Arbeidsinkomen varkensboeren in dalende lijn

De situatie in de varkenshouderij, een belangrijke sector binnen de Vlaamse land- en tuinbouw, oogt niet rooskleurig. De landbouworganisaties lanceren de ene noodkreet na de andere. Een nieuw focusrapport van het Departement Landbouw en Visserij bevestigt dat het arbeidsinkomen van varkensboeren in dalende lijn zit. De steeds verder zakkende varkensprijzen zullen in het najaar van 2014 een negatief arbeidsinkomen tot gevolg hebben. De afgelopen twee jaar dook het familiaal arbeidsinkomen, waarin geen vergoeding voor eigen arbeid verrekend is (!), reeds herhaaldelijk onder nul.
15 oktober 2014  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:18

De situatie in de varkenshouderij, een belangrijke sector binnen de Vlaamse land- en tuinbouw, oogt niet rooskleurig. De landbouworganisaties lanceren de ene noodkreet na de andere. Een nieuw focusrapport van het Departement Landbouw en Visserij bevestigt dat het arbeidsinkomen van varkensboeren in dalende lijn zit. De steeds verder zakkende varkensprijzen zullen in het najaar van 2014 een negatief arbeidsinkomen tot gevolg hebben. De afgelopen twee jaar dook het familiaal arbeidsinkomen, waarin geen vergoeding voor eigen arbeid verrekend is (!), reeds herhaaldelijk onder nul.

Vanuit de sector en de overheid is er vraag naar onafhankelijke informatie over de varkenshouderij. De studiedienst van de Vlaamse landbouwadministratie levert daarom een nieuw focusrapport af over de economische en technische resultaten voor de bedrijfstakken vermeerdering, afmesting en (bijna) gesloten bedrijven.

Bij de zeugenbedrijven valt er een duidelijke productiviteitsstijging over de jaren heen op te merken. In 2013 werden per zeug gemiddeld 24,6 biggen grootgebracht. Technische verbeteringen zijn minder terug te vinden bij de afmesting van vleesvarkens, waar de voederconversie niet verbetert over de jaren.  Bij de 50 procent bedrijven met het hoogste bruto saldo zijn de technische kengetallen voor de verschillende bedrijfstakken beter. De biggen en vleesvarkens groeien er sneller, het sterftepercentage ligt er duidelijk lager, het krachtvoeder wordt door die varkensboeren goedkoper ingekocht, enz.

Het rapport neemt het kostenplaatje onder de loep en constateert dat de voederkosten er bovenuit steken. Dat is met 66 procent van de kostprijs vooral het geval voor de (bijna) gesloten bedrijven, maar ook voor de afmesting (54%) en de vermeerdering (51%) is het aandeel zeer groot. De prijs van het krachtvoeder is de afgelopen jaren sterk gestegen. Op vleesvarkensbedrijven is ook de aankoop van biggen met 30 procent een belangrijke kostenpost. Zowel de vergoeding voor eigen arbeid als de kosten voor afschrijvingen zijn het grootst voor zeugenbedrijven.

In de drie bedrijfstakken (zeugen, vleesvarkens en gesloten bedrijven) zijn de economische resultaten teruggevallen in 2013. Zowel zeugen- als gesloten bedrijven hebben een negatief arbeidsinkomen. Bij de bedrijfstak afmesting is het arbeidsinkomen zonder vergoeding voor eigen arbeid nog positief, maar er is een achteruitgang van 6,7 euro per afgeleverd vleesvarken ten opzichte van 2012.

Er is trouwens een groot verschil merkbaar in bruto saldo tussen de 50 procent bedrijven met het hoogste bruto saldo en die met het laagste bruto saldo. Bij de gesloten bedrijven geeft dat een verschil in bruto saldo van 13,6 euro per afgeleverd vleesvarken. Bij zeugenbedrijven laat het verschil zich verklaren door een hogere prijs voor de afgeleverde biggen, lagere variabele kosten en drie biggen meer per zeug. De best presterende vleesvarkensbedrijven kunnen niet zozeer met de varkensprijs het verschil maken, maar wel met een gunstigere voederconversie.

Het familiaal arbeidsinkomen (verschil tussen opbrengst en kosten, exclusief eigen arbeid) duikt op het einde van 2012 onder nul en blijft gedurende de eerste helft van 2013 negatief. Vanaf juli 2013 wordt het inkomen door de gestegen varkensprijs en licht dalende voederprijzen opnieuw positief, maar de waarde zakt weer onder nul op het eind van 2013 en in het voorjaar van 2014. De zomermaanden brachten enig respijt, maar vanaf juli beginnen de varkensprijzen terug te dalen. Omdat ook de krachtvoederprijzen dalen, daalt het arbeidsinkomen slechts lichtjes in juli en augustus.

In augustus maakt een algehele exportban voor land- en tuinbouwproducten verdere onderhandelingen over de uitvoer van Europees varkensvlees naar Rusland uitzichtloos. In september valt het arbeidsinkomen in de varkenshouderij dan ook sterk terug door fors lagere varkensprijzen. Een verdere daling van de varkensprijzen zal een negatief arbeidsinkomen in het najaar tot gevolg hebben.

Meer info: Focusrapport varkenshouderij

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek