Deen betaalt drie keer meer voor brood dan Roemeen

Denemarken is het duurste land voor voeding en niet-alcoholische dranken in Europa. Zo is een brood er de helft duurder dan gemiddeld en betaalt een Deen er zelfs drie keer meer voor dan een Roemeen. Ook België zit in de groep van de duurdere landen. Vooral de prijs van vlees springt er bij ons uit, zo blijkt uit cijfers van Eurostat. De Europese statistiekdienst vergeleek de kostprijs van een korf aan goederen in de lidstaten. In ons land ligt de prijs voor een winkelkar vol voeding en drank op 114 procent van het EU-gemiddelde.

De prijs voor voeding en niet-alcoholische dranken kwam in 2018 in Denemarken uit op 130 procent van het EU-gemiddelde. Het land is daarmee tweemaal duurder dan Roemenië, met een score van 66 procent het goedkoopste land. Luxemburg en Oostenrijk staan samen op de tweede stek (125%). Ook in Ierland en Finland (elk 120%), Zweden (117%) en Frankrijk (115%) is naar de winkel gaan voor voedingswaren duurder.

De prijs in België ligt op 114 procent van het EU-gemiddelde. Brood- en graanproducten (115% van het gemiddelde voor die producten) en melk, eieren en kaas (113%) liggen in lijn met dat cijfer. Vlees lijkt dan weer duurder, met 126 procent van de prijs die daar gemiddeld voor betaald wordt in de Europese Unie. Enkel in Oostenrijk (146%), Luxemburg (142%) en Frankrijk (131%) ligt de vleesprijs nog hoger.

Vlees maar bijvoorbeeld ook brood is een voedingsmiddel waarvoor de prijsverschillen binnen de EU nog sterker uiteenlopen dan de gemiddelden doen vermoeden. Een Deen betaalt zijn brood drie keer duurder dan een Roemeen. Polen en Roemenen kopen hun vlees aan een prijs die 63 procent van het EU-gemiddelde is terwijl Oostenrijkers het diepst (146%) in hun portemonnee moeten tasten. Gemiddeld de laagste prijzen noteerde Eurostat in Roemenië, Polen, Bulgarije, Litouwen, Tsjechië en Hongarije.

Meer info: Eurostat