"Boeren moeten voor veilig en gezond voedsel zorgen"

Om de twee jaar polst de Europese Commissie in alle lidstaten naar de perceptie en appreciatie van het Europese landbouw- en plattelandsbeleid. Daarbij wordt onder meer gepeild naar het verwachtingspatroon omtrent het maatschappelijk belang van landbouw, de impact en prioriteiten van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), biolandbouw, en veel meer. 55 procent van de respondenten ziet de productie van veilig, gezond en kwalitatief voedsel als één van de belangrijkste verantwoordelijkheden van land- en tuinbouwers.
26 februari 2018  – Laatste update 4 april 2020 15:39
Lees meer over:

Om de twee jaar polst de Europese Commissie in alle lidstaten naar de perceptie en appreciatie van het Europese landbouw- en plattelandsbeleid. Daarbij wordt onder meer gepeild naar het verwachtingspatroon omtrent het maatschappelijk belang van landbouw, de impact en prioriteiten van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), biolandbouw, en veel meer. 55 procent van de respondenten ziet de productie van veilig, gezond en kwalitatief voedsel als één van de belangrijkste verantwoordelijkheden van land- en tuinbouwers.

Hoe kijkt de doorsnee Europeaan naar landbouw? Hoe groot is het draagvlak voor het Europees landbouwbeleid? En waar moet dat beleid op focussen? Al die vragen legt de Europese Commissie in haar Eurobarometer tweejaarlijks voor aan gemiddeld een duizendtal inwoners van elke lidstaat. In december 2017 werd een nieuwe enquête gelanceerd. De resultaten daarvan werden gebundeld in vijf thematische clusters: het belang en de verantwoordelijkheden van landbouw in Europa; de perceptie van het GLB; de financiële steun voor landbouwers; het aankoopgedrag; en de houding tegenover internationale (landbouw)handel.

Uit de enquête blijkt dat 92 procent van de ondervraagden ervan overtuigd is dat landbouw en het platteland belangrijk zijn voor de toekomst. 55 procent vindt het produceren van veilige, gezonde en kwalitatieve voeding één van de belangrijkste verantwoordelijkheden van landbouwers. Ook het verzekeren van het dierenwelzijn van landbouwdieren scoort hoog op de prioriteitenlijst, gevolgd door het beschermen van het milieu en het bestrijden van de opwarming van het klimaat.

Waar hoort het landbouwbeleid thuis? Een meerderheid van 51 procent vindt dat het wel degelijk Europa is dat het best geplaatst is om de lijnen van het landbouwbeleid uit te stippelen, tegenover 34 procent die het lidstaatniveau verkiest. Dat Europa van dat beleid werk maakt via het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) is geweten bij 67 procent van de Europese bevolking. Een derde heeft nog nooit van het GLB gehoord. In Zweden en Finland weet 90 procent wat het GLB is, in Italië en Spanje is dat maar 44 en 56 procent. Ook België scoort met 62 procent eerder laag.

De Europeaan is best te spreken over dat GLB: 72 procent vindt dat het GLB zijn rol in het verzekeren van een stabiele voedselvoorziening prima vervult. Ook niet onbelangrijk: 61 procent vindt dat het GLB niet enkel land- en tuinbouwers maar ook alle burgers ten goede komt. Hoeveel centen mag de boer via het GLB krijgen? Een heikele vraag. Net niet de helft van de ondervraagden (45%) vindt de steun zoals die vandaag is prima. 26 procent vindt de steun zelfs te laag, terwijl 11 procent de steun naar omlaag wil. In Denemarken en Nederland vindt 27 procent de steun te hoog, in Frankrijk vindt 46 procent de steun te laag.

Aan die steun moeten wel duidelijke voorwaarden verbonden zijn, zo vindt de Europese burger. 90 procent vindt dat de steun aan boeren die de regels inzake voedselveiligheid niet respecteren op z’n minst gereduceerd moet worden. 88 procent vindt dat dat principe ook moet gelden voor inbreuken tegen de milieu- en dierenwelzijnswetgeving. In het algemeen vindt ook de overgrote meerderheid (88%) van de Europese burgers dat landbouwsubsidies duurzame landbouwpraktijken moeten belonen.

Wanneer het consumentengedrag van diezelfde burgers bevraagd wordt, blijkt dat meer dan 77 procent sterker aangetrokken is tot producten die geproduceerd zijn met respect voor lokale tradities en knowhow. Voor 76 procent van de bevraagden is een kwaliteitslabel belangrijk, evenveel Europeanen geven ook aan dat de afkomst van een voedingsproduct hun aankoopgedrag beïnvloedt. Het fairtradelabel doet bij 37 procent van de Europeanen een belletje rinkelen, gevolgd door het Europese biolabel (27%) en de verschillende geografische oorsprongslabels (15 tot 18%). Wat bioproducten betreft is de perceptie dat ze duurder zijn, maar ook kwalitatief beter en veiliger.

Tenslotte werd ook gepolst naar de houding tegenover internationale landbouwhandel. Opvallend is dat 46 procent van de Europeanen vindt dat niet-EU producten die niet aan de Europese voedselveiligheidsstandaarden voldoen toch mogen ingevoerd worden. Voor vlees ligt dat percentage wel een heel stuk lager. 64 procent denkt dat handelsakkoorden goed zijn voor de Europese landbouw én voor hen zelf als consument. 

Bekijk de volledige resultaten hier

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek