Commissie verhoogt opslagcapaciteit mageremelkpoeder

Na afloop van het debat over de melkcrisis in het Europees Parlement heeft de Europese Commissie aangekondigd dat ze de interventieopslagcapaciteit voor magere melkpoeder verhoogt tot 350.000 ton. In april verhoogde de Commissie de initiële drempel van 109.000 ton tot 218.000 ton, maar omdat de maximale opslagcapaciteit sneller dan verwacht opgevuld geraakt was, drong een nieuwe verhoging zich op. Federaal landbouwminister Willy Borsus hoopt dat de Commissie tijdens de volgende Landbouwraad eind juni verdere stappen zet in de coördinatie van de regulering.

Wat al even in de lucht hing, werd gisteren ook bevestigd door de Commissie: er komt een tweede verhoging van de interventieopslagcapaciteit voor mageremelkpoeder. De nieuwe bovengrens ligt op 350.000 ton, en de hoop is dat het grotere volume ook een groter dempend effect zal hebben op de neerwaartse prijsdruk door overproductie op de internationale zuivelmarkt. Federaal landbouwminister Willy Borsus brengt in die context nogmaals in herinnering dat de Europese melkproductie in 2014 met 4,4 procent steeg en vorig jaar met 2,6 procent. 

Tijdens het eerste kwartaal werd in Europa een stijging van maar liefst 7,2 procent opgetekend. In Ierland gaat het tijdens de periode januari-maart van dit jaar in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar om een monstergroei van 32,8 procent meer opgehaalde koemelk, maar ook in België is de groei met 21,3 procent behoorlijk spectaculair. “België blijft pleiten voor een regulering van het aanbod voor de hele EU en voor de dringende noodzaak van concrete en gecoördineerde modaliteiten voor de tijdelijke, vrijwillige regulering met Europese compensaties in antwoord op de huidige crisis”, aldus Borsus.

“De situatie op de zuivelmarkt is rampzalig en de perspectieven op middellange termijn zijn slecht”, aldus Borsus. “Dat is onder meer te wijten aan het gebrek aan een gecoördineerde aanpak en Europese compensaties betreffende de activering van artikel 222 dat voorziet dat de coöperatieven en organisaties van producenten het eens moeten worden over een productiebeperking”, aldus nog Borsus, die hoopt dat de Commissie tijdens de volgende Raad van 27 en 28 juni in Luxemburg belangrijke stappen zet in de coördinatie van de regulering.

“Maar daarvoor is een grote cohesie nodig tussen de lidstaten die grootste melkproducenten zijn”, zo beseft Borsus. “Geen tijdelijke regulering invoeren, zou een totale ramp zijn voor onze sector. Ik stel vast dat de Europese steunmaatregelen, toegepast sinds september 2015, geen significante positieve impact hebben gehad op de melkprijs.”