Bioboeren houden meer kippen en minder varkens

De groei van de biosector wordt in Vlaanderen meestal afgemeten aan het areaal en het aantal bioboeren. Beiden stijgen, zo communiceerde minister Koen Van den Heuvel bij de voorstelling van het sectorale jaarrapport. Uit deze studie van het Departement Landbouw en Visserij zijn nog meer trends af te leiden. Zo nam het totale aantal dieren onder biocontrole met 15 procent toe ten opzichte van 2017. Vooral de biologische pluimveehouderij kan stevige groeicijfers (+15%) voorleggen. De biologische varkensstapel daalt daarentegen.
7 mei 2019  – Laatste update 4 april 2020 15:47
Lees meer over:

De groei van de biosector wordt in Vlaanderen meestal afgemeten aan het areaal en het aantal bioboeren. Beiden stijgen, zo communiceerde minister Koen Van den Heuvel bij de voorstelling van het sectorale jaarrapport. Uit deze studie van het Departement Landbouw en Visserij zijn nog meer trends af te leiden. Zo nam het totale aantal dieren onder biocontrole met 15 procent toe ten opzichte van 2017. Vooral de biologische pluimveehouderij kan stevige groeicijfers (+15%) voorleggen. De biologische varkensstapel daalt daarentegen.

Van de 514 Vlaamse biologische landbouwbedrijven houden er 146 dieren die onder biocontrole staan. De meerderheid (115) houdt één diergroep. Rundvee is het vaakst voorkomend, op 70 bioboerderijen. Drie bioboeren zijn gestart met het houden van kippen. De pluimveestapel nam in 2018 toe met 15 procent. Biologische pluimveehouderij komt vooral voor in de provincies West- en Oost-Vlaanderen en Antwerpen.

Laat je pluimvee buiten beschouwing, dan daalt de biologische veestapel lichtjes. Deze afname doet zich voornamelijk voor bij de biologische varkensstapel (-14%). Het Departement Landbouw en Visserij verklaart dat door enkele grote spelers die vorig jaar minder varkens onder biocontrole hadden. De afname van het aantal bedrijven lijkt met vijf stuks op een totaal van 16 biologische varkenshouders groot. Daar hoort als kanttekening bij dat drie van de vijf producenten in 2017 elk minder dan vier varkens onder biocontrole hadden.

Ongeveer één op de vijf bioboeren specialiseert zich in dierlijke productie. De twee vaakst voorkomende bedrijfstakken zijn leghennen- en melkveehouderij, met elk een aandeel van 5 procent in het totale aantal biologische landbouwbedrijven. Melkvee- en vleesveehouders hebben een groot deel van het bijna 8.000 hectare grote bio-areaal in beheer. De belangrijkste teelt op biobedrijven is immers grasland (>3.000 ha), gevolgd door voedergewassen en groenbedekkers (>2.000 ha). Groente- en fruitteelt en akkerbouw zijn vaker voorkomende specialisaties op een bioboerderij dan rundveehouderij, zodat een sectordoorsnede erg verschillend is naargelang je het aantal bedrijven of het aantal hectaren als uitgangspunt neemt.

Meer info: Biorapport 2018

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek