FAVV krijgt toegang tot controles buitenlandse labo's

Het federaal Voedselagentschap (FAVV) zal binnenkort bij buitenlandse laboratoria op elk moment de resultaten kunnen opvragen van analyses die deze uitvoerden op producten van Belgische voedingsbedrijven die verdacht worden van fraude. Dat heeft minister van Landbouw Denis Ducarme (MR) in de bevoegde Kamercommissie gezegd. De maatregel moet ervoor zorgen dat Belgische bedrijven minder geneigd zullen zijn om een beroep te doen op buitenlandse laboratoria voor hun analyses.

Na aanleiding van de fraude bij vleesbedrijf Veviba schreven de kranten Het Laatste Nieuws en De Morgen eind maart dat meer Belgische voedingsbedrijven een beroep doen op buitenlandse laboratoria omdat deze niet verplicht zijn afwijkingen te melden aan het Voedselagentschap. Dat spreekt minister Ducarme tegen, nu daarover parlementaire vragen kwamen van Nele Lijnen (Open Vld), Annick Lambrecht (sp.a) en Anne Dedry (Groen). Afwijkende controles moeten steeds gemeld worden aan het FAVV, zowel door het voedingsbedrijf als door het laboratorium.

België is in Europa een pionier als het gaat over de meldingsplicht voor laboratoria. “Het gaat om een bijkomende veiligheid, bovenop de meldingsplicht voor de bedrijven uit de voedselketen. Zo heeft het Voedselagentschap in 2017 ongeveer 1.000 meldingen ontvangen van ongeveer 700 bedrijven of laboratoria. De meldingsplicht vormt één van de pijlers van ons voedselveiligheidssysteem. Het is van fundamenteel belang dat die nauwgezet wordt toegepast”, aldus de federale minister van Landbouw. Wordt de meldingsplicht niet toegepast, dan kunnen er administratieve boetes worden opgelegd of is vervolging door justitie mogelijk.

Toch wil Ducarme het koninklijk besluit over autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen aanpassen. “Bedrijven die een beroep doen op buitenlandse laboratoria zullen voortaan moeten vastleggen in een contract dat de vereisten inzake vertrouwelijkheid niet van toepassing zijn ten opzichte van het FAVV”, klinkt het. Dat betekent dat het Voedselagentschap op elk moment de analyseresultaten kan opvragen bij buitenlandse laboratoria van bedrijven die verdacht worden van fraude. Het principe van vrije concurrentie in de EU laat immers niet toe om Belgische bedrijven te verplichten om uitsluitend samen te werken met Belgische labo’s.