Delhaize eist schadevergoeding van Veviba

Supermarktketen Delhaize eist 6,5 miljoen euro schadevergoeding van vleesgroep Veviba, na het vleesschandaal eerder dit jaar. Delhaize stelt dat het producten moest terugroepen en vernietigen, een nieuwe leverancier moest zoeken en gezichtsverlies heeft geleden. Ook Veviba eist op zijn beurt een schadevergoeding van de supermarktketen, wegens contractbreuk.

De eis van Delhaize is gericht tegen twee slachthuizen die tot de Veviba-groep behoren, Abattoirs et Marché de Bastogne (AMB) en slachthuis Lancier in Rochefort. De supermarktketen daagt de slachthuizen voor de Franstalige Rechtbank van Koophandel. Na het uitbreken van het schandaal zette Delhaize de samenwerking met de Veviba-groep stop.

Supermarktketen Delhaize beslist om een schadevergoeding van 6,5 miljoen euro te eisen. Delhaize stelt dat het producten moest terugroepen en vernietigen, een nieuwe leverancier moest zoeken en gezichtsverlies heeft geleden. Slachthuis AMB beschuldigt Delhaize op zijn beurt van contractbreuk. Ook slachthuis Lancier eist een vergoeding voor onbetaalde facturen ter waarde van 650.000 euro.

Intussen heeft het FAVV het slachthuis AMB uit Bastenaken, dat sinds maart dicht was, opnieuw een vergunning gegeven. Onder strikte voorwaarden mag het bedrijf weer opstarten.