"Geen verdeeldheid zaaien tussen stad en platteland"

De Vlaamse bouwmeester is duidelijk opgetogen met de ‘betonstop’, zoals de aanpak van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen misschien wat kort door de bocht omschreven wordt. Simultaan liet Leo Van Broeck in de kranten het ballonnetje op om het kadastraal inkomen van huizen in de stad te verlagen en van huizen op het platteland te verhogen. Vandaag is dat precies omgekeerd en is eenzelfde huis in de stad duurder. De bezorgdheid om de open ruimte deelt plattelandsbeweging Landelijke Gilden met de architect-bouwmeester. Voorzitter Sonja De Becker valt wel over het tegen elkaar uitspelen van stad en platteland, “alweer”, zo voegt ze er aan toe. Iedereen naar de stad is volgens haar geen goed idee. “Inzetten op wonen in kernen is dat wél, zowel in de stad als op het platteland”, schrijft ze in een opiniestuk in De Morgen.
2 december 2016  – Laatste update 14 september 2020 14:37

De Vlaamse bouwmeester is duidelijk opgetogen met de ‘betonstop’, zoals de aanpak van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen misschien wat kort door de bocht omschreven wordt. Simultaan liet Leo Van Broeck in de kranten het ballonnetje op om het kadastraal inkomen van huizen in de stad te verlagen en van huizen op het platteland te verhogen. Vandaag is dat precies omgekeerd en is eenzelfde huis in de stad duurder. De bezorgdheid om de open ruimte deelt plattelandsbeweging Landelijke Gilden met de architect-bouwmeester. Voorzitter Sonja De Becker valt wel over het tegen elkaar uitspelen van stad en platteland, “alweer”, zo voegt ze er aan toe. Iedereen naar de stad is volgens haar geen goed idee. “Inzetten op wonen in kernen is dat wél, zowel in de stad als op het platteland”, schrijft ze in een opiniestuk in De Morgen.

Vlaams bouwmeester Leo Van Broeck toont zich een fan van het nieuwe Beleidsplan Ruimte Vlaanderen dat de resterende open ruimte in Vlaanderen beter wil beschermen. Volgens Van Broeck moet je daartoe wonen in de stad goedkoper en aantrekkelijker maken. De onroerende voorheffing die eigenaars vandaag betalen op het kadastraal inkomen van hun woning doet precies het omgekeerde. Het zogenaamde ‘KI’ van een huis in de stad ligt hoger dan voor een soortgelijk huis op het platteland. “Dat klopt niet. Ook andere kosten moeten in rekening worden gebracht. De aanleg van nutsleidingen naar een afgelegen perceel moet duurder worden”, vindt de bouwmeester.

Hoewel Landelijke Gilden met de Vlaamse bouwmeester de bezorgdheid om het behoud van open ruimte gemeen heeft, is men in Leuven toch niet gelukkig met de uitspraken van de bouwmeester. Alweer niet, en voorzitter Sonja De Becker legt ook uit waarom. “De bouwmeester speelt platteland en stad tegen elkaar uit. Er is nood aan instrumenten om het huidige verkavelingsmodel te stoppen, zowel voor de leefbaarheid van het platteland als voor onze Vlaamse land- en tuinbouw. Ook wij vinden dus, in lijn met Van Broeck, dat we spaarzaam moeten zijn met onze open ruimte. Maar verdichting en inbreiding moet ook in dorpen”, schrijft ze in De Morgen.

Volgens De Becker legt de bouwmeester, met zijn voorstel om een verschil in kadastraal inkomen te maken, alle lasten bij het platteland en alle lusten bij de stad. “Hij maakt er een bestraffende maatregel van. Je kunt de huidige plattelandsbewoner niet bestraffen omwille van de keuzes die hij in het verleden maakte, volgens het beleid van toen.” Onder meer daarom doet ze twee suggesties. Ten eerste om de hypothese van ‘verhandelbare ontwikkelingsrechten’ goed te onderzoeken want recent onderzoek acht dit enkel haalbaar wanneer er opnieuw open ruimte verkaveld wordt.

Haar tweede suggestie is een betere financiering van plattelandsgemeenten, om te vermijden dat ze financieel het meest gebaat zijn bij een verdere groei van hun inwonersaantal, los van de locatie waar die mensen gaan wonen. In andere financieringskanalen dan het gemeentefonds, waaruit ze een iets hogere bijdrage krijgen, komen plattelandsgemeenten moeilijker aan bod dan steden. “De stad krijgt zo steeds meer, wat de achterstelling van plattelandsgemeenten op onder andere het ruimtelijk vlak vergroot”, vindt De Becker.

Tot slot herinnert de voorzitter van Landelijke Gilden aan de meer dan 1.200 dorpen die Vlaanderen telt. “Meer dan een derde van de Vlamingen woont en leeft er. Onze Vlaamse dorpen hebben ook recht op dorpsvernieuwingsprojecten zoals er massaal (met overheidsmiddelen) in steden worden ontwikkeld. Het sociale leven in dorpen ziet er anders uit dan in de stadskernen en het is niet wenselijk dat dit veelkleurig sociaal weefsel op het Vlaamse platteland verdwijnt.”

De Becker wil overigens niet dat plattelandsbewoners afgeschilderd worden als ‘luxemensen’ die een belastende keuze maken op kap van de maatschappij. Net zomin als je van stedelingen kan zeggen dat ze zich steeds met het openbaar vervoer of de fiets verplaatsen, zoals de bouwmeester laat uitschijnen. Landelijke Gilden verwacht dan ook van de bouwmeester dat hij meedenkt om behalve de steden ook het Vlaamse platteland te versterken.

Bron: De Morgen / De Tijd

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek