"Enkel landbouw wordt gevraagd minder te produceren"

Het is heel merkwaardig dat we van de landbouwsector vragen om de vleesproductie te reduceren, terwijl minder produceren van geen enkele andere economische sector wordt verwacht. ArcelorMittal stoot alleen al met zijn fabriek in Gent meer CO2 uit dan de totale landbouwsector, terwijl ik nog nooit gehoord heb dat we de productie van ArcelorMittal moeten reduceren.” Dat zei Joris Relaes, administrateur-generaal van ILVO, tijdens een hoorzitting in de commissie Landbouw van het Vlaams Parlement over duurzame en betaalbare productie van gezond voedsel.
21 maart 2019  – Laatste update 4 april 2020 15:46

Het is heel merkwaardig dat we van de landbouwsector vragen om de vleesproductie te reduceren, terwijl minder produceren van geen enkele andere economische sector wordt verwacht. ArcelorMittal stoot alleen al met zijn fabriek in Gent meer CO2 uit dan de totale landbouwsector, terwijl ik nog nooit gehoord heb dat we de productie van ArcelorMittal moeten reduceren.” Dat zei Joris Relaes, administrateur-generaal van ILVO, tijdens een hoorzitting in de commissie Landbouw van het Vlaams Parlement over duurzame en betaalbare productie van gezond voedsel.

Nadat Bayer in januari in het Vlaams Parlement mocht komen uitleggen welke inspanningen het levert om het productieproces in de landbouwsector te verduurzamen, was het deze keer de beurt aan het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) en Wervel, de beweging voor rechtvaardige en verantwoorde landbouw, om hun visie op duurzame landbouwproductie te duiden. In het kader van deze hoorzitting kwam ook de rol van landbouw in het klimaatdebat ter sprake.

Voor Joris Relaes, administrateur-generaal van ILVO, vormde dit de aanleiding om een aantal zaken in perspectief te plaatsen. “De melkveehouderij is vaak kop van Jut in het klimaatdebat. Maar als we de melkproductie in Europa vergelijken met die in India, dan zien we dat ze in 2016 allebei 160 miljard liter melk hebben geproduceerd. Maar in India heeft men 122 miljoen koeien nodig om die hoeveelheid te produceren, terwijl Europa het kan met 23 miljoen koeien. In het kader van methaanuitstoot betekent dat een wereld van verschil.”

Daarom vindt Relaes dat de wet van de comparatieve voordelen ook moet toegepast worden in het klimaatdebat. “Op wereldniveau zijn er afspraken gemaakt over de klimaatdoelstellingen en die wil men rechtstreeks vertalen naar landenniveau. Maar waarom zou je de landbouw in België en Nederland, zowat de beste plaatsen ter wereld om aan landbouw te doen, afbouwen ten voordele van andere regio’s waar de productie veel minder efficiënt kan? Het zou ook absurd zijn om aan Nieuw-Zeeland te vragen om de melkproductie te halveren, want nergens ter wereld is men beter in melk produceren dan daar.”

Bovendien vindt de ILVO-baas het merkwaardig dat enkel aan de landbouwsector wordt gevraagd om de productie te beperken door bijvoorbeeld quota in te voeren. “Ik heb nog nooit iemand horen zeggen dat staalproducent ArcelorMittal zijn productie moet halveren als antwoord op het klimaatprobleem. Terwijl alleen al de fabriek van ArcelorMittal in Gent meer CO2 uitstoot dan de totale landbouwsector. En dan heb ik het enkel over de fabriek in Gent, die in Luik laat ik nog buiten beschouwing.”

Landbouw is volgens hem ook de enige sector waarvan de export in vraag wordt gesteld. “Ik heb nog nooit een gelijkaardige suggestie gehoord voor andere economische sectoren. Hoe wordt er vanuit een perspectief van duurzaamheid naar de chemische industrie gekeken? Alle olie die daar gebruikt wordt, wordt ingevoerd uit het Nabije Oosten. Daarvan worden plastic korrels gemaakt die op hun beurt allemaal geëxporteerd worden. De landbouw exporteert maar een deel, terwijl in de chemische industrie alles wordt uitgevoerd.”

Daarmee doelt Relaes op de vleesproductie die in Vlaanderen in vraag wordt gesteld. Een aantal politieke partijen en ngo’s ijveren voor een afbouw van de veestapel. Het feit dat de veehouderij sterk afhankelijk is van buitenlandse eiwithoudende gewassen voor voeders en dat een groot deel van de vleesproductie wordt geëxporteerd, wordt door hen vanuit het oogpunt van duurzaamheid in vraag gesteld. “Ze verliezen ook uit het oog dat het niet de landbouw is die exporteert, maar wel de voedingsindustrie. Maar naar de voedingsindustrie wordt altijd met de nodige trots verwezen, aangezien het samen met de chemische industrie de grootste industrie is in Vlaanderen”, stelt hij.

Dat neemt volgens Joris Relaes niet weg dat landbouw alle zeilen moet bijzetten om zijn klimaatimpact te verkleinen. “Bij ILVO zetten we daar volop op in. Daarbij willen we geen grote discussies aangaan over welke richting de land- en tuinbouw uit moet, wel willen we werken aan oplossingen die in elk scenario dienstig kunnen zijn.” Hij verwijst onder meer naar het onderzoek rond methaanuitstoot waarbij ILVO-onderzoekers erin geslaagd zijn om in proefopstelling de uitstoot van methaan door koeien met 34 procent te verminderen door aan het voeder en het management te sleutelen.

“Wel is de maatschappij heel ongeduldig. We hebben jarenlang getalmd om het klimaatprobleem aan te pakken en nu wil men van vandaag op morgen een oplossing. We overschatten vaak wat er op één jaar kan gebeuren, maar we onderschatten dan weer wat er op tien jaar kan gerealiseerd worden”, besluit Relaes hoopvol.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek