"Brandstof uit maïsresten op korte termijn slecht idee"

Biobrandstof uit maïsresten kan op korte termijn de opwarming van de aarde versnellen in plaats van vertragen. Dat blijkt uit een studie in opdracht van de Amerikaanse regering. Het productieproces van bio-ethanol zou op korte termijn 7 procent meer broeikasgassen uitstoten dan dat van gewone benzine. De studie heeft al heel wat verontwaardigde reacties uitgelokt. De geldigheid van de gebruikte methoden worden onder meer door de Amerikaanse biobrandstoffensector en enkele beleidsambtenaren betwist.
24 april 2014  – Laatste update 14 september 2020 14:25
Lees meer over:

Biobrandstof uit maïsresten kan op korte termijn de opwarming van de aarde versnellen in plaats van vertragen. Dat blijkt uit een studie in opdracht van de Amerikaanse regering. Het productieproces van bio-ethanol zou op korte termijn 7 procent meer broeikasgassen uitstoten dan dat van gewone benzine. De studie heeft al heel wat verontwaardigde reacties uitgelokt. De geldigheid van de gebruikte methoden worden onder meer door de Amerikaanse biobrandstoffensector en enkele beleidsambtenaren betwist.

De betrokken studie onderzocht voor de 12 grote maïsproducerende Amerikaanse staten hoeveel CO2-emissie vrij zou komen wanneer de gewasresten op het veld na de maïsoogst verzameld en verwerkt zouden worden tot biobrandstof, in plaats van wanneer die gewasresten op het veld achtergelaten zouden worden als groenbemester. Daaruit bleek dat het hele proces, van de oogst tot de productie van bio-ethanol, de eerste jaren meer broeikasgassen zou veroorzaken dan dat van gewone benzine. En dat onafhankelijk van de hoeveelheid gewasresten die van het veld worden verwijderd. 

Hoewel biobrandstoffen volgens de onderzoekers op lange termijn nog steeds beter zijn dan gewone benzine, halen ze door dit korte termijneffect niet de normen die in 2007 werden vastgesteld voor erkenning als hernieuwbare brandstof. En dat terwijl de betrokken industrie intussen al meer dan een miljard dollar aan overheidssteun heeft ontvangen.

Volgens die sector en enkele beleidsambtenaren zijn de resultaten van de studie dan ook te betwisten. De gebruikte methode om het verlies aan stikstof in de bodem door het weghalen van gewasresten te berekenen, zou te simplistisch zijn. Zo zou dit verlies sterk variëren van perceel tot perceel en zou de hoeveelheid gewasresten die opgehaald moeten worden voor voldoende productie van biobrandstof overschat worden.

“De onderzoekers zijn vertrokken van een extreem scenario dat nooit door akkerbouwers of biobrandstofproducenten aanvaard of uitgevoerd zal worden. Het zou de grond op lange termijn volledig uitputten en dat is noch vanuit landbouwkundig, noch vanuit bedrijfskundig standpunt aanvaardbaar”, reageert directeur Jan Koninckx van DuPont in The Guardian. Liz Purchia, woordvoerster van de Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA), sluit zich daarbij aan.

De onderzoekers zelf hadden de scherpe reacties naar eigen zeggen verwacht. De studie werd gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Climate Change, en kan bij collega-wetenschappers wél op bijval rekenen. Volgens David Tilman van de University of Minnesota is het één van de beste studies in het domein. “Ze toont aan dat het erg moeilijk zal zijn om een biobrandstof te maken op basis van maïsresten met een kleinere broeikasgasuitstoot dan benzine, net zoals dat het geval is met biobrandstof op basis van maïs zelf”, besluit hij in The Guardian.

Een eerdere studie van de EPA wees uit dat biobrandstof 60 procent minder CO2-uitstoot veroorzaakt dan benzine, mits slechts de helft van de gewasresten na de oogst van het veld verwijderd worden. Maar volgens de Associated Press (AP) zou EPA er in nog een ander onderzoek niet in geslaagd zijn de gevolgen van biobrandstof op basis van maïs accuraat in kaart te brengen.

Het Argonne National Laboratory verbonden aan het Energy Department besloot in 2012 op zijn beurt dat biobrandstof op basis van maïsresten 95 procent minder broeikasgassen uitstoot dan benzine, maar daarbij werd verondersteld dat een deel van de verzamelde gewasresten gebruikt zou worden om de productie van energie uit fossiele grondstoffen te vervangen. Volgens de hoofdauteurs van het nieuwe rapport, Adam Liska van de University of Nebraska-Lincoln, zou dit inderdaad een deel van de CO2-uitstoot van de biobrandstof verminderen, maar het is onzeker of dit ooit in de realiteit zou gebeuren.  

Meer info: Lees het abstract in Nature Climate Change

Bron: De Morgen / The Guardian

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek