GAIA dagvaardt FAVV voor toelaten "pop-up slachthuizen"

Dierenrechtenorganisatie GAIA dagvaardt het Voedselagentschap vanwege de vergunningen die het verleent aan tijdelijke slachtinrichtingen voor het onverdoofd slachten van dieren tijdens het islamitische Offerfeest. GAIA hekelde deze inrichtingen eerder als ‘pop-up’-slachthuizen, en spande reeds rechtszaken aan tegen twee van dergelijke slachtvloeren in Genk en Beringen. GAIA krijgt steun van slachthuizenfederatie FEBEV die zegt dat de eisen waaraan de tijdelijke slachtinrichtingen moeten voldoen minder strikt zijn. Daardoor zouden ze oneerlijke concurrentie zijn voor de reguliere slachthuizen. Het Voedselagentschap verzekert dat elk slachthuis op dezelfde manier gecontroleerd wordt.

Politiek is er een akkoord tussen de meerderheidspartijen over een verbod op het onverdoofd slachten van dieren in het kader van religieuze tradities. GAIA duwt echter door om zo snel mogelijk een einde te stellen aan de praktijk. De dierenrechtenorganisatie dagvaardt namelijk het Voedselagentschap (FAVV) vanwege de erkenningen als slachthuis die het verleent aan tijdelijke slachtinrichtingen. GAIA krijgt steun van slachthuizenfederatie FEBEV die zegt dat de eisen waaraan de tijdelijke slachtinrichtingen moeten voldoen minder strikt zijn waardoor ze oneerlijke concurrentie vormen.

De voorbije twee jaren verleende het FAVV een vergunning aan minstens vier tijdelijke slachtinrichtingen: twee in Genk en Beringen, één in Antwerpen en de mobiele slachtinrichting in Brussel. Hier werden tijdens het islamitische Offerfeest gedurende twee dagen schapen onverdoofd geslacht in een loods die omgebouwd was tot slachtvloer. Onverdoofd ritueel slachten mag vooralsnog enkel uitgevoerd worden in erkende slachthuizen die strikt aan de Europese regelgeving beantwoorden. Maar, zo benadrukt GAIA, het gaat hier om inrichtingen die onmogelijk kunnen voldoen aan het begrip slachthuis zoals opgenomen in de Europese regelgeving.

Volgens GAIA wordt een loopje genomen met de erkenning omdat tal van voorwaarden op voorhand niet te beoordelen zijn, terwijl men weet dat van enige nacontrole op de slachtactiviteiten – die binnen de drie maanden moet plaatsvinden – geen sprake zal zijn. Het Voedselagentschap benadrukt dat voor tijdelijke en permanente slachthuizen dezelfde regels gelden. “We controleren elk slachthuis op dezelfde manier”, zegt woordvoerder Katrien Beullens. “Voor het aanvatten van de slachtactiviteit voeren wij een controle uit en geven we een voorwaardelijke erkenning. De definitieve erkenning volgt na de tweede controle. Is een slachthuis inmiddels niet meer actief, dan kan die tweede controle niet meer plaatsvinden. Wij wachten het oordeel van de rechter af.”

Donderdag raakte bekend dat de tijdelijke slachtinrichting voor onverdoofd slachten in Beringen niet meer zal heropenen omdat er geen professionele slachters gevonden worden.