09.01.2017 Borsus ziet keerzijde van omschakeling biobrandstoffen

Sinds 2009 bevat benzine in ons land bio-ethanol, maximaal vijf procent werd er tot voor kort ingemengd. Sinds 1 januari mag dat tien procent zijn. Deze maatregel lijkt zeer gunstig voor de afzet van biobrandstof van de eerste generatie. Nochtans krijgen dit soort biobrandstoffen, gemaakt van landbouwgrondstoffen zoals tarwe en maïs, steeds meer tegenwind. Ook vanuit Brussel, waar de Europese Commissie de omschakeling naar biobrandstof van de tweede generatie wil bewerkstelligen.
Federaal landbouwminister Willy Borsus maakt zich daar zorgen over, enerzijds vanwege de afzetmarkt voor granen die dan wegvalt, anderzijds omdat er in ons land drie grote fabrikanten van bio-ethanol actief zijn. Biowanze, Alco Biofuel en Syral hebben samen 500 miljoen euro geïnvesteerd in hun fabrieken in Wanze bij Luik, Gent en Aalst.
Daarom vraagt Borsus een (lange) overgangsperiode met duidelijke kalender. Zo hoopt hij de tewerkstelling en investeringen in biobrandstofproductie van de eerste generatie te vrijwaren. Borsus kaartte dit bij de Commissie aan tijdens de Europese Landbouwraad van 12 december. Het Belgische standpunt werd gedeeld door andere lidstaten: Oostenrijk, Polen, Frankrijk, Hongarije en Zweden.
Bron: eigen verslaggeving