Boer en tuinder genieten mee van ontheffing vergunning

Voor een aantal constructies of handelingen zal binnenkort geen bouwvergunning meer nodig zijn. Minister van Omgeving Joke Schauvliege heeft het vrijstellingenbesluit aangepast en de Vlaamse regering heeft die aanpassing goedgekeurd. De wijzigingen moet zorgen voor minder administratieve rompslomp voor burgers, bedrijven en overheden. De landbouwsector profiteert mee van de aanpassingen, onder meer via de vrijstellingen voor sleufsilo’s, constructies voor teeltbescherming (hagelnet, regenkap, enz.) en andere 'verlengstukken' van een landbouwbedrijf zoals een graansilo of bovengronds waterbassin.

Het vrijstellingenbesluit bepaalt de constructies waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is. Na een eerste reeks wijzigingen in 2014 voert de Vlaamse regering nu opnieuw een aantal versoepelingen door. Veel partijen zullen daar profijt van hebben, ook land- en tuinbouwers. In 2014 werden bijenkorven reeds vrijgesteld, evenals krengenhuisjes en binnen een aantal randvoorwaarden ook drainagewerken. Het meeste ruchtbaarheid werd toen gegeven aan de vrijstelling voor schuilhokken voor dieren, vooral omdat de paardensector hier vragende partij voor was.

Constructies voor teeltbescherming werden twee jaar geleden niet volledig vrijgesteld, dat was enkel het geval voor de open afsluitingen met een maximale hoogte van twee meter. Andere constructies, met een maximale hoogte van drieënhalve meter, waren alleen vrijgesteld als ze na de oogst werden verwijderd. Dat verandert nu met de nieuwe wijzigingen. Constructies voor teeltbescherming hoeven nooit nog een bouwvergunning, wat de vrijstelling verruimt naar bijvoorbeeld wandelkappen in de aardbeienteelt.

Andere voor landbouw relevante vrijstellingen hebben betrekking op de aanleg van veedrinkpoelen en erosiedammen, sleufsilo’s en seizoensgebonden opslag van ruwvoeder. De Vlaamse overheid stelt nu ook heel duidelijk dat een aanplanting van bomen in het kader van agroforestry buiten de vergunningsplicht vallen. De vrijstelling voor schuilhokken die dateert van 2014 wordt versoepeld. De voorbije twee jaar gold dat zo’n schuilhok maximaal 20 vierkante meter groot mocht zijn, niet hoger dan drie meter, met minstens één volledig open zijde en het moest gebouwd worden met houten wanden. De toegelaten oppervlakte zonder stedenbouwkundige vergunning wordt nu verdubbeld van 20 tot 40 m².

De algemeen klinkende vrijstelling voor 'constructies in agrarisch gebied' moet eng begrepen worden. Het kabinet van minister Schauvliege verduidelijkt namelijk dat het geen gebouw of verharding mag betreffen en de constructie in functie moet staan van beroepslandbouw. Het mag niet groter zijn dan 100 vierkante meter, niet hoger dan tien meter en moet gelegen zijn binnen een straal van 30 meter van een vergund (geacht) bedrijfsgebouw. "Constructies in functie van nevenactiviteiten zoals hoeveverkoop, kinderboerderij, hoeverecreatie en dergelijke, worden niet vrijgesteld van de stedenbouwkundige vergunning, of in de toekomst van de omgevingsvergunning", aldus adjunct-woordvoerder Tine Vandecasteele. Zij geeft een bovengronds waterbassin en graansilo die niet hoger is dan tien meter als voorbeelden van constructies waarop de vrijstelling wél van toepassing is.

Meer info: aanpassingen vrijstellingenbesluit