EU-Parlement wil ambitieus hernieuwbaar energiebeleid

Het Europees Parlement toonde zich ambitieus bij de voorbereiding van de nakende onderhandelingen met de lidstaten over hernieuwbare energie. Ze willen dat 35 procent van de Europese energieconsumptie tegen 2030 uit hernieuwbare bronnen wordt gehaald. De lidstaten houden het op 27 procent. Daarnaast moet ook de energie-efficiëntie met 35 procent omhoog tegen 2030. Verder wil het Parlement een totale uitfasering van het gebruik van palmolie voor de productie van biobrandstoffen tegen 2021.
17 januari 2018  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:43
Lees meer over:

Het Europees Parlement toonde zich ambitieus bij de voorbereiding van de nakende onderhandelingen met de lidstaten over hernieuwbare energie. Ze willen dat 35 procent van de Europese energieconsumptie tegen 2030 uit hernieuwbare bronnen wordt gehaald. De lidstaten houden het op 27 procent. Daarnaast moet ook de energie-efficiëntie met 35 procent omhoog tegen 2030. Verder wil het Parlement een totale uitfasering van het gebruik van palmolie voor de productie van biobrandstoffen tegen 2021. 

In het Europees Parlement vond een belangrijke stemming plaats in de voorbereiding van de onderhandelingen met de lidstaten over de doelstellingen inzake hernieuwbare energie. De belangrijkste doelstellingen die tijdens de plenaire zitting van het Parlement werden goedgekeurd: minimum 35 procent van de totale energiemix moet hernieuwbaar zijn tegen 2030 en ook de energie-efficiëntie moet tegen 2030 met 35 procent naar omhoog. Aan de lidstaten wordt gevraagd om in functie van die doelstellingen eigen nationale doelstellingen te voorzien.

Dat is niet enkel nodig om de klimaatdoelstellingen van Parijs te halen, zo vindt een meerderheid in het halfrond, maar ook om de Europese afhankelijkheid van buitenlandse energie af te bouwen. Die kost Europa nu 350 miljard euro per jaar. Het Europese halfrond sprak zich daarnaast ook uit voor een totale uitfasering van het gebruik van palmolie voor de productie van biobrandstoffen tegen 2021. Ook schuiven de parlementsleden maatregelen naar voor om het aanwenden van voedselgewassen voor de productie van biobrandstoffen aan banden te leggen. De bovengrens voor het gebruik voor wegtransport van biobrandstoffen van de eerste generatie wordt op 7 procent gelegd.

Geavanceerde biobrandstoffen, die in mindere mate concurreren met voedselgewassen, hernieuwbare transportbrandstoffen van niet-biologische afkomst, fossiele brandstoffen op basis van afval en hernieuwbare elektriciteit moeten tegen 2021 minstens 1,5 procent van de energiemix voor transport uitmaken, tegen 2030 moet dat 10 procent zijn. Daarnaast moeten 90 procent van de tankstations langs de belangrijkste Europese snelwegen tegen 2022 uitgerust zijn met performante laadpunten voor elektrische voertuigen.

Ondanks de oproep van honderden wetenschappers, tenslotte, wil het Europees Parlement geen dam opwerpen tegen het verbranden van bomen voor hernieuwbare energie. Milieuorganisaties reageren ontgoocheld dat de volksvertegenwoordigers geen maatregelen verdedigen tegen het verbranden van boomstammen en -stronken in biomassacentrales. “Bomen slaan immers CO2 op en zijn op die manier nuttiger in de strijd tegen klimaatverandering”, zo klinkt het. Aan de lidstaten wordt nog gevraagd om aan de Commissie een nationaal energie- en klimaatplan te bezorgen voor de periode 2021-2030.

Bron: eigen verslaggeving / Belga

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek