voor landbouw, is daarom nog niet effectief in landbouwgebruik. De focusgroep wijst op de verpaarding en vertuining van het Vlaamse platteland, de pachtwetgeving die landeigenaars niet stimuleert om grond te verhuren, het probleem van de pensioenboeren die vasthouden aan hun grond, enz. Ze formuleren ook zelf oplossingen zoals een betere definitie van het begrip ‘actieve landbouwer’. Daarmee zou je kunnen vermijden dat landeigenaars op het idee komen om zelf de aan grond gerelateerde inkomenssteun op te strijken. Het probleem van de pensioenboeren kan je oplossen door inkomenssteun onverzoenbaar te maken met een pensioen. En landeigenaars kan je een duwtje in de rug geven om te verhuren door de pachtprijs te liberaliseren.

Waar de totale steekproef van 2.200 jonge landbouwers weinig belang lijkt te hechten aan kennisvergaring zijn de Belgische respondenten duidelijk leergieriger. Ze staan open voor kennis over diverse onderwerpen, alleen aan hun talenkennis schaven lijkt een brug te ver. Nochtans geven ze zelf aan dat hun gebrekkige talenkennis het tweede grootste probleem is in de zoektocht naar informatie. Alleen een gebrek aan tijd weerhoudt hen er nog vaker van. Als ze zich bijscholen, dan zal het toch eerder zijn omtrent teelt- en veetechnische kennis, bedrijfsstrategie, managementvaardigheden en dierenwelzijn. Meer dan zeven op de tien jonge Belgische landbouwers geven aan dat ze waarschijnlijk een opleiding zullen volgen die kan helpen om het welzijn van hun veestapel te verbeteren. Op dat vlak scoren ze veel hoger dan hun collega's uit andere lidstaten.

Qua bronnenraadpleging in de zoektocht naar informatie signaleerden we al dat jonge Europese landbouwers eerder traditioneel georiënteerd zijn richting landbouwbeurzen, velddemonstraties en vakbladen. Wat dat betreft lijken de gemiddeld amer 22-jarige Belgen wel de nestors van alle respondenten. Voor een internetcursus passen ze en in sociale media of discussiefora geloven ze al evenmin. Geef de Belgen maar landbouwbeurzen, vakbladen, persoonlijk advies, een bijscholing of velddemonstratie en toch ook een computer met internet. Meer hebben ze niet nodig in hun zoektocht naar informatie, of het zou een studienetwerk en een uitwisselingsreis moeten zijn. Binnen de focusgroep werd benadrukt dat je aan de computervaardigheden van de Belgen niet moet twijfelen. Alleen gebruiken ze voor professionele doeleinden vaker andere informatiedragers.

Tot slot geven we nog mee dat de Belgen voor advies vaker te rade gaan bij hun landbouworganisatie, dierenarts en leverancier van bijvoorbeeld veevoeder dan de doorsnee jonge landbouwer in Europa. Ook de drempel om informatie te bekomen bij een opleidingsinstituut of landbouwschool, bij de bank of boekhouder is in eigen land minder groot. Hoewel de Vlaamse en Waalse overheden zo hun best doen om via de landbouwadministraties en onderzoekscentra onafhankelijke informatie te verstrekken, geven de Belgische respondenten aan dat dit minder frequent geraadpleegde kanalen zijn. Dat is moeilijk te begrijpen als je weet dat de focusgroep aanstipt dat er nood is aan onafhankelijk advies. In tegenspraak daarmee wordt er veel meer geluisterd naar erfbetreders dan naar voorlichters van de overheid en onderzoekers die hun resultaten willen delen met landbouwers.

Meer info: Young farmers' needs in Belgium

Beeld: Loonwerk Defour

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek