Gewijzigde voorwaarden groenbedekking als vergroening

Om te voldoen aan de vergroening van het Europees landbouwbeleid moeten landbouwers met meer dan 15 hectare bouwland op vijf procent daarvan extra aandacht hebben voor de biodiversiteit. Landbouwers kunnen het zogenaamde ‘ecologisch aandachtsgebied’ invullen op erg verschillende wijze, bijvoorbeeld braakland, houtkanten, bufferstroken, stikstofbindende gewassen of boslandbouw. In de praktijk zijn groenbedekkers de populairste keuze. Dat mag dan als een eenvoudige invulling van de vergroeningseis klinken, in de praktijk zijn er een rist voorwaarden aan verbonden. De Vlaamse landbouwadministratie preciseert die voorwaarden nadat de Europese Commissie één en ander verduidelijkte.
30 december 2015  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:25
Lees meer over:

Om te voldoen aan de vergroening van het Europees landbouwbeleid moeten landbouwers met meer dan 15 hectare bouwland op vijf procent daarvan extra aandacht hebben voor de biodiversiteit. Landbouwers kunnen het zogenaamde ‘ecologisch aandachtsgebied’ invullen op erg verschillende wijze, bijvoorbeeld braakland, houtkanten, bufferstroken, stikstofbindende gewassen of boslandbouw. In de praktijk zijn groenbedekkers de populairste keuze. Dat mag dan als een eenvoudige invulling van de vergroeningseis klinken, in de praktijk zijn er een rist voorwaarden aan verbonden. De Vlaamse landbouwadministratie preciseert die voorwaarden nadat de Europese Commissie één en ander verduidelijkte.

Hoewel groenbedekking een lage wegingsfactor (0,3) toebedeeld kreeg, is het toch de populairste maatregel onder Vlaamse landbouwers om te voldoen aan de vergroeningseis ‘ecologisch aandachtsgebied’. Tijdens een infoavond in Lierde eerder deze maand, waar minister Joke Schauvliege hoogstpersoonlijk aanwezig was, werd daarvoor een verklaring gezocht. In vergelijking met bijvoorbeeld smalle houtkanten en in oppervlakte vrij kleine bufferstroken langs bossen en waterlopen geraakt een landbouwer met groenbedekkers sneller aan het vereiste aantal hectaren met ecologische focus.

Gelet op de populariteit van de maatregel groenbedekking komt het goed van pas dat het Departement Landbouw en Visserij de voorwaarden preciseert. De Europese Commissie heeft haar oorspronkelijke visie wat bijgesteld zodat landbouwers meer vrijheid krijgen in de uitbating van hun areaal groenbedekkers. Zo kan een groenbedekker voortaan ook tijdens de aanhoudingsperiode geoogst worden. Het stootte op onbegrip dat Brussel de oogstperiode van een gras-groenbedekker beperkte.

Nu wordt de regel van het gezond verstand toegepast, namelijk dat de oogst de doelstelling van de groenbedekker niet in de weg mag staan. Oogsten kan dus op voorwaarde dat het gewas voldoende ontwikkeld is om een oogstbaar product op te leveren. De groenbedekker moet dan ook tijdig zijn ingezaaid na een vroege oogst van de hoofdteelt. De Commissie houdt immers vast aan 1 oktober als deadline hoewel er vanuit Vlaanderen voor meer flexibiliteit geijverd werd. Daarenboven moet het gewas zich na het oogsten voldoende kunnen herstellen zodat het nutriënten blijft opnemen en blijft zorgen voor bedekking van de bodem.

Om een kwaliteitsvolle (gras)snede van een groenbedekker te kunnen oogsten, moet er bemest worden. Op den duur had de Europese Commissie ook daar oren naar. Bemesting vóór de oogst van de groenbedekker kan dus, zij het wel maar na afloop van de verplichte aanhoudingsperiode en voor zover dit gebeurt binnen de grenzen van de mestwetgeving. Door het aanbrengen van nutriënten kan de kwaliteit van de snede nog een extra boost krijgen.

Het afgelopen jaar hebben landbouwers kunnen wennen aan de vereiste dat de groenbedekker een mengsel van minstens twee gewassen moet zijn. In de praktijk werden combinaties gemaakt van onder meer gele mosterd, bladrammenas, Japanse haver en zonnebloemen. Ook een mogelijkheid is gras zaaien onder het hoofdgewas.

Herbiciden toepassen is nog altijd niet toegelaten, behalve als gras de hoofdcomponent is van het mengsel. Na de minimale aanhoudingsperiode en voor het inwerken van de groenbedekker mag gras doodgespoten worden zodat het de volgteelt niet bemoeilijkt. In alle groenbedekkers is maaien of klepelen tijdens de aanhoudingsperiode toegelaten om zaadvorming te voorkomen en voor zover de gehele plant niet vernietigd wordt. Anders zouden ook kruisbloemigen zoals gele mosterd en bladrammenas weer de kop kunnen opsteken in het volggewas.

Meer info: informatiefiche ‘Vergroening – Ecologisch aandachtsgebied’

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek