Baltische en Scandinavische landen zijn complex GLB beu

Tijdens de jongste Europese Landbouwraad die maandag plaatsvond in Luxemburg is de vereenvoudiging van het landbouwbeleid nogmaals besproken. Dat gebeurde op aandringen van de Scandinavische en Baltische lidstaten. Zij voerden onder meer aan dat Europa over de hoofdlijnen moet gaan, maar zich niet mag uitputten in de details. De administratieve last van het huidige landbouwbeleid wordt “immens” genoemd, en zou veel weg hebben van “micromanagement”. Het probleem wordt ook aangevoeld in de tweede pijler want plattelandsontwikkelingsprogramma’s beslaan vaak honderden pagina’s tekst. Momenteel discussiëren Raad en Parlement over het ‘Omnibus’-voorstel van de Europese Commissie, wat al een aanzienlijke vereenvoudiging van de landbouwwetgeving kan teweegbrengen.
4 april 2017  – Laatste update 4 april 2020 15:33
Lees meer over:

Tijdens de jongste Europese Landbouwraad die maandag plaatsvond in Luxemburg is de vereenvoudiging van het landbouwbeleid nogmaals besproken. Dat gebeurde op aandringen van de Scandinavische en Baltische lidstaten. Zij voerden onder meer aan dat Europa over de hoofdlijnen moet gaan, maar zich niet mag uitputten in de details. De administratieve last van het huidige landbouwbeleid wordt “immens” genoemd, en zou veel weg hebben van “micromanagement”. Het probleem wordt ook aangevoeld in de tweede pijler want plattelandsontwikkelingsprogramma’s beslaan vaak honderden pagina’s tekst. Momenteel discussiëren Raad en Parlement over het ‘Omnibus’-voorstel van de Europese Commissie, wat al een aanzienlijke vereenvoudiging van de landbouwwetgeving kan teweegbrengen.

Tijdens het Letse EU-voorzitterschap in 2015 zijn de lidstaten overeengekomen dat beter gewaakt moet worden over de eenvoud van de Europese landbouwwetgeving en de implementatie daarvan in de praktijk. Conform het principe van subsidiariteit mag de Europese Unie maar oppakken wat de lidstaten niet beter zelf kunnen doen. De Europese Commissie had de boodschap snel begrepen en beloofde een vereenvoudiging kort na na de jongste hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB).

De lidstaten blijven de Commissie hieraan herinneren. Tijdens de Landbouwraad in Luxemburg plaatsten zes lidstaten (Denemarken, Finland, Zweden, Estland, Letland en Litouwen) dit opnieuw op de agenda. Zij verwachten veel van het ‘Omnibus’-wetgevingsvoorstel in het kader van de tussentijdse herziening van het meerjarig financieel kader 2014-2020. Dit zal namelijk ook gevolgen hebben voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Zo geeft het de lidstaten meer vrijheid bij de toepassing van de definitie ‘actieve landbouwer’, voorziet het meer flexibele regels voor jonge landbouwers en introduceert het een inkomensstabilisatietool in de tweede pijler.

De Baltische en Scandinavische landen hechten er veel belang aan dat deze wijzigingen volgend jaar al in werking treden. Daar mag het volgens hen niet bij blijven want de hervorming van het landbouwbeleid is een opportuniteit om na 2020 nog meer winst te boeken op vlak van eenvoud en effectiviteit. Het huidige landbouwbeleid zoomt naar verluidt te sterk in op de details, en is daardoor administratief erg kostelijk. Een beter uitgebalanceerde aanpak door Commissie en lidstaten vinden Zweden, Estland, Letland en co nodig. Zij betreuren dat de Europese Commissie de basisverordeningen zo in detail uitlegt dat er weinig ruimte overblijft voor een andere nationale invulling die gelijkaardige voordelen biedt.

Het plattelandsbeleid is volgens de zes landen in hetzelfde bedje ziek. Lidstaten moeten zo erg in detail gaan bij het beschrijven van hun plattelandsontwikkelingsprogramma’s dat 500 tot 1.200 pagina’s tekst geen rariteit zijn. Als gevolg van die uitputtende beschrijving zijn er nadien vaak amendementen nodig. Die goedgekeurd krijgen door de Europese Commissie vergt zes tot achttien maanden geduld. Dat kan beter, klinkt het, als je de gedetailleerde invulling overlaat aan het nationale beleidsniveau.

Ook met de verwachtingen die de Commissie koestert op vlak van controle zijn deze lidstaten niet tevreden. Ze bepleiten een meer op risico gebaseerde aanpak, waarbij controles vooral focussen op begunstigden van inkomenssteun met een naar verwachting hoge foutenlast. De frequentie waarmee landbouwers gecontroleerd worden, zou naar verluidt bepaald moeten worden door het actuele risico en niet door de verplichting om ieder jaar vijf procent van de begunstigden door te lichten.

Aan het Europees landbouwbeleid zijn de voorbije decennia stelselmatig nieuwe elementen toegevoegd. Na de vorige hervorming kan je het best omschrijven als ‘meerlagig’ want het bestaat uit een basisbetaling, vergroeningssteun, investeringssteun, betalingen voor agromilieumaatregelen, crisissteun, enz. Elk van deze lagen heeft eigen regels waar de nationale overheden bij de uitvoering en controle rekening mee moeten houden. Dit is in de ogen van de Baltische en Scandinavische delegaties onwerkbaar en duur.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek