Graanhandel in EU ervaart logistieke knelpunten

Tussen 2005 en 2015 is er in Europa 20 procent aan stockagecapaciteit bijgebouwd door de graanhandel terwijl de productie van granen, olie- en eiwithoudende gewassen in dezelfde periode maar met 11 procent toenam. Vooral in Oost-Europa is er flink geïnvesteerd door akkerbouwers en handelaars die de oude staatsinfrastructuur overnamen. Toch blijft een tekort aan capaciteit de logistiek hinderen volgens een onderzoek dat bevolen is door de Europese Commissie. Transport over lange afstand gebeurt vooral via water- en spoorwegen terwijl graan over korte afstanden met de vrachtwagen vervoerd wordt. Ook dat verloopt niet rimpeloos.
21 maart 2018  – Laatste update 14 september 2020 14:44
Lees meer over:

Tussen 2005 en 2015 is er in Europa 20 procent aan stockagecapaciteit bijgebouwd door de graanhandel terwijl de productie van granen, olie- en eiwithoudende gewassen in dezelfde periode maar met 11 procent toenam. Vooral in Oost-Europa is er flink geïnvesteerd door akkerbouwers en handelaars die de oude staatsinfrastructuur overnamen. Toch blijft een tekort aan capaciteit de logistiek hinderen volgens een onderzoek dat bevolen is door de Europese Commissie. Transport over lange afstand gebeurt vooral via water- en spoorwegen terwijl graan over korte afstanden met de vrachtwagen vervoerd wordt. Ook dat verloopt niet rimpeloos.

Voor 359 miljoen ton granen en andere zaden (koolzaad, soja, enz.) is er opslagcapaciteit in de Europese Unie. Dat is aanzienlijk meer dan de 300 miljoen ton in 2005, maar nog altijd aan de krappe kant volgens een studie in opdracht van de Europese Commissie. In 2005 was het tekort aan graanstockage echt nijpend zodat er nadien in geïnvesteerd werd. Spanje breidde met 33 procent uit, maar verder is er vooral in Oost-Europa veel graanopslag bijgekomen. In Bulgarije gaat het om meer dan een verdubbeling en ook Polen (57%) en Letland (52%) anticipeerden op grotere oogsten. Uitbreidingen met meer dan 40 procent deden zich ook voor in Roemenië, Griekenland en Zweden.

De grootste opslagcapaciteit situeert zich nog altijd in graanland Frankrijk (91 miljoen ton). Ook Duitsland (48 miljoen ton) en Spanje (30 miljoen ton) zijn op een grote oogst voorzien. In Oost-Europa spannen Polen (24 miljoen ton), Roemenië (23 miljoen ton) en Hongarije (20 miljoen ton) de kroon. In eigen land voeren de meeste landbouwers het graan meteen na de oogst af naar hun veevoederfabriek of handelaar. Voor tarwe en maïs, producten met een lage toegevoegde waarde, investeren ze niet in een eigen opslag. Elders in Europa gebeurt dat wel want 40 procent van de totale opslagcapaciteit bevindt zich bij individuele landbouwbedrijven. Landen waar dat de normaalste zaak van de wereld is, zijn Finland, Griekenland, Polen en het Verenigd Koninkrijk.

Het marktaandeel van coöperaties varieert sterk van de ene tot de andere lidstaat en bedraagt gemiddeld 11 procent. In Nederland en Italië spelen ze een belangrijke rol. Een groter deel van de Europese graanoogst (32%) gaat bij private handelsbedrijven in de opslag. Zij beheren ook een belangrijk deel van de graanimport uit derde landen. Verwerkers die graan aankopen als grondstof voorzien samen in 9 procent van de Europese opslagcapaciteit. In België is dat aanzienlijk meer (30%) omdat landbouwers hier niet uitgerust zijn met een eigen graanopslag. Een even groot aandeel hebben transporthubs zoals de havens, waar er niet alleen in opslag is geïnvesteerd maar ook in snel laden en lossen.

Door de aanwezigheid van de havens van Antwerpen en Rotterdam spelen de Lage Landen een niet te verwaarlozen rol in de graanhandel. Graantransport over lange afstand verloopt meestal over het water, en anders via de spoorwegen. Waar de infrastructuur er niet is, moet het per vrachtwagen die eigenlijk meer geschikt is voor het korte-afstand-transport. Dat gaat gepaard met het nodige fileleed. De studie bestempelt dat als een groot probleem, onder meer in België. Afstanden tot 270 kilometer zijn zowat de grens voor wat rendabel te rekenen is met wegtransport.

Ondanks de capaciteitsuitbreiding is het in goede oogstjaren zoeken naar een droog onderkomen voor de graanoogst. Britse en Duitse akkerbouwers hebben daar in absolute termen het meeste last van want daar is er zowat 10 miljoen ton graanopslag tekort. Rekening houdend met hun kleinere graanoogst kampen ook Nederland, Griekenland en Letland met een ernstig gebrek aan graanopslag. Voor netto-exporteurs van granen zoals Polen is een te krappe opslagcapaciteit extra hinderlijk omdat het zo lastiger is om aan strategisch voorraadbeheer doen. Opslagcapaciteit is één iets, maar de studie stipt aan dat graan onderweg naar zijn afnemer ook vertraging kan oplopen door bruggen over waterwegen, schepen met een te grote diepgang voor de kanalen waar ze doorheen moeten en een spoorwegennet in de verschillende lidstaten dat niet goed op elkaar aansluit.

Meer info: EU grain storage

Beeld: BioWanze

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek