"ANB draagt enorme verantwoordelijkheid bij IHD-proces"

Dat de realisatie van de Europese natuurdoelen grote gevolgen heeft voor de Vlaamse land- en tuinbouw werd afgelopen najaar zeer duidelijk via de PAS-brieven. De realisatie ervan wordt gefaseerd aangepakt via de opmaak van managementplannen per speciale beschermingszone (SBZ). “Maar we stellen vast dat bij het Agentschap Natuur en Bos (ANB), de administratie die de lead heeft in deze pijnlijke kwestie, een mentaliteit is ontstaan van ‘het voornaamste is binnen, nu kunnen we onze agenda uitvoeren’”, zegt Boerenbondvoorzitter Piet Vanthemsche. “Maar wij zullen dit in geen geval lijdzaam laten gebeuren. ANB draagt een verpletterende verantwoordelijkheid voor de toekomst van 1.500 landbouwbedrijven”, waarschuwt hij nog.
20 februari 2015  – Laatste update 14 september 2020 14:29
Lees meer over:

Dat de realisatie van de Europese natuurdoelen grote gevolgen heeft voor de Vlaamse land- en tuinbouw werd afgelopen najaar zeer duidelijk via de PAS-brieven. De realisatie ervan wordt gefaseerd aangepakt via de opmaak van managementplannen per speciale beschermingszone (SBZ). “Maar we stellen vast dat bij het Agentschap Natuur en Bos (ANB), de administratie die de lead heeft in deze pijnlijke kwestie, een mentaliteit is ontstaan van ‘het voornaamste is binnen, nu kunnen we onze agenda uitvoeren’”, zegt Boerenbondvoorzitter Piet Vanthemsche. “Maar wij zullen dit in geen geval lijdzaam laten gebeuren. ANB draagt een verpletterende verantwoordelijkheid voor de toekomst van 1.500 landbouwbedrijven”, waarschuwt hij nog.

Op 23 april vorig jaar legde de Vlaamse regering vast welke Europese natuurdoelen en bijhorende milieu-inspanningen er per speciale beschermingszone (SBZ) gerealiseerd moeten worden. Begin januari startte ANB met het implementatietraject via SBZ-platforms waarop, per SBZ-gebied, alle betrokken actoren uit het gebied uitgenodigd worden. Dat zijn onder meer de landbouworganisaties, VOKA en UNIZO, natuurverenigingen, land- en boseigenaars, maar ook de betrokken gemeenten en administraties. Boerenbond stapte aanvankelijk niet mee in dit traject. “Het hoofdbestuur wilde niet deelnemen zolang er geen flankerend beleid voor de zwaarst getroffen landbouwbedrijven was goedgekeurd”, legt Vanthemsche uit. Nadat er eind januari wel duidelijkheid kwam over de inrichtingsnota, trad Boerenbond wel toe tot het overleg.

De opmaak van managementplannen per SBZ gebeurt in drie grote stappen. In de eerste fase wordt in kaart gebracht wat de “sterkste schouders”, namelijk het ANB en de terreinbeherende verenigingen, op hun terreinen realiseren aan Europese natuurdoelen. In een tweede fase zullen eigenaars en gebruikers de kans krijgen om vrijwillig engagementen op te nemen en de laatste stap zijn de verplichte maatregelen die vanaf 2019 opgelegd kunnen worden om de resterende natuurdoelen te realiseren. “Voor Boerenbond is de ernst van deze oefening cruciaal. Op de platforms moet ruimte gemaakt worden voor ernstige inhoudelijke besprekingen”, aldus Vanthemsche.

Natuurdoelen moeten gerealiseerd worden binnen de daarvoor afgebakende zoekzones in delen van de SBZ-gebieden. De grootte van de zoekzones wordt bepaald op basis van de oppervlakte Europese natuur die nog gerealiseerd moet worden. Dit laatste wordt ook wel het openstaand saldo genoemd. “Zoekzones hebben een grote impact aangezien bedrijven er via de vergunningsverlenging op afgerekend worden. De huidige zoekzones zijn echter onrealistisch groot en houden geen enkele rekening met sociaaleconomische factoren”, klinkt het bij Boerenbond.

Managementplan 1.1, dat in de zomer klaar moet zijn, moet de inspanningen van de sterkste schouders bevatten. Op die manier verkleint het openstaand saldo. Op basis van dit openstaand saldo zullen opnieuw zoekzones afgebakend worden, via een modelmatige aanpak. In die aanpak moet een sociaaleconomische optimalisatie gebeuren. “Bij het vastleggen van die zoekzones zal dus niet alleen rekening gehouden worden met ecologische voorwaarden, maar ook met factoren zoals landbouwkundige waarde van percelen en de impact op bedrijven in het kader van vermestende en verzurende deposities”, legt de landbouworganisatie haar leden uit. “Wij volgen de uitwerking van dit zoekzonemodel nauwgezet op.”

Om de ruimtelijke impact van dit natuurbeleid op landbouwgronden zo veel mogelijk te beperken en de zoekzones te verkleinen, moet volgens Boerenbond het natuurbeheer op de terreinen van de sterkste schouders maximaal focussen op het realiseren van de Europese natuurdoelen. “Maar na de eerste platforms stellen wij vast dat die sterkste schouders de doelen toch niet zo maximaal invullen. Wij verwachten dat hier de komende weken transparant alle kaarten op tafel worden gelegd en dat effectief duidelijk wordt gemaakt of de gemaakte keuzes onderbouwd zijn”, stelt de voorzitter.

Een tweede belangrijke vaststelling die de landbouworganisatie doet, is dat een aanzienlijk deel van de aanwezige actuele habitat op privé-eigendom ligt. “Wanneer hiervoor geen beheerplan werd afgesloten, wordt het openstaand saldo niet verkleind. Dit heeft gevolgen voor de oppervlakte van de af te bakenen zoekzones. Wij vragen om hier dringend te opteren voor een slimme en tegelijkertijd genuanceerde benadering”, aldus Vanthemsche.

De PAS-brieven die in het najaar van 2014 werden verstuurd, tonen volgens Boerenbond immers aan welke impact de lokalisatie van de Europese natuurdoelen heeft bij de bepaling van de bijdrage van een bedrijf aan de kritische depositiewaarde van de Europese natuur. “Die lokalisatie moet daarom doordacht gebeuren. In dat kader is het essentieel dat een socio-economische gebiedsanalyse een objectief zicht geeft op de impact van Europese natuurdoelen op de landbouwbedrijven. Wij stellen echter vast dat vragen over die analyses en de Programmatorische Aanpak Stikstof (PAS) niet beantwoord worden op de SBZ-platforms. Nochtans moeten zij integraal deel uitmaken van de managementplannen 1.1. We verwachten dat hierrond snel verdere stappen gezet worden.”

Tot slot waarschuwt Vanthemsche ook nog de administratie die de opmaak van deze plannen moet coördineren. “Wij hebben de indruk dat er bij het Agentschap Natuur en Bos een zekere vorm van opluchting is ontstaan nu het belangrijkste voor hen binnen is en dat ze hun programma willen uitvoeren zonder al te veel pottenkijkers. Maar ik kan duidelijk zeggen: dat laten wij niet gebeuren. ANB draagt een verpletterende verantwoordelijkheid voor de toekomst van 1.500 landbouwbedrijven die vandaag omwille van de instandhoudingsdoelstellingen in hun toekomst serieus bedreigd zijn. In een ondernemend, bedrijfsvriendelijk Vlaanderen zoekt men hiervoor oplossingen en laat men deze ondernemers niet aan hun lot over. Dat moet mee de insteek zijn van de administratie”, aldus nog de Boerenbondvoorzitter.

Bron: Boer & Tuinder

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek