Discrepantie in zuivelmarkt zet zich door

De discrepantie in de zuivelmarkt zet zich verder door. De voorraden magere melkpoeder zijn historisch groot en dalen nauwelijks, terwijl de botervoorraad voor het eerst in 20 jaar bijna verdwenen is. In totaal ligt er ongeveer 395.000 ton magere melkpoeder in publieke voorraad en private opslag. De botervoorraad daarentegen daalde op een jaar tijd van ruim 92.000 ton tot net geen 1.369 ton. Dit heeft gevolgen voor de boterprijs die in eenzelfde tijdspanne verdubbelde.

Toen de zuivelmarkt in 2015 en 2016 in crisis was, heeft Europa heel wat magere melkpoeder opgekocht. In totaal gaat het om ongeveer 350.000 ton of 17 procent van het jaarlijks verhandelde volume magere melkpoeder. Daar bovenop ligt nog zo’n 37.000 ton in private opslag. Het product blijft dan in particuliere handen, maar de opslag wordt gesubsidieerd met Europese middelen. Het gaat om de hoogste volumes in interventie van de laatste 20 jaar. Sinds december vorig jaar heeft de Europese Commissie 140 ton melkpoeder uit de interventievoorraden verkocht. Toch lijkt ze niet geneigd om de voorraden verder af te bouwen, gezien de lage prijs van melkpoeder.

Bij boter is een omgekeerde beweging vast te stellen. Dit zuivelproduct wordt vlot verhandeld aan een hoge prijs. Dit heeft onder meer te maken met de positieve gezondheidsaspecten van boter die recente wetenschappelijke publicaties hebben aangetoond. Tegelijk stijgt de vraag naar kaas in de Aziatische wereld en kaas heeft botervet als deelcomponent. Dat heeft gevolgen voor de prijzen en de voorraden. Die eerste zijn meer dan verdubbeld op een week tijd, terwijl de voorraad met 1.396 ton historisch laag is. Een jaar voordien lagen die nog ruim 91.000 ton hoger.