"Boeren zijn het financieren van eigen onteigening beu"

“Krenterig”, zo omschrijft het Algemeen Boerensyndicaat de werkwijze van de Grondenbank die in Vlaanderen optreedt bij landinrichtingsprojecten die een aanslag zijn op het bedrijfsareaal van actieve landbouwers. Afgunstig wordt gekeken naar Nederland, waar boeren er lijken op vooruit te gaan na een bedrijfsverplaatsing vanwege onteigening. Soms is dat inderdaad zo, omdat de Nederlandse overheid veel poldergronden in eigendom heeft en dus weet waar ze naar toe kan met onteigende boeren. Volgens ABS-voorzitter Hendrik Vandamme wil Vlaanderen vooral het financiële plaatje doen kloppen door aan de boer die grond verliest geen ruilgrond te verhuren maar te verkopen, en door hem de rekening te presenteren van de steeds duurder wordende landbouwgrond. Een door het Sigmaplan getroffen landbouwer getuigt.
3 september 2017  – Laatste update 4 april 2020 15:36

“Krenterig”, zo omschrijft het Algemeen Boerensyndicaat de werkwijze van de Grondenbank die in Vlaanderen optreedt bij landinrichtingsprojecten die een aanslag zijn op het bedrijfsareaal van actieve landbouwers. Afgunstig wordt gekeken naar Nederland, waar boeren er lijken op vooruit te gaan na een bedrijfsverplaatsing vanwege onteigening. Soms is dat inderdaad zo, omdat de Nederlandse overheid veel poldergronden in eigendom heeft en dus weet waar ze naar toe kan met onteigende boeren. Volgens ABS-voorzitter Hendrik Vandamme wil Vlaanderen vooral het financiële plaatje doen kloppen door aan de boer die grond verliest geen ruilgrond te verhuren maar te verkopen, en door hem de rekening te presenteren van de steeds duurder wordende landbouwgrond. Een door het Sigmaplan getroffen landbouwer getuigt.

Het Sigmaplan wil het deel Vlaanderen rond de Schelde beschermen tegen overstromingen, en tezelfdertijd natte natuur realiseren. Om de Schelde en haar zijrivieren meer ruimte te geven, moeten landbouwers wijken. Een Grondenbank werd opgericht om “oplossingen op maat” uit te werken voor de getroffen bedrijven. “Binnen het Sigmaplan moest het grootschalig natuurproject ‘Kalkense Meersen’ model staan voor het flankerend landbouwbeleid bij dergelijke grote projecten. Hier zou het flankerend beleid, dat uitgetekend is door de landbouwadministratie en uitgevoerd wordt door de Vlaamse Landmaatschappij (VLM), uitgetest worden”, schrijft voorzitter Hendrik Vandamme in het ledenblad van het Algemeen Boerensyndicaat.

Volgens Vandamme is op de mooie brochures rond de vordering van de werken voor het Sigmaplan het boerenleed achter de schermen niet te zien. In Drietand schrijft hij: “Er is een ware volksverhuis en grondinwinning nodig geweest om in de Kalkense Meersen een overstroombaar natuurreservaat van meer dan 800 hectare te realiseren. Hiertoe zijn vele landbouwgezinnen moeten stoppen of verhuizen, wat emotioneel niet gemakkelijk is. Ook de blijvers zit het niet mee. Voor hen vroegen we een mini-ruilverkaveling maar die is nooit uitgevoerd. Ruilgronden uit de Grondenbank wil VLM niet verpachten maar verkopen. Door het Sigmaplan zijn vraag en aanbod op de grondenmarkt echter verstoord en verdrievoudigde de grondwaarde.”

Het Algemeen Boerensyndicaat vindt het bij de haren getrokken dat de Vlaamse overheid langs de kassa wil passeren door de verkoopprijs van ruilgrond te “actualiseren”, begrijp: er ieder jaar enkele duizenden euro’s per hectare bijtellen omdat landbouwgrond in de regio weeral duurder werd. “Als je bijna de helft van je bedrijfsareaal verliest, dan ben je in eerste instantie blij met elke hectare ruilgrond die aangeboden wordt”, vertelt een door het Sigmaplan getroffen veehouder. “Met de boodschap van VLM dat de ruilgrond op termijn aangekocht moet worden, loop je naar de bank. Die wil uiteraard weten wat de kostprijs per hectare zal zijn, maar dat kom je pas na aandringen te weten.”

In zijn geval sleepten de onderhandelingen aan, wat de landbouwer niet aan zichzelf wijt, “maar ik moet me nu wel verwachten aan een aan de grondenmarkt aangepaste en dus veel hogere verkoopprijs”, getuigt hij anoniem. Dat verschil kan hoog oplopen, van maximum 25.000 euro per hectare waarvan eerst sprake is tot circa 50.000 euro als jaren later puntje bij paaltje komt, en nog eens tien procent meer als er tijdens de onderhandelingen een tweetal jaren verstrijken.

Voor een landbouwer is grond van levensbelang, dus worden de acties van de onteigeningscommissaris en de Grondenbank met argusogen gevolgd. Het zorgt voor na-ijver tussen boeren wanneer vermoed wordt dat de één beter af is dan de ander, bijvoorbeeld omdat een boer actief is in een deelsector die aanspraak kan maken op een hogere onteigeningsvergoeding vanwege een grotere semi-brutowinst per hectare. De veehouder die VILT te woord wil staan, geeft ook het voorbeeld van landbouwers buiten het plangebied die grond inbrengen. “Zij zijn geen betrokken partij en zouden in mijn ogen beter geweerd worden. Nu is de Grondenbank blij met de ingebrachte percelen, terwijl het om minderwaardige grond gaat waar wij genoegen mee moeten nemen terwijl de vorige eigenaar een beter of beter gelegen perceel ontvangt.”

Zelf behoort de man tot de categorie landbouwers die het zwaarst lijdt onder het grondverlies, omdat het huurgrond was die teloorging. “De vergoeding die je daarvoor krijgt, stelt weinig voor. Bovendien krijg ik nu te horen dat de ‘wijkerspremie’ van 2.000 euro per hectare voor het vrijwillig aftekenen van mijn grond terugbetaald moet worden bij aankoop van de ruilgrond. Wat meer dan tien jaar geleden toegezegd is, blijkt nu geen verworven recht.” Het idee om er de brui aan te geven, speelde of speelt bij veel landbouwers rond de Kalkense Meersen door het hoofd. “Emotioneel is dat moeilijk als je een tientallen jaren oud familiebedrijf runt, en financieel kan het niet indien de Grondenbank de ganse boerderij niet wil kopen.”

Hij wil nog kwijt dat Vlaanderen beschermen tegen overstromingen een beleidsdoelstelling is die ieders begrip verdient, “maar in de praktijk is het vooral natuur waarvoor de in het Scheldebekken actieve boeren moeten wijken”. “Ook in de onderhandelingen over de aankoop van ruilgrond houdt de Vlaamse overheid geen woord. Als de Grondenbank ons de meerwaarde van landbouwgrond aanrekent, dan zijn wij boeren onze onteigening zelf aan het financieren. In het verleden gemaakte afspraken rond een aankoop en de beschrijfkosten zouden nagekomen moeten worden. En nog liever zou ik de mogelijkheid hebben om ruilgronden levenslang te huren, aan kopen kan je economisch niet uit.”

ABS-voorzitter Hendrik Vandamme maakt gewag van “chantagepraktijken” omdat er mee gedreigd zou worden om de aangeboden ruilgronden aan te bieden aan andere landbouwers. “Blijkbaar lijken alle truken van de foor van pas te komen om de rekening bij de overheid te doen kloppen. De Grondenbank is namelijk systematisch meer geld kwijt voor de aankoop van landbouwgrond dan oorspronkelijk begroot is in het kader van projecten zoals het Sigmanplan. Voor een getroffen landbouwer en zijn gezin blijft het onbegrijpelijk. Hij wordt tweemaal het kind van de rekening. Een eerste keer bij de onteigening van zijn grond en een tweede maal wanneer hij met de rug tegen de muur gezet wordt om andere gronden terug te kopen aan veel hogere prijzen dan initieel vooropgesteld.” Vandamme benadrukt dat de kritiek algemeen geldt voor landinrichtingsprojecten waar een Grondenbank actief wordt, en niet enkel voor natuurgebied de Kalkense Meersen in Oost-Vlaanderen.

Namens het Algemeen Boerensyndicaat volgde Guy Depraetere bovenstaand dossier van nabij op. Hij herinnert zich levendig de moeilijke gesprekken, en de tranen die er gevloeid zijn aan de keukentafels van boerengezinnen. “Je hoorde één getuigenis, maar ze zijn allemaal schrijnend. Door een landbouwer jarenlang in twijfel te laten of hij zijn bedrijf al dan niet kan voortzetten, kraak je een heel gezin. Op menselijk vlak zijn projecten als het Sigmaplan bitterhard, maar daar wordt nooit over gepraat.” Met geld kan je de getroffen boeren financieel ontzorgen, maar in Vlaanderen wordt er volgens Depraetere eindeloos gediscussieerd over een onteigeningsvergoeding. “Kijk naar Nederland, waar een onteigende boer een nieuw bedrijf kan bouwen met een mooie kavel grond. Hoe gierig zijn we dan in Vlaanderen niet als de overheid ruilgrond elke twee jaar herwaardeert en de wijkerspremie na jaren durft terugeisen.”

De fotoverslagen op Nederlandse landbouwwebsites lijken ABS gelijk te geven dat de Nederlandse overheid er niet om maalt een onteigende boer een zak geld mee te geven om elders opnieuw te beginnen. Of dat ook echt zo is, vraagt VILT na bij mediabedrijf DCA, gekend van de website Boerenbusiness.nl. CEO Kees Maas: “Onteigeningen en grondverlies geven ook in Nederland best veel spanning. Je hebt als overheid een aantal boeren nodig die hun bedrijf willen beëindigen om over ruilgrond te beschikken. Als er grond bestemd wordt voor woningbouw bijvoorbeeld, dan is er geld en lukt alles. In dat geval kan ook een bedrijfsverplaatsing die handenvol geld kost. Het bedrijf van een boer die elders opnieuw kan beginnen, ziet er na onteigening inderdaad beter uit.”

Waarom dat wel mogelijk is in Nederland en veel moeilijker in Vlaanderen? “De Flevopolder is voor pakweg 70 procent eigendom van de overheid”, verraadt Maas het antwoord. Waar het in Vlaanderen gemeentebesturen, OCMW’s en kerkfabrieken zijn die landbouwgrond in hun portefeuille hebben zitten, kan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) daar centraal over beschikken. “Binnenkort vindt er een openbare veiling plaats van 1.000 hectare landbouwgrond die in verschillende polders in overheidseigendom is. Ze worden voor vier jaar verpacht aan de hoogste bieder”, geeft de Nederlander een idee over welke arealen het gaat.

Niet de getuigenis van de landbouwer maar wel het voorwoord van ABS-voorzitter Hendrik Vandamme legde VILT voor aan de Vlaamse Landmaatschappij. De reactie volgt bij monde van Klaas De Smet, manager Landinrichting en Grondenbank VLM Regio West: “VLM begrijpt de bezorgdheid van de betrokken landbouwers, maar kan het tijdstip van de reactie van de voorzitter van ABS moeilijk plaatsen, daar medewerkers van VLM op alle niveaus nog steeds in overleg zijn met adviseurs van ABS en samen aan een oplossing werken. VLM staat pal achter haar medewerkers. Onze mensen hebben altijd correct gewerkt en onderhandeld met de betrokken landbouwers, binnen het financiële en wettelijke kader en conform de afspraken met de financiers van de lokale grondenbank.”

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek