Animal Rights maakt beelden in Vlaams varkensbedrijf

Dierenrechtenorganisatie Animal Rights heeft beelden gemaakt in een Vlaams varkensbedrijf waarop te zien is hoe een dood dier hardhandig in een kadaverbak op het erf wordt gezet, om opgehaald te worden door een destructiefirma. Met deze beelden wil Animal Rights de aandacht vestigen op de hoge dodentol die vooraf gaat aan het slachten van varkens. “Jaarlijks worden in Vlaanderen elf miljoen varkens geslacht, waarbij honderdduizenden varkens en biggen al vroeger sterven,” hekelt de dierenrechtenorganisatie.
30 augustus 2018  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:43
Lees meer over:

Dierenrechtenorganisatie Animal Rights heeft beelden gemaakt in een Vlaams varkensbedrijf waarop te zien is hoe een dood dier hardhandig in een kadaverbak op het erf wordt gezet, om opgehaald te worden door een destructiefirma. Met deze beelden wil Animal Rights de aandacht vestigen op de hoge dodentol die vooraf gaat aan het slachten van varkens. “Jaarlijks worden in Vlaanderen elf miljoen varkens geslacht, waarbij honderdduizenden varkens en biggen al vroeger sterven,” hekelt de dierenrechtenorganisatie.

In Vlaanderen worden bijna zes miljoen varkens gehouden voor de productie van vlees. Het landbouwmonitoringsnetwerk van de Vlaamse overheid verzamelt en verwerkt gegevens van de deelnemende varkensbedrijven. Uit hun nieuwste cijfers blijkt dat het sterftepercentage van de levend geboren biggen, bij de gesloten varkensbedrijven, voor 2015 op net geen 14 procent (13,94%) ligt. Voor 2016 is dit ongeveer 15 procent. Tussen 2015 en 2016 steeg het aantal levend geboren biggen, net als het productiegetal, licht. Voor vleesvarkens zijn enkel cijfers beschikbaar uit het Focusrapport van 2013, daarin is sprake van 3,6 procent ‘uitval’.

In ons land zijn landbouwers verplicht om dode dieren te laten ophalen door Rendac. Ook slachterijen, uitsnijderijen en slagerijen kunnen beroep doen op Rendac voor de ophaling van hun slachtafval dat niet naar de voedselketen mag terugkeren.  Het destructiebedrijf is door de overheid aangesteld om kadavers en dierlijk restmateriaal op te halen waarna ze verwerkt of vernietigd worden of een herbestemming krijgen. Zo wordt de kadavers onder meer omgezet in groene energie en duurzame brandstof.

Landbouwers krijgen strikte richtlijnen van Rendac voor het ophalen van kadavers. Zo moet de kadaverplaats zo dicht mogelijk bij de openbare weg liggen, maximaal op drie meter van de bouwlijn, en liefst zo ver mogelijk verwijderd van stallen en plaatsen waar levend vee wordt gehouden. De kadaverplaats moet ook bereikbaar zijn via een verharde toegangsweg van minimaal drie meter breedte. Dat betekent dat veehouders hun dode dieren vaak een eindje moeten verplaatsen zodat ze vlot kunnen opgehaald worden door het destructiebedrijf. Dode dieren blijven nooit langer dan twee dagen aanwezig op het landbouwbedrijf.

Op de beelden die Animal Rights publiceerde, is te zien hoe een werknemer van een varkensbedrijf een paar dode dieren uit de stal haalt en naar de kadaverplaats brengt. Zeker voor zwaardere dieren is dat niet altijd een evidentie. De dierenrechtenorganisatie vindt dat er te weinig mededogen spreekt uit de manier waarop dat gebeurt. "In een beschaafde samenleving is het absoluut niet normaal te noemen dat honderdduizenden zorgbehoevende dieren in plaats van hulp te krijgen in een afvalbak belanden, na te sterven in erbarmelijke omstandigheden", pleit Benoit Van den Broeck, campagnecoördinator van Animal Rights. Hij vindt de keuze voor plantaardig voedsel "de enige effectieve manier om op te komen tegen de mistoestanden in de vleesindustrie".

Bekijk het filmpje van Animal Rights hier.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek