Eigenaar Hedwigepolder krijgt ongelijk over onteigening

De rechtbank Zeeland-West-Brabant hoeft niet opnieuw een besluit te nemen over de onteigening van de gronden in de Hedwigepolder. De overheid mag dus doorgaan met het onteigenen zodat de polder kan worden teruggegeven aan de natuur. Dat concludeert de Nederlandse Hoge Raad. De eigenaar van de grond in Zeeuws-Vlaanderen, landgenoot Gery De Cloedt, had bezwaar gemaakt tegen de plannen van de Nederlandse Staat omdat hij de grond wil behouden of desnoods zelf ontpolderen.
5 januari 2018  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:43
Lees meer over:

De rechtbank Zeeland-West-Brabant hoeft niet opnieuw een besluit te nemen over de onteigening van de gronden in de Hedwigepolder. De overheid mag dus doorgaan met het onteigenen zodat de polder kan worden teruggegeven aan de natuur. Dat concludeert de Nederlandse Hoge Raad. De eigenaar van de grond in Zeeuws-Vlaanderen, landgenoot Gery De Cloedt, had bezwaar gemaakt tegen de plannen van de Nederlandse Staat omdat hij de grond wil behouden of desnoods zelf ontpolderen.

De ontpoldering van de Hedwigepolder sleept al ettelijke jaren aan. In 2005 sloten Vlaanderen en Nederland een verdrag over de uitdieping van de Westerschelde. Die was nodig om de toegang tot de haven van Antwerpen te verbeteren. Ter compensatie van de uitdieping moest 295 hectare landbouwgrond omgezet worden in natuurgebied. In de Nederlandse provincie Zeeland ligt ontpoldering echter gevoelig en al gauw rees er fors protest. 

Politici in Nederland zochten lange tijd naar alternatieven, maar die stuitten op verzet van de Europese Commissie. Uiteindelijk werd beslist om de Hedwigepolder dan toch onder water te zetten. De eigenaar van deze polder, de Belg Gery De Cloedt, legde zich niet zomaar neer bij die beslissing en trok naar de rechtbank om de beslissing van de overheid aan te vechten. Hij wil het eeuwenoud familiebezit niet kwijt en stelde zelfs voor om de grond zelf te ontpolderen, met behoud van eigendom van de grond.

In eerste aanleg kreeg De Cloedt geen gelijk, maar toen de eigenaar in cassatie ging, vond de advocaat-generaal van de Hoge Raad dat die mogelijkheid eigenlijk niet goed was onderzocht en dat het besluit over de onteigening overgedaan moest worden. Meestal volgen de raadsheren van de Hoge Raad het advies de advocaat-generaal wel, maar deze keer dus niet. De grond mag worden onteigend, besloot de Hoge Raad, en De Cloedt mag niet zelf ontpolderen. “Het gaat immers om een groot infrastructureel waterwerk, waarmee de openbare veiligheid is gemoeid”, zo redeneerde de Hoge Raad. Met deze uitspraak is de onteigening nu definitief.

Aan het Financieele Dagblad zegt De Cloedt zijn advocaat, Hans Mieras, niet verbaasd te zijn over het vonnis. Gewoonlijk volgt de Hoge Raad de aanbeveling van de advocaat-generaal en dat was hier niet het geval, “maar de politieke druk was erg groot”, zegt Mieras. Zijn cliënt heeft nog altijd de mogelijkheid om bij het Europees Hof van de Rechten van de Mens in beroep te gaan, maar de advocaat meent dat hiermee de onteigening niet meer kan tegengehouden worden. “Als De Cloedt over een paar jaar alsnog in het gelijk wordt gesteld, zal hij hoogstens op een hogere schadevergoeding kunnen rekenen”, zegt hij aan het Financieele Dagblad. 

De procedure over de schadevergoeding voor de onteigening moet nog gevoerd worden. De Nederlandse Staat zou De Cloedt al 15 miljoen euro geboden hebben voor de 295 hectare landbouwgrond, maar die gaat daarmee niet akkoord. Via zijn raadsman liet hij weten dat de polder voor hem 800 miljoen euro waard is. Volgens De Cloedt heeft de polder een industriële waarde omdat die van strategische waarde is voor de haven van Antwerpen. De waardering van 15 miljoen euro zou gebaseerd zijn op de landbouwwaarde.  

Bron: Eigen verslaggeving/Belga/NRC Handelsblad

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek