Bietentelers willen neonicotinoïden niet verliezen

In De Kamer ventileerde volksvertegenwoordiger Jean-Marc Nollet (Ecolo) zijn bezorgdheid omtrent insecticiden van het type neonicotinoïden. Daarop heeft federaal landbouwminister Willy Borsus de hele erkenningsprocedure voor gewasbeschermingsmiddelen nog een keer uit de doeken gedaan. De drie geviseerde werkzame stoffen zijn aan bijkomende beperkingen onderworpen om te vermijden dat bijen eraan worden blootgesteld. Inmiddels ligt het voorstel op tafel om nog een stap verder te gaan en de middelen in Europa enkel nog toe te staan in de glastuinbouw. In eigen land zijn het vooral de telers van suikerbieten die zich daarover zorgen maken. Het is net dankzij neonicotinoïden dat de vergelingsziekte onder controle is en de dosis insecticiden per hectare de afgelopen 20 jaar fel verminderde.
8 mei 2017  – Laatste update 14 september 2020 14:40
Lees meer over:

In De Kamer ventileerde volksvertegenwoordiger Jean-Marc Nollet (Ecolo) zijn bezorgdheid omtrent insecticiden van het type neonicotinoïden. Daarop heeft federaal landbouwminister Willy Borsus de hele erkenningsprocedure voor gewasbeschermingsmiddelen nog een keer uit de doeken gedaan. De drie geviseerde werkzame stoffen zijn aan bijkomende beperkingen onderworpen om te vermijden dat bijen eraan worden blootgesteld. Inmiddels ligt het voorstel op tafel om nog een stap verder te gaan en de middelen in Europa enkel nog toe te staan in de glastuinbouw. In eigen land zijn het vooral de telers van suikerbieten die zich daarover zorgen maken. Het is net dankzij neonicotinoïden dat de vergelingsziekte onder controle is en de dosis insecticiden per hectare de afgelopen 20 jaar fel verminderde.

Een gewasbeschermingsmiddel wordt grondig tegen het licht gehouden wanneer het op de markt verschijnt. Een markttoelating is beperkt in de tijd zodat aan de hand van een geactualiseerd dossier wordt bekeken of nog steeds aan alle voorwaarden voldaan is. Bovendien kan op ieder ogenblik, bijvoorbeeld naar aanleiding van nieuwe wetenschappelijke publicaties, besloten worden tot een herziening van de toelating. Dat is gebeurd met de neonicotinoïden, zo legt federaal landbouwminister Willy Borsus aan Kamerlid Jean-Marc Nollet (Ecolo) uit.

Onderzoekers brachten insecticiden van het type neonicotinoïden in verband met sterfte bij honingbijen, hommels en solitaire bijen. Het is ondertussen al vier jaar geleden dat wetenschappelijke autoriteit EFSA zijn conclusies daaromtrent publiceerde en de Commissie drie actieve stoffen aan strenge beperkingen onderwierp. Er werd onder andere een lijst opgenomen met voor bijen aantrekkelijke gewassen waarin de drie neonicotinoïden niet mogen worden gebruikt voor de bloei.

Dit voorjaar opperde de Europese Commissie om deze soort insecticiden volledig te bannen voor veldtoepassingen en ze enkel nog toe te laten in de glastuinbouw. De experten van de lidstaten stemmen deze maand over dat voorstel. In eigen land zijn het de suikerbietentelers die signaleren dat zij moeilijk zonder neonicotinoïden kunnen. Telersorganisatie CBB verwijst in ledenblad De Bietplanter naar een paper van het bietenonderzoeksinstituut KBIVB. Daarin wordt de efficiëntie van neonicotinoïden benadrukt omdat het alternatief herhaalde bladbespuitingen met insecticiden zijn “die meer actieve stoffen bevatten en veel schadelijker zouden zijn voor mens, milieu en neutrale, nuttige of bestuivende insecten”.

De bietensector vreest vooral een wederopstanding van de virale vergelingsziekte, die opbrengstverliezen van 20 tot 40 en wel 60 procent kan veroorzaken. Het virus wordt verspreid door bladluizen. Sinds 1995 wordt meer dan de helft van het Europese bietenareaal beschermd met neonicotinoïden en verdween de vergelingsziekte praktisch uit het landschap. Omdat een groot deel van de bladluizen resistent is tegen de meest gebruikte insecticiden zoals pyrethroïden, waarschuwt de sector dat er geen alternatief voorhanden is. België behoort naar verluidt tot de landen die het meeste risico lopen op schade door de vergelingsziekte.

Nog andere redenen rechtvaardigen volgens de Belgische suikerbietketen een uitzondering op het neonicotinoïdenverbod. Bietenzaden zijn omhuld zodat het risico op ‘ontsnappen’ van de insecticidendeeltjes miniem is. Als niet bloeiende plant oefent een suikerbiet geen aantrekkingskracht uit op bestuivende insecten. En na de oogst worden in de bodem en in de wortels en de bladeren van de suikerbiet geen kwantificeerbare residu’s teruggevonden. Het standpunt van de Europese bietentelersfederatie (CIBE) ligt in lijn met de Belgische visie.

Bron: De Bietplanter / eigen verslaggeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek