Eetgewoonten wijzigen in alle lagen van de bevolking

In Nederland hoopt men dat Europa van zijn landbouwbeleid na 2020 een voedselbeleid wil maken. De nationale beleidsmakers sturen daarop aan, en de gerenommeerde onderzoeksinstelling Wageningen University & Research toont de weg met een publicatie van de professoren Pieter van ’t Veer, Krijn Poppe en Louise Fresco. Interessant is de argumentatie waarmee zij vijf misvattingen de wereld uit willen helpen. Om te beginnen het idee dat de verschillen in gezondheid die er bijvoorbeeld zijn tussen bevolkingsgroepen van verschillende sociale klassen een gegeven zijn waaraan niets te veranderen valt. Socio-economische verschillen in eetgewoonten en gezondheid lijken standvastig, maar veranderen, zij het dan traag.
28 augustus 2017  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:36
Lees meer over:

In Nederland hoopt men dat Europa van zijn landbouwbeleid na 2020 een voedselbeleid wil maken. De nationale beleidsmakers sturen daarop aan, en de gerenommeerde onderzoeksinstelling Wageningen University & Research toont de weg met een publicatie van de professoren Pieter van ’t Veer, Krijn Poppe en Louise Fresco. Interessant is de argumentatie waarmee zij vijf misvattingen de wereld uit willen helpen. Om te beginnen het idee dat de verschillen in gezondheid die er bijvoorbeeld zijn tussen bevolkingsgroepen van verschillende sociale klassen een gegeven zijn waaraan niets te veranderen valt. Socio-economische verschillen in eetgewoonten en gezondheid lijken standvastig, maar veranderen, zij het dan traag.

Algemeen geweten is dat mensen met een hogere levensstandaard dankzij hun gezondere eet- en leefgewoonten een langer leven beschoren is. Zo stelde een Brits onderzoek mannen een ouderdom van 85 jaar in het vooruitzicht indien zij tot de betere klassen behoren. Wie zijn boterham verdiende als arbeider zou drieënhalf jaar minder lang kunnen genieten van zijn pensioen. Bij vrouwen werd een gelijkaardig verschil van vier jaar in levensverwachting gevonden.

Zulk onderzoek is ook Europees al uitgevoerd en leverde gelijkaardige bevindingen op. Gemiddeld wordt een Europeaan 81 jaar oud maar dat varieert naargelang de lidstaat waar iemand woont. Een man wordt gemiddeld 69 tot 81 jaar en een vrouw 78 tot 86 jaar oud. In de Scandinavische landen en de landen rond de Middellandse Zee kunnen mensen het langst (83 jaar) van hun oude dag genieten. In Noord-West-Europa daalt de levensverwachting naar 79 jaar en in Oost-Europa is ze slechts 75 jaar.

Het verschil in levensverwachting is toe te schrijven aan ziekten die ouderen fataal worden. Die komen meer of minder voor naargelang de eetgewoonten en de levensstijl van een bevolkingsgroep. In Europa is overgewicht verantwoordelijk voor 6 tot 9 procent van de hart- en vaatziekten en kankers. De Wereldgezondheidsorganisatie schat dat de helft tot twee derde van de Europeanen lijdt aan overgewicht en 15 tot 30 procent zelfs obees genoemd kan worden. Bij kinderen zijn de cijfers niet veel gunstiger. Wereldwijd zijn grote boosdoeners voor de gezondheid op latere leeftijd een hoge bloeddruk, roken en alcohol. In dat lijstje hoort ook een ongezond eetpatroon thuis, en fysiek weinig actief zijn. Vooral een eetpatroon met een hoge zoutinname en weinig fruitconsumptie staat als risicovol te boek.

Verschillen in gezondheid bij de bevolking worden niet enkel op latere leeftijd zichtbaar. Hetzelfde zie je bij de kindersterfte, zelfs in Europa waar de kindersterfte in de ene lidstaat een tienvoud kan zijn van de sterfte in een andere lidstaat. Elders ter wereld zijn de verschillen nog meer uitgesproken naargelang de socio-economische situatie van een bevolkingsgroep, het geslacht van mensen en hun woonplaats (stad of platteland). De vraag die de universiteit van Wageningen opwerpt in het beleidsdocument ‘Towards a European Food and Nutrition Policy’ is of de socio-economische verschillen in eetpatroon en gezondheid onveranderlijk zijn. De drie gerenommeerde professoren Louise Fresco, Krijn Poppe en Pieter van ’t Veer zijn overtuigd van niet.

Zij argumenteren dat eet- en leefgewoonten wel degelijk evolueren, in alle lagen van de bevolking. Weliswaar gebeurt dat traag, zo traag dat de ziekten die nu hun tol eisen in armere landen in Europa sinds de middeleeuwen over hun hoogtepunt heen zijn. Eetgewoonten veranderen, klinkt het, dat is een trend die niet genegeerd kan worden. Ze zijn dynamisch en dat zowel bij individuen, een gemeenschap en een land. Finaal geldt ook voor het eetpatroon van de wereldbevolking dat het met mondjesmaat verandert.

In de middeleeuwen waren de meeste Europeanen landbouwers en aten zij wortels en knollen, pap, brood, een beetje vlees en dronken zij soep en bier. Pas vanaf het tijdperk van de grote ontdekkingsreizen (15-18e eeuw) zijn producten als aardappelen en tomaten in onze contreien geïntroduceerd. De voorbij eeuw is het Europese eetpatroon gewijzigd door Aziatische invloeden en volgt het de trends uit de VS. Tezelfdertijd wint het mediteraans dieet aan populariteit binnen Europa. Wat er op ons bord ligt, kan vandaag zo’n beetje van overal ter wereld komen.

Hoewel eetgewoonten kunnen wijzigen, blijft het voor een individu moeilijk om sterk af te wijken van wat een gangbaar menu is voor de meerderheid van de lokale gemeenschap waartoe hij of zij behoort. Dat kan verklaren waarom mensen die door de dokter gewaarschuwd worden voor diabetes nog vaak risicogedrag vertonen. Het doktersadvies en de hulp van een diëtist zou hen anderszins kunnen motiveren.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek