Filipino's willen meer zelfvoorzienend worden in melk

De Filipijnen voeren bijna al hun melk in uit het buitenland. Om het tij te keren, versterkt Trias op het eiland Luzon een coöperatie van een 100-tal melkveehouders. Met de steun van Trias investeert de coöperatie in de belangenverdediging en bedrijfsvoorlichting voor haar melkveehouders. Melk kan een belangrijke bijdrage leveren in de strijd tegen ondervoeding, maar op de Filipijnen hebben de overheid en privé-investeerders er nooit een prioriteit van gemaakt. Het gevolg is dat 99 procent van de nationale consumptie ingevoerd wordt uit het buitenland.
22 oktober 2018  – Laatste update 14 september 2020 14:47
Lees meer over:

De Filipijnen voeren bijna al hun melk in uit het buitenland. Om het tij te keren, versterkt Trias op het eiland Luzon een coöperatie van een 100-tal melkveehouders. Met de steun van Trias investeert de coöperatie in de belangenverdediging en bedrijfsvoorlichting voor haar melkveehouders. Melk kan een belangrijke bijdrage leveren in de strijd tegen ondervoeding, maar op de Filipijnen hebben de overheid en privé-investeerders er nooit een prioriteit van gemaakt. Het gevolg is dat 99 procent van de nationale consumptie ingevoerd wordt uit het buitenland.

Begin dit jaar lanceerde het Filipijnse landbouwministerie de doelstelling om tegen 2022 tien procent van de nationale zuivelbehoefte te dekken met lokale productie. Er worden budgetten vrijgemaakt voor de invoer van koeien en de bouw van installaties voor zuivelverwerking. “We hebben al dieren gekregen uit Nieuw-Zeeland en recent zijn er nog toegekomen uit Mexico”, zegt Santiago Cervantes, een 64-jarige boer die aan het hoofd staat van van de Bicol Federation of Dairy Cooperatives (BFDC), een koepel van acht coöperaties die samen 4.200 boeren vertegenwoordigen. Slechts een klein deel van hen heeft de stap naar de melkproductie al gezet.

Met de steun van Trias investeert de coöperatie in zijn leden-melkveehouders. “We leren onze boeren dat melk kan helpen om de ecologische cirkel op hun bedrijf rond te maken. De eigen rundermest vervangt de aankoop van kunstmest”, vertelt Santiago, die zelf een kijk- en leerboerderij runt van drie hectare met evenveel koeien. Het voorbije jaar heeft hij op zijn bedrijf 1.500 boeren en ambtenaren wegwijs gemaakt in de kneepjes van de melkveehouderij. Ook marketing is een grote uitdaging voor de Filipijnse melkveehouders. Jongeren ontvluchten massaal het platteland omdat de boeren hun gewassen aan lage prijzen verkopen aan tussenhandelaars. Daarom heeft BFDC geïnvesteerd in een verwerkingsinstallatie waar gemiddeld 120 liter melk per dag verwerkt wordt tot verse consumptiemelk, pudding, yoghurt, ijs en witte kaas.

Santiago gelooft in de groeikansen van zijn federatie. Als voorzitter voert hij campagne om meer boeren warm te maken voor melk. Hij rekent op de import van nog meer runderen en ook de zuivelinstallatie moet verder uitgebouwd worden. “Om onze jongeren een toekomst te geven in eigen streek moet het hele plaatje kloppen”, vertelt Santiago. 31 procent van de Filipino's leeft onder de armoedegrens en op het platteland is de toestand soms schrijnend. Op de vraag of hij optimistisch is voor de toekomst, antwoordt Santiago toch volmondig ja. “In onze federatie zie ik boeren die duidelijke stappen vooruit zetten, dat schenkt voldoening. En ik reken op de steun van Trias om op de ingeslagen weg verder te gaan, tot we op eigen benen staan.”

De projecten van Trias Filipijnen worden financieel ondersteund door de Europese Unie, de Belgische Ontwikkelingssamenwerking, de Finse overheid, AgriCord, IFAD, Mathieu Gijbels, de gemeente Londerzeel en de provincie Limburg.

Bron: |

In samenwerking met: Trias

Beeld: Trias

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek