"Antibioticareductie is gedeelde verantwoordelijkheid"

Veehouders, dierenartsen, veevoederfabrikanten en andere erfbetreders moeten samen hun verantwoordelijkheid opnemen om de ambitieuze doelstellingen voor antibioticareductie in de veehouderij tegen 2020 te halen. Ze moeten een ‘mindswitch’ maken en erop vertrouwen dat er met alternatieven dezelfde of zelfs betere resultaten behaald kunnen worden. De overheid moet de maatregelen die de privésector neemt, ondersteunen en legitimeren. Dat was de conclusie van een geanimeerd debat tijdens de jaarvergadering van BEMEFA, de Belgische federatie van de mengvoederindustrie.
5 mei 2016  – Laatste update 4 april 2020 15:27
Lees meer over:

Veehouders, dierenartsen, veevoederfabrikanten en andere erfbetreders moeten samen hun verantwoordelijkheid opnemen om de ambitieuze doelstellingen voor antibioticareductie in de veehouderij tegen 2020 te halen. Ze moeten een ‘mindswitch’ maken en erop vertrouwen dat er met alternatieven dezelfde of zelfs betere resultaten behaald kunnen worden. De overheid moet de maatregelen die de privésector neemt, ondersteunen en legitimeren. Dat was de conclusie van een geanimeerd debat tijdens de jaarvergadering van BEMEFA, de Belgische federatie van de mengvoederindustrie.

De doelstellingen die ons land zich op vlak van antibioticareductie heeft gesteld, zijn duidelijk maar helaas nog veraf. Tegen 2020 moet het gebruik gehalveerd zijn terwijl de meest kritisch belangrijke antibiotica tegen dan zelfs 75 procent minder ingezet moeten worden. Tussen 2011 en 2013 werd er gestaag vooruitgang geboekt (11,8% reductie), maar in 2015 werd duidelijk dat die dalende trend omgebogen was in een lichte stijging (+1,1%). BEMEFA greep deze vaststelling aan om een debat over het thema te organiseren. De centrale vraag luidde: Moet de antibioticareductie in de veehouderij overgelaten worden aan de private sector of moet de overheid dit in handen nemen?

Professor Jeroen Dewulf, voorzitter van het kenniscentrum over antibioticareductie (AMCRA), is ervan overtuigd dat een combinatie van krachten nodig is. “Iedereen in het verhaal moet zijn verantwoordelijkheid nemen. Maar zoals dat wel vaker het geval is bij gedeelde verantwoordelijkheden, zijn ze soms van niemand. Daarom is ook regulering nodig.” Hoewel het resultaat nog veraf is, zijn volgens hem de 2020-doelstellingen realistisch. “Niet slagen is gewoon geen optie, maar dat vraagt wel een mentaliteitswijziging”, meent hij.

De praktijk bewijst dat het kan. Zo begeleidde AMCRA 50 varkensbedrijven en die wisten op één jaar tijd een reductie in hun antibioticagebruik van 50 procent te behalen. “Tegelijk zijn de technische resultaten van die bedrijven er ook op vooruitgegaan. Die positieve verhalen moeten meer in de verf gezet worden”, aldus Dewulf. Toch vindt hij het goed dat de overheid zich stilaan ook mengt in het debat. Sommige veehouders en dierenartsen hebben gewoon controles nodig om de stap te zetten.” In dat kader is hij blij dat er een convenant in de maak is waarin de overheid de AMCRA-doelstellingen gaat opnemen.

Hij wordt in zijn verhaal bijgetreden door Frédéric Van Groenweghe. Als dierenarts werkt hij voor Elanco, een producent van onder meer antibiotica voor dieren. “Het lijkt contradictorisch dat ik deelneem aan dit debat, maar antibioticaresistentie is al langer onze zorg. Zo heeft Elanco alle preventieve antibiotica uit zijn gamma genomen”, klinkt het. “Met vaccinatie, management en bioveiligheid kan je veel bereiken, maar we merken dat die boodschap heel vaak herhaald moet worden vooraleer je veehouders kan overtuigen. Als alle erfbetreders samen die boodschap uitdragen, ben ik ervan overtuigd dat de veehouders de drempel zullen nemen.”

Herman Diricks, gedelegeerd bestuurder van het Voedselagentschap, wijst erop dat niet alleen de veehouder een belangrijke schakel is, het belang van de dierenarts om tot antibioticareductie te komen, mag volgens hem ook niet onderschat worden. De communicatie moet dus niet gefocust worden op de veehouder, ook dierenartsen moeten actief benaderd worden. “We volgen wel het idee dat er eerst gesensibiliseerd moet worden opdat de sector zelf stappen vooruitzet. Nadien moeten er controle en indien nodig bestraffing volgen.”

Hij was er van in het begin van overtuigd dat autoregulatie via de autocontrolegidsen voor dit probleem niet de juiste aanpak is. “Co-regulatie leek ons hier aangewezen, waarbij de overheid de maatregelen die de private sector neemt, ondersteunt en legitimeert”, stelt Diricks. In dat kader is hij tevreden dat er binnenkort een convenant komt tussen de sector en de overheid. “Daarin zijn tussentijdse evaluaties voorzien. Als we zien dat de sector onvoldoende vooruitgaat om de AMCRA-doelstellingen te bereiken, dan kunnen we ingrijpen. Op die manier hoeven we 2020 niet af te wachten.”

Dat een combinatie van krachten werkt om te komen tot antibioticareductie in de veehouderij illustreert ook Nederland. Sinds 2009 is het antibioticagebruik er met 60 procent gedaald. “Rond 2007-2008 waren er een aantal voorvallen in ons land die ervoor zorgden dat de druk heel groot was om het antibioticagebruik in de veehouderij aan te pakken”, herinnert Hetty van Beers, directeur van de Autoriteit Diergeneesmiddelen, zich. “Eén zaak was daarbij belangrijk: het moest snel gebeuren. Dus heeft de sector het initiatief genomen, gewoon ook omdat dit veel sneller kan dan wanneer de overheid eerst een wetgevend kader moest voorzien.”

Een eerste stap was het verzamelen van data over het actuele antibioticagebruik. “Die transparantie is nodig om stappen vooruit te kunnen zetten. Je moet een nulmeting hebben. Onze veehouders zijn ook verplicht om bedrijfsgezondheidsplannen op te maken. Die worden elk jaar besproken binnen de kwaliteitssystemen. Als drie jaar op rij het antibioticagebruik te hoog is, dan komt de overheid tussen”, aldus van Heers. Bovendien worden alle veehouders, dierenartsen en veevoederfabrikanten elk jaar gebenchmarkt. Dat betekent dat het individuele antibioticagebruik van elk bedrijf jaarlijks wordt vergeleken met dat van de collega’s in de sector.

Professor Dewulf geeft toe dat AMCRA meer had verwacht van de datacollectie over het antibioticagebruik. “De antibioticaregistratie was een belangrijke stap in de goede richting en het werk eraan mag niet onderschat worden. Maar denken dat inzicht in het gebruik vanzelf zou leiden tot een daling, was verkeerd. Communiceren, sensibiliseren en motiveren blijven het allerbelangrijkste”, stelt hij. Hij gelooft in de bedrijfsgezondheidsplannen die Nederland heeft ingevoerd. “Eind 2016 worden ze wellicht ook in België ingevoerd.” Frédéric Van Groenweghe vindt dat zo’n benchmark dan weer een sterk signaal kan uitzenden naar de betrokkenen.

Hetty van Beers wijst er evenwel op dat het geen goed idee is om het Nederlandse protocol simpelweg te kopiëren naar België, daarvoor zijn de cultuurverschillen tussen beiden landen te groot. “Elk land moet de aanpak kiezen die past bij de cultuur van het land”, beweert ze. Van Heers gaf de betrokkenen nog een bijkomend advies mee: “Rol het plan dat je hebt opgesteld heel duidelijk uit en communiceer erover. Verander in elk geval de spelregels niet halverwege, anders dreigt de sector af te haken.”

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek