"Dagen Zonder Vlees kan feest zijn in plaats van dogma"

Als u geen zin heeft om deel te nemen aan Dagen Zonder Vlees (DZV), het initiatief waarbij meer dan 80.000 Vlamingen, waaronder enkele vooraanstaande Vlaamse politici, gedurende 40 dagen minder of geen vlees eten, dan hoeft u dat vooral niet te doen. Maar verzin daarvoor geen drogreden. Dat schrijft EVA-oprichter Tobias Leenaert in een reactie op een opiniestuk van ABS-voorzitter Hendrik Vandamme. Leenaert neemt de “weerstand” van de boerenorganisaties stevig op de korrel, ondanks de uitgestoken hand van Boerenbond-voorzitter Sonja De Becker naar de DZV-actie.

De start van de Dagen Zonder Vlees-campagne heeft ook dit jaar weer meerdere betrokkenen in de pen doen kruipen. Zo schreef ABS-voorzitter Hendrik Vandamme in een opiniestuk in De Standaard dat er met gematigd vleesverbruik niets mis is, en dat het opvallend is dat politici zich nu ook gaan bemoeien met wat er op ons bord ligt. EVA-oprichter Tobias Leenaert vraagt zich dan weer af waarom boerenorganisaties “zo fel van leer trekken” tegen Dagen Zonder Vlees als ze zelf erkennen dat vlees met mate moet worden genuttigd?

In het editoriaal van Boer&Tuinder steekt Boerenbond-voorzitter Sonja De Becker nochtans uitdrukkelijk een hand uit richting de organisatie van Dagen Zonder Vlees: “Laat ons samen, met alle partners, de correcte Vlaamse situatie in kaart brengen en dat in een kader waar positief gewerkt kan worden”, zo klinkt het. “En wie weet kan je dan volgend jaar ook Boerenbond onder je deelnemers tellen?”, zo sluit De Becker af. Anderzijds toonde ze zich wel “ontgoocheld” over de “clichématige” communicatie rond vlees op de website en de “ongenuanceerde informatie”. 

Leenaert gaat er in zijn opiniestuk niet op in en richt zich vooral op de argumenten die de ABS-voorzitter aanhaalde. Zo haalt hij uit naar de reclamespotjes voor vlees en melk die volgens hem – veel meer dan de deelname van politici aan de actie – proberen te beïnvloeden wat je als consument uit de winkelrekken haalt. Leenaert ergert zich ook aan het feit dat de “vleesindustrie twijfel zaait over de link tussen klimaat en vleesproductie”, ondanks de open communicatie hierover vanuit de sector.

“Niemand betwist dat vlees en vis interessante voedingsstoffen bevatten”, gaat Leenaert verder. “Maar die kan je allemaal vinden in andere producten. Bovendien is de consumptie van dierlijke producten in westerse landen nog steeds overmaats. Mededelingen van openbaar nut op tv zouden in de eerste plaats moeten pleiten voor een lagere consumptie van vlees, in plaats van biefstuk en varkenskotelet aan te prijzen. Jazeker, varkensboeren en anderen hebben het moeilijk, en het boereninkomen en andere boerenproblemen moeten we ook aanpakken. Maar dat doen we het best door alternatieven en begeleide afbouw aan te bieden, in plaats van de consumptie aan te zwengelen.”

“Dagen Zonder Vlees kan een feest zijn in plaats van een dogma”, besluit Leenaert. “Het kan een moment zijn om onze culinaire creativiteit bot te vieren en nieuwe smaken, restaurants, producten en gerechten te ontdekken. Voel u vooral vrij: heeft u geen zin om deel te nemen aan Dagen Zonder Vlees, doe het dan niet. Maar verzin daarvoor geen drogreden, en haal ze al zeker niet bij de vleesindustrie.”