"Contract van Tiense suikerfabriek zit financieel goed"

In het vakblad De Bietplanter praten de afgevaardigden van bietentelers uit de biecht over de onderhandelingen met de Tiense Suikerraffinaderij. Aan telerszijde valt het zwaar dat het contractvoorstel voor de eerste bietencampagne in het post-quotumtijdperk opgelegd in plaats van onderhandeld wordt. Volgens Erwin Boonen, directeur landbouwgrondstoffen bij de Tiense, is de suikerfabriek nog steeds ‘on speaking terms’ met de telersorganisaties. Het klopt dat het eigen contractvoorstel tijdens die gesprekken verdedigd wordt omdat het, zo zegt Boonen, qua omzet en arbeidsinkomen per hectare niet moet onderdoen voor de akkoorden die in Frankrijk en Duitsland worden afgesloten. De complexiteit ervan is wel een nadeel, en dat verklaart volgens de directeur landbouwgrondstoffen meteen ook de weerstand bij telersorganisaties.
12 oktober 2016  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:37
Lees meer over:

In het vakblad De Bietplanter praten de afgevaardigden van bietentelers uit de biecht over de onderhandelingen met de Tiense Suikerraffinaderij. Aan telerszijde valt het zwaar dat het contractvoorstel voor de eerste bietencampagne in het post-quotumtijdperk opgelegd in plaats van onderhandeld wordt. Volgens Erwin Boonen, directeur landbouwgrondstoffen bij de Tiense, is de suikerfabriek nog steeds ‘on speaking terms’ met de telersorganisaties. Het klopt dat het eigen contractvoorstel tijdens die gesprekken verdedigd wordt omdat het, zo zegt Boonen, qua omzet en arbeidsinkomen per hectare niet moet onderdoen voor de akkoorden die in Frankrijk en Duitsland worden afgesloten. De complexiteit ervan is wel een nadeel, en dat verklaart volgens de directeur landbouwgrondstoffen meteen ook de weerstand bij telersorganisaties.

In het maandblad De Bietplanter brengen de belangenverdedigers van de suikerbietentelers verslag uit over de onderhandelingen met de Tiense Suikerraffinaderij omtrent de leveringsvoorwaarden voor de campagne 2017-2018. Dat is niet zomaar een nieuw seizoen, maar wel het eerste jaar waarin de suikermarkt het zonder het veilige vangnet van Europa zal moeten stellen. Het Coördinatiecomité van de Planters van Haspengouw klinkt erg negatief over de gesprekken met de Tiense Suikerraffinaderij: “We botsen op een muur. Er is eigenlijk geen sprake meer van onderhandelingen. De contractuele voorwaarden worden gewoon opgelegd aan de telers. We worden onder druk gezet om bieten te telen onder de kostprijs zodat de suikerfabrikant meer winst kan maken.”

Het idee dat het een te nemen of te laten voorstel is, vindt Erwin Boonen van de Tiense Suikerraffinaderij geen juiste interpretatie. De directeur landbouwgrondstoffen verzekert dat de onderhandelingen niet zijn stopgezet en nog altijd naar toenadering gezocht wordt. “Het doel is nog steeds om samen met onze telers de veranderende toekomst tegemoet te gaan. Wij hebben elkaar nodig om onze activiteit duurzaam verder te zetten”, aldus Boonen, die erop wijst dat het contractvoorstel past in het kader uitgezet door moedergroep Südzucker.

Boonen: “We proberen één en ander aan te passen aan de Belgische situatie, maar uiteindelijk komt het er op neer dat iedereen in België, Frankrijk en Duitsland aan vergelijkbare voorwaarden bieten gaat telen”. Over het post-quotumtijdperk zegt hij: “Net zoals de telers zijn ook wij ongelukkig met de stopzetting van het quotasysteem, maar het besef moet er zijn dat we met zijn allen vooruit moeten. Deze nieuwe situatie creëert onzekerheid en een complexer contractvoorstel maar wij hebben er alle vertrouwen in dat het de toekomst van de hele bietsuikersector verzekert.”

De directeur landbouwgrondstoffen heeft het niet makkelijk om de criticasters ervan te overtuigen dat het contractvoorstel deugt. Na maandenlange discussies met de afgevaardigden van suikerbietentelers houdt hij voet bij stuk: “Omzet per hectare, dat is wat telt want uit die omzet moet een landbouwer zijn arbeidsinkomen halen. Die omzet zal hoger zijn dan sommigen nu denken, en dit door een combinatie van factoren. Ten eerste vergoeden we meer bieten per hectare omdat ze enkel in het veld ontdaan worden van bladeren en ‘kop’ en er geen ontkopping meer gebeurt in de fabriek. De opbrengst per hectare zal hierdoor met 10 tot 12 procent kunnen stijgen. Verder betalen we een basisprijs voor de bieten die afhangt van de suikerprijs waardoor we de meerwaarde van het eindproduct met onze planters delen. Tenslotte kennen we een prijssupplement dat, in functie van het jaar, bovenop deze basisprijs kan toegekend worden. Een laatste belangrijke factor is dat we meer hectaren uitbetalen aan de volle prijs omdat de buiten-quotumbieten vervallen.”

Dat laatste verdient een woordje uitleg. De Tiense Suikerraffinaderij stelt aan zijn leveranciers een stabiel basiscontract voor en een variabel bijkomend contract. Daar wordt bij gezegd dat akkerbouwers hun totale verwachtte bietenproductie mogen contracteren met beide contracten, en dus niet zoveel bieten buiten contract zullen leveren dan vandaag bieten buiten quotum. Die zogenaamde buiten-quotumbieten worden tot op heden aan een veel lagere prijs geleverd aan de suikerfabriek. “In de toekomst zullen telers dat extra volume bijkomend kunnen contracteren, wat voor hen betekent dat ze tot zo goed als de laatste biet vergoed krijgen aan een volwaardige prijs”, verduidelijkt Boonen.

Stevenen we dan niet af op een contractaardappel-scenario waarin boeren de pineut zijn wanneer ze een groter productievolume op contract vastlegden dan ze na een tegenvallend groeiseizoen kunnen leveren? Absoluut niet, zo verzekert Erwin Boonen: “Een teler die jaarlijks 10 hectare bieten zaait en gemiddeld een opbrengst haalt van 90 ton per hectare kan een contract voor 900 ton bieten afsluiten. Valt de opbrengst kleiner uit, dan verplichten we hem niet om zijn contract vol te leveren. Uiteraard verwachten we wel van een teler dat hij het aantal hectaren bieten zaait dat redelijkerwijs uitzicht geeft op de gecontracteerde hoeveelheid.”

In Tienen stellen ze vast dat het merendeel van de bietenleveranciers aan de nieuwe contractvoorwaarden met de suikerfabriek in zee wil. “Van juni tot augustus hebben wij de voorstellen uitgelegd aan de individuele telers. Tegelijkertijd hebben wij gepolst naar hun intenties voor de uitzaai van bieten in 2017”, zegt Boonen, “en zowel het basiscontract als het bijkomend contract kenden veel interesse.” Door de complexiteit van de contractvoorwaarden is het niet altijd makkelijk in te schatten maar simulaties leren volgens de directeur dat de uitkomst meevalt. “Bovendien is het niet de eerste herstructurering die ze meemaken. Bij de hervorming in 2008 werd er getwijfeld over de toekomst van de suikerbietenteelt in deze regio. De telers die toen samen met ons verder zijn gegaan, hebben achteraf ingezien dat dit een goede keuze was. Uiteraard zal niet elk jaar financieel heel goed uitdraaien, maar er komen zeker nog goede jaren voor de bietenteelt. Bovendien hebben onze telers ervaren dat we de meerwaarde die we in het verleden realiseerden met suiker altijd correct deelden via de meerprijs voor de bieten.”

Bij de telersvereniging is het vertrouwen in de toekomst beduidend minder groot dan bij de suikerfabriek. Alleen al het gegeven dat vrijwel alle suikerfabrieken in Europa streven naar een productieverhoging met circa 20 procent zorgt voor onrust. Je hoeft maar naar de zuivelsector te kijken om te weten dat een productiestijging na het verdwijnen van de quota fout kan uitdraaien als vraag en aanbod op de wereldmarkt tijdelijk niet in evenwicht zijn. Erwin Boonen maakt zich sterk dat de suikersector niet afkoerst op eenzelfde scenario. “Om te beginnen zijn de internationale markten voor melk en een droge grondstof als suiker sterk verschillend. Europa speelt niet zo’n bepalende rol als op de zuivelmarkt. Als elke suikerfabriek in Europa slaagt in zijn plannen om de productie op te voeren, dan komen we nog niet in de buurt van de suikerproductie in Brazilië (grootste suikerexporteur) en India (grootste suikerproducent én -consument). De suikerprijs op de wereldmarkt wordt bepaald door de weersomstandigheden in landen als Brazilië, India en Thailand en trekt zich weinig aan van de productie in Europa.”

Een ander wezenlijk verschil is dat een melkveehouder gedwongen is om zijn koeien te blijven melken ook al is de melkprijs weinig lonend. Een akkerbouwer kan daarentegen van het ene op het andere jaar beslissen om suikerbieten uit zijn teeltplan te gooien. Daarom zegt Boonen dat een belangrijk deel van het marktrisico wel degelijk bij de suikerfabriek ligt, en niet alleen bij de bietentelers zoals hun belangenverdedigers beweren. “Op dit moment herpakt de suikerprijs zich weer en is de trend sterk stijgend.”

Bij een hoge suikerprijs delen bietentelers vanaf volgend jaar automatisch in de meerwaarde, zonder dat daar discussies over de meerprijs aan moeten voorafgaan. “Dat is toch de ketengedachte par excellence”, benadrukt Erwin Boonen. “Wel is het zo dat we de voordelen en de risico’s van de keten delen met onze partners.” Als het moeilijk uitdraait en de suikerprijs komt onder druk te staan, dan houdt de Tiense Suikerraffinaderij een prijssupplement achter de hand om de bietenteelt te kunnen ondersteunen. De telersorganisaties hebben daar als probleem mee dat dit lijkt op een blanco cheque, op een extraatje dat al dan niet uitgereikt wordt zonder dat een duidelijke berekeningswijze aan de basis ligt.

Om af te sluiten geeft Boonen nog mee dat niemand mag vergeten dat de groep Südzucker, en de Tiense Suikerraffinaderij in het bijzonder, veel heeft geïnvesteerd in de Belgische suikeractiviteiten wat de toekomst van de bietenteelt in onze regio mogelijk maakt en zelfs verder verstevigt. “Het is nu aan alle partijen om dat waar te maken.”

Beeld: Tiense Suikerraffinaderij

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek