Europa maakt prioriteitenlijstje voor landbouwonderzoek

Vorige maand organiseerde de Europese Commissie een workshop op de Wereldtentoonstelling in Milaan om de discussie op gang te brengen over de toekomst van het landbouwonderzoek. Het achtergronddocument van de Commissie dat als leidraad diende, doet vermoeden dat agro-ecologie ook in de definitieve visietekst naar voren geschoven zal worden als een prioriteit. Begin volgend jaar weten we dat met zekerheid. Professor Erik Mathijs (KU Leuven) heeft het nu al over “een belangrijk nieuwsfeit” in de wetenschap dat agro-ecologie tot dusver onderbelicht bleef. De Leuvense landbouweconoom trok naar Milaan met de eerste resultaten van een toekomstverkenning van de ‘biobased economy’ die de EU bestelde. Met de bio-economie kan het verschillende richtingen uit gaan, van een florissante bedrijvigheid die zijn grondstoffenaanvoer verzekerd weet tot een absoluut gebrek aan animo bij investeerders, bijvoorbeeld omdat zonne-energie de concurrentiestrijd met glans wint. Mathijs buigt zich over de vraag of de Europese onderzoeksagenda ‘future proof’ is in het licht van die mogelijke ontwikkelingen.
12 juli 2015  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:22

Vorige maand organiseerde de Europese Commissie een workshop op de Wereldtentoonstelling in Milaan om de discussie op gang te brengen over de toekomst van het landbouwonderzoek. Het achtergronddocument van de Commissie dat als leidraad diende, doet vermoeden dat agro-ecologie ook in de definitieve visietekst naar voren geschoven zal worden als een prioriteit. Begin volgend jaar weten we dat met zekerheid. Professor Erik Mathijs (KU Leuven) heeft het nu al over “een belangrijk nieuwsfeit” in de wetenschap dat agro-ecologie tot dusver onderbelicht bleef. De Leuvense landbouweconoom trok naar Milaan met de eerste resultaten van een toekomstverkenning van de ‘biobased economy’ die de EU bestelde. Met de bio-economie kan het verschillende richtingen uit gaan, van een florissante bedrijvigheid die zijn grondstoffenaanvoer verzekerd weet tot een absoluut gebrek aan animo bij investeerders, bijvoorbeeld omdat zonne-energie de concurrentiestrijd met glans wint. Mathijs buigt zich over de vraag of de Europese onderzoeksagenda ‘future proof’ is in het licht van die mogelijke ontwikkelingen.

Landbouwonderzoek wordt stevig ondersteund door Europa. In het Europese subsidieprogramma Horizon2020 stijgt het budget voor de onderzoeksdomeinen landbouw, visserij en voeding naar 3,85 miljard euro. De totale omvang van dit programma voor onderzoek en innovatie in Europa bedraagt ruim 70 miljard euro voor de periode 2014-2020. Horizon2020 is de opvolger van het Zevende Kaderprogramma dat 1,94 miljard euro reserveerde voor agrovoedingsonderzoek. De grootteorde van de bedragen die uitgetrokken worden, maakt dat Europa niet alleen degelijk onderzoek verlangt maar ook dat onderzoekers werken op de juiste thema’s. Dat spreekt vanzelf zou je denken, maar de kunst is om vandaag een prioriteitenlijstje voor het landbouwonderzoek te maken waarvan in 2020 blijkt dat het nog steeds aan actuele noden beantwoordt. De Europese Commissie heeft die oefening in alle ernst opgevat en startte in juni met een workshop. Die vond plaats in Milaan en sloot aan bij het thema van de Wereldtentoonstelling: ‘Feeding the planet – Energy for life’.

Volgens professor Erik Mathijs, landbouweconoom aan de KU Leuven, heeft de workshop een eerste visietekst over het landbouwonderzoek in Europa opgeleverd. Hij kijkt alvast uit naar de conferentie in Brussel, eind januari 2016, omdat de langetermijnstrategie daar definitief vorm zal krijgen. Dat ‘ecological approaches at farm and landscape levels’ als één van de vijf grote prioriteiten wordt aangestipt, vindt Mathijs alvast een belangrijk gegeven. “Tot dusver bleef agro-ecologie onderbelicht in het Europese landbouwonderzoek.” Agro-ecologie omvat landbouwpraktijken en -systemen die optimaal gebruikmaken van ecosysteemdiensten zoals bestuiving en bodemvruchtbaarheid om zo het gebruik van fossiele brandstoffen, kunstmest en chemische gewasbeschermingsmiddelen drastisch te reduceren. Biolandbouw is een pionier op dat vlak zodat die sector zich graag presenteert als het uithangbord van de beoogde ecologische intensivering. Agro-ecologie vertrekt van een holistische kijk op productiesystemen en gaat niet alleen over technische oplossingen. Daardoor onderscheidt het zich van precisielandbouw. Een agro-ecologische landbouw vergt minder inputs maar is kennisintensief.

“Van agro-ecologisch onderzoek een prioriteit maken, strookt met de aanbevelingen die we doen in een toekomstverkenning van de bio gebaseerde economie in opdracht van de EU, meer bepaald het Standing Committee on Agricultural Research (SCAR)”, zegt professor Mathijs. De resultaten van die studie worden in oktober toegelicht, maar gelet op hun belang voor toekomstig landbouwonderzoek besprak Mathijs ze een eerste keer in Milaan. Het heet een toekomstverkenning omdat de Europese strategie voor de ‘biobased economy’ naast de Europese onderzoeksagenda wordt gelegd, waaruit dan de vraag volgt hoe de bio-economie zal evolueren en wat dat zal betekenen voor het landbouwonderzoek. Bij gebrek aan een glazen bol is dat een kwestie van scenario’s ontwikkelen en op basis daarvan analyseren of de Europese aanpak ‘future proof’ is.

De Leuvense professor legt uit dat de studie vertrekt van drie scenario’s: van een sterk gestegen vraag naar biomassa bij een voldoende groot aanbod tot schaarste aan biomassa maar ook een scenario waarin de vraag naar biomassa wegkwijnt door het doorbreken van andere technologie. Dat laatste kan bijvoorbeeld het geval zijn als zonne-energie qua efficiëntie het pleit wint. Mathijs en zijn collega’s kwamen tot de conclusie dat de Europese onderzoeksagenda de juiste accenten legt in het licht van de drie uitgetekende scenario’s. Dat is zo voor een scenario waarin de bio-economie zich probleemloos ontwikkelt aangezien land- en bosbouw en aquacultuur de sterk gestegen vraag kunnen matchen met een groter aanbod. Maar het zit ook goed met de Europese aanpak in het geval biomassa schaars wordt omdat een goed draaiende bio-economie zijn grondstoffenaanvoer ernstig verstoord weet. Mogelijke oorzaken zijn de klimaatverandering of de maatschappelijke weerstand tegen ggo’s.

Het resultaat van de toekomstverkenning betekent niet dat Europa op zijn twee oren mag slapen wat de bio-economie en de rol van landbouw(onderzoek) daarin betreft. “Iets dat sterk gaat meespelen, is governance”, zegt professor Erik Mathijs. “Begrijp dat niet alleen als beleid of regulering van overheidswege maar ook als de antwoorden die het bedrijfsleven en de maatschappij formuleren op de problemen die zich stellen.” Zo is het opletten geblazen dat de bio-economie niet zodanig evolueert dat het de diversiteit van de landbouw in Europa ondermijnt. “Ontbreekt het aan governance, dan dreig je in een vrije of gesubsidieerde biobrandstoffenmarkt voedselgewassen of ingevoerd hout te gebruiken voor het opwekken van energie terwijl er meer hoogwaardige toepassingen bestaan.” Verder mogen overheid en bedrijfsleven niet alleen oog hebben voor en investeren in grootschalige toepassingen van biomassa. “Het merendeel van de boeren in Europa heeft geen baat bij een economie die biomassa exploiteert op dezelfde grootschalige wijze als olie”, weet Mathijs. “Van landbouwers wordt dan alleen verwacht dat ze zo goedkoop mogelijk biomassa produceren die in de havens van Antwerpen en Rotterdam gebruikt zal worden voor laagwaardige toepassingen.” Je hoeft maar aan pocketvergisters te denken om te begrijpen dat er voor de boer meer in zit.

De workshop in Milaan betekent de start van een brede discussie over het landbouwonderzoek in Europa. De volgende belangrijke afspraak is zoals hierboven al aangekondigd een conferentie in Brussel, eind januari 2016. Jerzy Plewa, hoofd van het directoraat-generaal Landbouw van de Europese Commissie, koestert alvast hoge verwachtingen voor een onderzoeksagenda die blijk geeft van een langetermijnstrategie. “Het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het onderzoek kunnen zo beter aansluiten op de andere Europese beleidsdoelstellingen. Het door Europa gecoördineerde onderzoek kan het werk dat binnen landsgrenzen gebeurt vervolledigen. Behalve efficiëntiewinsten voorspelt de EU-functionaris meer continuïteit in het landbouwonderzoek en, de Europese innovatiepartnerschappen indachtig, ook een betere doorstroming van onderzoeksresultaten naar de praktijk.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek