EU-akkoord over visquota in 2017

De Europese ministers van Visserij hebben de nieuwe vangstmogelijkheden voor 2017 vastgelegd. Vooral in de Noordzee worden de quota voor onder meer tong, kabeljauw, rog en pladijs opgetrokken, terwijl de quota voor verschillende vissoorten in het Engels Kanaal, de Keltische en de Ierse Zee dalen. Met de quota wil Europa zorgen voor een duurzaam visbestand en overbevissing tegengaan. De Rederscentrale laat alvast weten dat het zich kan vinden in de nieuwe quota. 

Elk jaar in december beslist Europa hoeveel vis de verschillende lidstaten het komende jaar mogen opvissen in de verschillende visgebieden. Het doel van de quota bestaat erin om de visbestanden verder op een duurzaam niveau te brengen en overbevissing te voorkomen. De beslissingen van de Visserijraad worden onderbouwd door wetenschappelijke adviezen. Onderzoeksinstellingen, waaronder het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO), verzamelen gegevens over de aangroei van de visbestanden, het aantal geslachtsrijpe jonge dieren en de hoeveelheid die opgevist kan worden binnen het toegekend vangstrecht of quotum. 

Daaruit blijkt dat er goed nieuws is voor de Belgische vissers die vissen in de Noordzee. De bestanden van tong, kabeljauw, rog en pladijs in de Noordzee zijn gezond, wat geleid heeft tot een verhoging van het quotum voor tong met 22 procent, voor kabeljauw met 15 procent, voor rog met 5 procent en een status quo voor pladijs. Het bestand voor pladijs bevond zich de afgelopen vijf jaar op een historisch hoog niveau. Niet onbelangrijk voor de Belgische reders, want dit zijn voor hen de belangrijkste vissoorten. 

Minder goed is het gesteld met de visbestanden in het Oostelijk deel van het Engels Kanaal: daar worden de quota naar beneden gehaald, met 19,5 procent voor pladijs en 15 procent voor tong. De kabeljauw in de Keltische Zee blijft kwetsbaar en de vangstmogelijkheden dalen er met 38 procent. En in de Ierse Zee blijft het net zoals vorig jaar verboden om op tong te vissen, behalve voor wetenschappelijke doeleinden. 

“Het behouden van een duurzaam visbestand is voor mij belangrijk: bij een gezond bestand wordt van een vissoort niet meer opgevist dan er opnieuw aangroeit”, aldus bevoegd Vlaams minister Joke Schauvliege. “Dankzij de inspanningen van onze vissers door selectief te vissen en door kwetsbare bestanden te beschermen, bereiken wij in de meeste gebieden dit niveau nu reeds. Bij kwetsbare bestanden blijven wij extra voorzichtig en vermijden we overbevissing.” 

De vissers reageren bij monde van de Rederscentrale positief. “Het politiek akkoord ligt in lijn met de wetenschappelijke adviezen”, aldus de Rederscentrale. "Het is bemoedigend te kunnen samenwerken met de minister en haar teamleden die met alle aspecten rekening houden”, zegt Urbain Wintein, voorzitter van de Rederscentrale. "Dat heeft als resultaat gegeven dat de vangstmogelijkheden van de stocks die voor ons van belang zijn op een correcte manier zijn vastgelegd. We beseffen dat de wetenschappelijke modellen niet perfect kunnen weergeven wat de realiteit op zee is, maar de inspanningen van de vissers en het respecteren van afspraken, hebben duidelijk resultaat opgeleverd.”

“Het aantal vissersvaartuigen is de laatste decennia meer dan gehalveerd, de stocks verbeteren zichtbaar en de nu vastgelegde quota voor volgend jaar zullen bijdragen aan het traject naar maximaal duurzame opbrengsten, hét streefdoel van het visserijbeleid”, aldus Emiel Brouckaert, directeur van de Rederscentrale. “Dit reflecteert dat vissers de gemaakte afspraken volgen en dat iedereen er mag op rekenen dat elke vis die aangeboden wordt op een verantwoorde manier is gevangen.”