Begeleiding voor bedrijfsoverdracht binnen de biosector

Het Fonds Duurzaam Materialen- en Energiebeheer, dat beheerd wordt door de Koning Boudewijnstichting, lanceerde eind mei de projectoproep ‘Gemeente voor de toekomst’. Er is tot 2.500 euro steun weggelegd voor de lokale initiatiefnemers van kleine projecten met een aantoonbaar gunstig milieueffect inzake energie, mobiliteit, ruimtegebruik en bijvoorbeeld ook voeding en landbouw. Vier van de vijf laureaten van een soortgelijke projectoproep met regionale focus richten zich op het energiezuiniger of duurzamer maken van woningen. De jury selecteerde ook één project in het domein landbouw, namelijk dat van biogrondfonds De Landgenoten, bedoeld om bij stopzetting van een bioboerderij de grond niet verloren te laten gaan voor biolandbouw.
18 juni 2019  – Laatste update 4 april 2020 15:47

Het Fonds Duurzaam Materialen- en Energiebeheer, dat beheerd wordt door de Koning Boudewijnstichting, lanceerde eind mei de projectoproep ‘Gemeente voor de toekomst’. Er is tot 2.500 euro steun weggelegd voor de lokale initiatiefnemers van kleine projecten met een aantoonbaar gunstig milieueffect inzake energie, mobiliteit, ruimtegebruik en bijvoorbeeld ook voeding en landbouw. Vier van de vijf laureaten van een soortgelijke projectoproep met regionale focus richten zich op het energiezuiniger of duurzamer maken van woningen. De jury selecteerde ook één project in het domein landbouw, namelijk dat van biogrondfonds De Landgenoten, bedoeld om bij stopzetting van een bioboerderij de grond niet verloren te laten gaan voor biolandbouw.

Nog tot  21 oktober kunnen de initiatiefnemers van lokale projecten met een gunstig milieueffect voor steun aankloppen bij het Fonds Duurzaam Materialen- en Energiebeheer. Dat fonds is een unieke samenwerking tussen afvalbeheerder Indaver, Bond Beter Leefmilieu en een actiecomité dat het leefmilieu op Linkeroever en in het Waasland beschermt. Het geeft financiële steun aan projecten die de milieu-impact verkleinen door efficiënter om te springen met energie en materialen.

Of met landbouwgrond, want een biogrondfonds is één van de laureaten van de regionale projectoproep. De Landgenoten werd opgericht vanwege de bijzondere band die bioboeren met hun grond hebben. Ze investeren jaren in een gezonde bodem en kunnen – ook vanwege de eisen uit het lastenboek – niet van het ene op het andere jaar op een nieuw perceel aan de slag gaan. Jonge bioboeren hebben daarom nood aan rechtszekerheid omtrent het gebruik van de grond. En de eerste generatie bioboeren in Vlaanderen, die stilaan de pensioenleeftijd bereikt, wil de eigen grond graag overdragen aan de volgende generatie zodat de biologische meerwaarde ervan bewaard blijft.

Het project van De Landgenoten verlaagt een aantal financiële, juridische en technische drempels voor die overdracht door expertise te bundelen en knowhow ter beschikking te stellen over alternatieve financiering van landbouwgrond. “Een landbouwgrond die eenmaal biologisch is, moet biologisch bewerkt blijven”, zo staat te lezen in de projectbeschrijving. Naar verluidt is dit niet alleen in het belang van de biosector, maar van de hele maatschappij gelet op de ecosysteemdiensten van een gezonde, humusrijke bodem. Nu gebeurt het dat landbouwgrond na stopzetting van een bioboerderij in gebruik komt van een gangbare landbouwer, of een nieuwe bestemming krijgt buiten de landbouw.

Naar het project ‘Bedrijfsoverdracht aan een nieuwe generatie klimaatboeren’ gaat 25.000 euro. De initiatiefnemers van de vier andere geselecteerde projecten uit de regionale oproep zijn niet met landbouw maar met bouw bezig, meer bepaald met het energiezuiniger of duurzamer maken van woningen. Dat illustreert de groeiende bewustwording want er is nog veel vooruitgang te boeken in de bouw en renovatie van residentiële gebouwen, zowel qua stroom- en warmtevoorziening als qua materialengebruik.

Voor de lokale projectoproep die op dit moment loopt, geldt ook dat de verduurzaming zich kan afspelen in verschillende domeinen: energie, materialenbeheer, mobiliteit, landbouw of voeding en ruimtegebruik. Indieners kunnen tot maximum 2.500 euro steun aanvragen. De jury kijkt naar het langetermijnperspectief van een project, het vernieuwend karakter en de oplossingen of gedragsverandering die het aanreikt. Bij de lokale projecten die in het verleden steun genoten, zijn veel initiatieven inzake korteketenlandbouw: de opstart van het coöperatief boslandbouwbedrijf Pomona, leerlingen die ecologisch tuinieren in de schooltuin, moestuinbakken voor de stad Mechelen, enz.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek