"God schiep de wereld en de boeren schiepen de polder"

Chris De Stoop kan lyrisch worden van een vers geploegde akker in wat al 1.000 jaar een boerenstreek is maar toen hij na de dood van zijn broer als schrijver en boer in bijberoep terugkeerde naar de ouderlijke hoeve in de Wase polder keek hij uit op een haven, containers en vooral ‘nieuwe natuur’ die oprukt. De boeren in de streek stellen zich de vraag welk bestaansrecht ze nog hebben. Langs alle kanten voelen ze zich aangevallen. Prachtige boerderijen zijn op een onterende manier neergehaald. Door het pact tussen Natuurpunt en de haven moeten de boeren, “de inboorlingen”, wijken. De blijvers wordt het leven anno 2015 zuur gemaakt door arrogante havenbazen.
3 september 2015  – Laatste update 4 april 2020 15:23
Lees meer over:

Chris De Stoop kan lyrisch worden van een vers geploegde akker in wat al 1.000 jaar een boerenstreek is maar toen hij na de dood van zijn broer als schrijver en boer in bijberoep terugkeerde naar de ouderlijke hoeve in de Wase polder keek hij uit op een haven, containers en vooral ‘nieuwe natuur’ die oprukt. De boeren in de streek stellen zich de vraag welk bestaansrecht ze nog hebben. Langs alle kanten voelen ze zich aangevallen. Prachtige boerderijen zijn op een onterende manier neergehaald. Door het pact tussen Natuurpunt en de haven moeten de boeren, “de inboorlingen”, wijken. De blijvers wordt het leven anno 2015 zuur gemaakt door arrogante havenbazen.

Voor zijn boek ‘Dit is mijn Hof’ keerde Chris De Stoop terug naar zijn geboortestreek. Door de spanning tussen oud boerenland en nieuwe natuur in de Wase polder kritisch te beschrijven, stelt De Stoop zich kwetsbaar op. De gelijkenissen met ‘De Bres’, een eerder succesnummer van De Stoop zijn treffend. Dat boek gaat over Doel, ooit een fleurig dorp maar nu ziet het er uit alsof de Hunnen er doorheen trokken. Dat is het resultaat van een jarenlange verrottingsstrategie die het dorp deed leegstromen. “Nu maken we een nieuwe aanval op de polder mee, waarvoor zelfs ganse gehuchten moeten wijken”, zei De Stoop bij de voorstelling van zijn boek. Hij doelt op de ‘nieuwe natuur’ die almaar meer het landschap gaat bepalen.

Het oude Doeldok, nooit in gebruik nemen, is een symbool van de missers van de haven. “Putje graven, putje vullen”, aldus De Stoop, en hij ziet gelijkenissen met het aanleggen van nieuwe natuur die niet het verhoopte broedsucces oplevert omdat de vos vogelnesten leeghaalt. Het blijft een idyllisch plaatje, die nieuwe natuur, zo geeft hij toe, “maar wanneer een voorbijganger hoort dat die natuur nog maar net met een bulldozer is aangelegd, zal hij zich bedrogen voelen, zoals een kunstliefhebber zich bedrogen voelt door een namaakschilderij.” In een tijd dat nieuwe natuur een heilige koe werd, zullen weinigen de nieuwe natuurwaarden in vraag durven stellen. De Stoop doet dat toch, spreekt zelfs van heiligschennis, en wijst op de sociale, culturele en morele waarden van het oude polderlandschap.

Hij heeft dat geschonden boerenlandschap onderzocht, is gaan praten met alle betrokken partijen maar vooral met de plaatselijke boeren. Wat zij hem vertelden, trof de schrijver diep. “Boeren vragen zich af of ze nog bestaansrecht hebben. Ze zijn de slachtoffers van een uitputtingsslag die nooit stopt. Ze snakken naar perspectief. Iedereen lijkt zich te willen moeien met landbouw maar niemand bekommert zich om de boeren. Rond de Antwerpse haven pakt men hun grond, hun inkomen en hun trots en zelfrespect af. Toch wordt dat door de samenleving niet als een sociaal drama gezien.” Boeren voelen zich volgens De Stoop in de tang genomen door economie en ecologie. “Dat is bijna overal zo, maar hier mag je dat letterlijk nemen. De polder werd verdeeld tussen haven en natuur en de boeren moeten wijken.”

Aan natuurbeschermers hebben de polderboeren al lange tijd geen medestanders meer. De groenen gooiden het over een andere boeg, gingen samenwerken met de haven en verkregen dat ze vijf procent van het havengebied ecologisch mochten inrichten. Daarbuiten gingen ze op zoek naar natuurcompensaties voor de havenuitbreiding. “De voormalige tegenstander van de haven werd een medestander”, schrijft Chris De Stoop en herhaalt hij bij de voorstelling van zijn boek. “Drie medewerkers van Natuurpunt werden betaald door de haven en ze kregen zelfs een zitje in de raad van bestuur van de haven.” Dat wordt overigens ontkend door Natuurpunt omdat de beleidsmedewerker van Natuurpunt die in het havenbestuur zetelde daar niet namens Natuurpunt zat maar dat indertijd als onafhankelijk expert deed.

De schrijver van ‘Dit is mijn Hof’ vindt het een schande dat tientallen nieuwe natuurgebieden zijn aangelegd in een gebied waar mensen verdreven werden. En nog een grotere schande dat het gebeurde zonder inspraak van de lokale bevolking. “Dit is niet wat de mensen hier gewild hebben”, vertelde hij in een reportage op Terzake. Door de natuurcompensaties kan de haven ongehinderd zijn hand leggen op de hele polder. “Eén van de zwartste bladzijden uit de geschiedenis van de Vlaamse regering”, noemt De Stoop het. Hij verwijt de haven grootheidswaanzin, zoals nu met de aanleg van een Saeftinghedok ter hoogte van Doel. “Niet alles mag ondergeschikt zijn aan het economisch belang, aan het klatergoud van de containerhandel. Er zijn nog waarden zoals mens, milieu, erfgoed én landbouw.”

De Stoop houdt een zelden gehoord pleidooi voor landbouw: “Landbouw is toch de bakermat van onze cultuur. Het is een basistaak zoals onderwijs en gezondheidszorg dat zijn.” In het boek wil hij daarom ook de schone kant van landbouw tonen en een eerbetoon brengen aan de tradities van de boerengemeenschap. “Het is en blijft één van de mooiste beroepen ter wereld.” Zijn gedachten gaan nu al uit naar de Hedwigepolder op Nederlands grondgebied die volgend jaar onder water wordt gezet. De Stoop spreekt van een zoenoffer voor het bondgenootschap tussen haven en natuur. “Na jaren van ziekmakende politieke operette is het onnoemelijk erg dat het allemaal verdwijnt. Maar het zou nog erger zijn als het niet opgeschreven wordt en niemand de verhalen uit de boerenpolder zou bijhouden.” Stilletjes gelooft hij nog in een kanteling van de tijdsgeest, dat men weer inziet dat in de polders nog echt en wezenlijk leven is.

Als we ons licht opsteken bij de aanwezigen op de boekvoorstelling in Kallo, dan zijn er nog mensen die dat geloof delen. Raf Van Broeck, een jonge landbouwer uit Prosperpolder, houdt er rekening mee dat de maatschappij ooit tot andere inzichten zal komen dan het opofferen van de beste landbouwgrond, mogelijk uit bittere noodzaak vanwege de klimaatverandering of de voedselproblematiek. Net daarom vindt hij het doodzonde dat zout water en door de chemische industrie vervuild slib de Hedwigepolder zullen instromen zoals dat op Vlaams grondgebied reeds gebeurde. “Dan is er geen weg terug meer, anders dan wanneer je er bijvoorbeeld bomen zou planten.” Hopen dat de Hedwigepolder niet onder water gaat, doet ook ondernemer en grootgrondbezitter Gerry De Cloedt nog steeds. Dankzij het boek van Chris De Stoop blinken zijn ogen weer, “al voelt het aan als de hoop die een ter dood veroordeelde tot het laatste moment koestert”. Gelet op het aantal exemplaren van ‘Dit is mijn Hof’ dat hij kocht, mogen heel wat Vlaamse en Nederlandse politici binnenkort een boek in hun brievenbus verwachten.

Wanneer grondeigenaars en landbouwers over de Hedwigepolder en de Wase polder praten, dan trilt hun stem van emotie. Wie van geen wijken wil weten, heeft immers veel meegemaakt. Dezelfde verrottingsstrategie die Doel in een spookdorp veranderde, heeft ook de andere bewoners van de polder uitgeput. De onteigeningen oude stijl hadden veel weg van diefstal, vertelt iemand ons. Bovendien zitten havenontwikkelaars niet verlegen om een schending van het eigendomsrecht. Van peilputten die geboord maar niet meer dichtgegooid worden tot een rupsvoertuig dat een boomgaard binnen dendert, het voelt voor de plaatselijke boeren aan als een mes dat nog eens rondgedraaid wordt in de open wonde.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek