Crisis zorgt niet voor exodus in Belgische landbouw

Het aantal landbouwbedrijven in ons land daalde vorig jaar opnieuw met 0,8 procent tot 36.193. Dat blijkt uit berekeningen van de Algemene Directie Statistiek van de FOD Economie. De afname was beperkter dan in 2014, toen een daling met 3,1 procent geregistreerd werd. In Vlaanderen daalde het aantal boerderijen met één procent tot 24.046, in Wallonië met slechts 0,2 procent tot 12.867. Boerenbond reageert verrast op de beperkte afname. Het aantal landbouwbedrijven neemt al een aantal jaren met ongeveer drie procent af zodat de landbouworganisatie voor erger vreesde gezien de crisis in een aantal deelsectoren.

In 2015 is het aantal landbouwbedrijven in ons land verder afgenomen maar de daling is minder uitgesproken dan in voorgaande jaren. Bovendien deed de crisis voor erger vrezen. De Algemene Directie Statistiek (Statbel, FOD Economie) communiceert op basis van de definitieve cijfers voor 2015 ook over de arealen en het aantal stuks vee.

Wat de gewassen betreft, valt de forse inkrimping met 10,7 procent op van het areaal suikerbieten tot 52.341 hectare. Sinds 1999 ging bijna de helft van de oppervlakte suikerbieten verloren. Als gevolg van de stevige terugval van suikerbieten groeide het areaal granen met 2,4 procent tot 341.460 hectare. Vooral spelt (+47,7% in 2015 tot 20.013 ha) neemt meer ruimte in beslag. Sinds 2011 is de oppervlakte spelt meer dan verdubbeld.

Ook vlas (+19,6% tot 13.952 ha) liet vorig jaar een forse groei optekenen, net als braakland (+26,7% tot 10.159 ha) en voedergewassen (+34,1% tot 344.444 ha). Eveneens is de oppervlakte peulvruchten flink gestegen, zowel voor groenvoeders (+30%) als voor droog geoogste peulvruchten (+38%). De stijging van het areaal peulvruchten is vooral opmerkelijk in Vlaanderen.

Bij de evolutie van de gewassen en dieren ziet economisch adviseur bij Boerenbond François Huyghe twee grote invloeden. "Er is ten eerste het Europees beleid inzake vergroening dat zijn impact heeft en ten tweede de invloeden van de conjunctuur zowel in positieve als in negatieve zin", zegt hij. "Conjunctuurgewijs zie je dat landbouwproducten die het qua prijsvorming goed doen zoals vlas, pluimvee en spelt in de lift zitten. Het tegenovergestelde is het geval met andere producten zoals suikerbieten", aldus nog Huyghe.

De evolutie van de Belgische veestapel vertoont een sterke stijging van het aantal melkkoeien in productie in Vlaanderen (+4,7% tot 304.565). Dit is een reactie op de afschaffing van de melkquota. In tegenstelling tot de evolutie in Vlaanderen nam het aantal melkkoeien in 2015 in Wallonië met 2,1 procent af tot 202.825.

Opvallend is ook de spectaculaire groei voor pluimvee (zowel leg- als braadkippen) met 12 procent tot 33,7 miljoen, een gevolg van de gunstige conjunctuur in de sector en een methodologische aanpassing aan de registratie van pluimveebedrijven. Het register van pluimveehouders dat door het Voedselagentschap wordt beheerd, werd gebruikt ter verbetering van het identificatieregister van Statbel. De Belgische varkensstapel steeg vorig jaar licht met 0,2 procent tot 6,3 miljoen dieren.