GLOBALG.A.P. overwint tweespalt rond gebruik van mest

Om de vier jaar wordt een nieuwe versie van de internationale kwaliteitsstandaard GLOBALG.A.P. gepubliceerd, aangepast aan de stand van de wetenschap en de uitkomst van de onderhandelingen tussen groente- en fruitproducenten en kopers. In versie vijf dook een nieuwe eis op omtrent het gebruik van dierlijke mest die de gemoederen beroerde. Bij de retail zit de angst voor een microbiële besmetting en de bijbehorende negatieve publiciteit sinds de EHEC-crisis zo diep dat men de toepassing van onbewerkte dierlijke mest in de teelt van bladgroenten quasi onmogelijk wou maken. Uiteindelijk loopt het niet zo’n vaart en is in samenspraak met de vertegenwoordigers van telers een werkbaar systeem uitgedokterd dat voldoende garanties biedt voor de voedselveiligheid. Guy Callebaut, voorzitter van GLOBALG.A.P., ziet dit als een mooi voorbeeld van de democratische werking van de kwaliteitsstandaard.
22 februari 2016  – Laatste update 14 september 2020 14:34

Om de vier jaar wordt een nieuwe versie van de internationale kwaliteitsstandaard GLOBALG.A.P. gepubliceerd, aangepast aan de stand van de wetenschap en de uitkomst van de onderhandelingen tussen groente- en fruitproducenten en kopers. In versie vijf dook een nieuwe eis op omtrent het gebruik van dierlijke mest die de gemoederen beroerde. Bij de retail zit de angst voor een microbiële besmetting en de bijbehorende negatieve publiciteit sinds de EHEC-crisis zo diep dat men de toepassing van onbewerkte dierlijke mest in de teelt van bladgroenten quasi onmogelijk wou maken. Uiteindelijk loopt het niet zo’n vaart en is in samenspraak met de vertegenwoordigers van telers een werkbaar systeem uitgedokterd dat voldoende garanties biedt voor de voedselveiligheid. Guy Callebaut, voorzitter van GLOBALG.A.P., ziet dit als een mooi voorbeeld van de democratische werking van de kwaliteitsstandaard.

Toen de vijfde versie van GLOBALG.A.P. vorige zomer gepubliceerd werd, leek het er op dat de kwaliteitsstandaard het einde zou inluiden van de toediening in het voorjaar van (onbewerkte) dierlijke mest in bladgroenten. De aangescherpte regels bepaalden dat er zes maanden voor de oogst van bladgroenten die met de grond in aanraking komen en rauw geconsumeerd worden geen onbewerkte dierlijke mest toegediend mocht worden. Voor alle andere groenten, bijvoorbeeld kolen, en voor fruit gold als deadline drie maanden voor de oogst. De impact hiervan kan moeilijk overschat worden want wereldwijd zijn maar liefst 160.000 producenten van verse groenten en fruit aangesloten bij GLOBALG.A.P.

Zoals wel vaker het geval is, wordt de soep niet zo heet gedronken als ze wordt opgediend. Nadat van producentenzijde aan de noodrem werd getrokken vanwege de (on)haalbaarheid van de nieuwe regels, kwamen aanbod- en vraagzijde tot een vergelijk over het gebruik van dierlijke mest in de groente- en fruitteelt. Onze landgenoot Guy Callebaut is als voorzitter van GLOBALG.A.P. het best geplaatst om toelichting te geven bij dat proces. “Een nieuwe versie van de standaard wordt uitgewerkt in nauwe samenwerking tussen het secretariaat en de technische comités waarin zowel producenten als retail vertegenwoordigd zijn. De grootdistributie laat zich kennen door de vlucht vooruit op vlak van voedselzekerheid en duurzaamheid, terwijl aan producentenzijde oog is voor de haalbaarheid en het kostenplaatje van nieuwe eisen. De gulden middenweg is dan de nieuwe standaard.”

Niettegenstaande alle consultatierondes lagen de aangescherpte mesteisen van GLOBALG.A.P. de producenten zwaar op de maag. Wat geïnspireerd was op de Amerikaanse ‘organic’-standaard werd in Europa niet goed onthaald. “Vooral vanuit België, Nederland en Duitsland kwamen signalen dat de beperkingen inzake dierlijke mest niet haalbaar waren en producenten, vooral bioboeren, zouden afhaken”, zegt Guy Callebaut. Daarom is het overleg opnieuw opgestart, mét gunstig resultaat. Callebaut: “Onbewerkte dierlijke mest moet altijd ingewerkt worden na toediening. In fruitboomgaarden moet dat voor de bloei gebeuren. In groenten wordt dat ten laatste 60 dagen voor de oogstdatum. Voor bladgroenten geldt bijkomend dat er nooit na zaaien of planten onbewerkte dierlijke mest gebruikt mag worden, wat logisch is maar wel van belang voor gewassen die langer dan 60 dagen op het veld staan. Deze regels gelden voor ruwe dierlijke mest maar zijn niet van toepassing op andere organische meststoffen zoals compost.”

Volgens de voorzitter van GLOBALG.A.P. sluiten de aangepaste mestregels veel beter aan bij het ‘gezond boerenverstand’. Het stootte Callebaut tegen de borst dat een eeuwenoude goede landbouwpraktijk als organische bemesting dreigde te sneuvelen onder invloed van wat je onze ‘moderne afkeer van risico’ kan noemen. “Na de EHEC-crisis werd de angst voor een microbiële besmetting van voedsel plots heel groot. Dat speelt niet alleen in het mestdossier maar bijvoorbeeld ook bij de kwaliteit van het water waarmee gewassen geïrrigeerd worden. GLOBALG.A.P. bevat een beslissingsboom waarmee een teler het risico kan inschatten en zo nodig moet hij de kwaliteit van zijn waterbron laten analyseren. Wat dierlijke mest betreft, heeft de wetenschap zich vooralsnog niet duidelijk uitgesproken over het risico op een microbiële besmetting van een teelt zodat een werkgroep in de schoot van GLOBALG.A.P. zich daarover zal buigen.”

In tweede instantie is dus alsnog een werkbare oplossing gevonden die de zorgen omtrent voedselveiligheid weet te verzoenen met een toepassing van dierlijke mest die duurzamer oogt dan het exclusieve gebruik van kunstmest. Overleg en democratische beslissingsvorming is GLOBALG.A.P. op zijn best, benadrukt de voorzitter. “Voedselproductie is geen steriel proces. Telers werken met een levend product. Tussen veld en winkel leggen groenten en fruit nog een hele weg af”, legt Callebaut uit waarom je voedselveiligheidsrisico’s zorgvuldig moet beperken maar nooit 100 procent kan uitsluiten.

VILT sprak met Guy Callebaut na zijn terugkeer uit Abu Dhabi. Onder de noemer ‘The Declaration of Abu Dhabi for Global Food Security through Good Agricultural Practices’ werd daar nagedacht over een veilige voedselvoorziening voor een groeiende wereldbevolking. Als voorzitter van GLOBALG.A.P. brak Callebaut een lans voor het harmoniseren van de controles op kwaliteitsstandaarden. “De ervaring leert dat lastenboeken elkaar tot 80 procent overlappen. Vraag is dus hoe een teler door middel van één audit toegang kan krijgen tot de verschillende standaarden die markttoegang verlenen. Boeren weer in het veld krijgen en weg van hun bureau, dat is het achterliggende idee. Ik zal in die context niet gauw de opmerking van een druiventeler vergeten. De man maakte gewag van meer ‘auditdagen’ dan plukdagen.”

Beeld: Loonwerk Defour

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek