Greenpeace wil neonicotinoïden volledig in de ban slaan

In 2013 werd het gebruik van de chemische bestrijdingsmiddelen clothianidine, imidacloprid en thiamethoxam sterk ingeperkt in de Europese Unie. Het gaat hier om een bepaald type insecticiden, namelijk neonicotinoïden. Ze kregen een slechte naam door hun effect op honingbijen en andere soorten zoals waterinsecten. Milieuorganisatie Greenpeace is niet tevreden met een gedeeltelijk verbod en vraagt de Europese Commissie om deze middelen volledig te bannen en ecologische alternatieven te promoten. Het zet zijn vraag kracht bij met een literatuurstudie die het liet uitvoeren door twee wetenschappers van de Universiteit van Sussex. Zij analyseerden honderden studies die verschenen zijn sinds het gedeeltelijk verbod, waarna ze de neonicotinoïden linken aan wijdverbreide milieuschade.
12 januari 2017  – Laatste update 14 september 2020 14:38
Lees meer over:

In 2013 werd het gebruik van de chemische bestrijdingsmiddelen clothianidine, imidacloprid en thiamethoxam sterk ingeperkt in de Europese Unie. Het gaat hier om een bepaald type insecticiden, namelijk neonicotinoïden. Ze kregen een slechte naam door hun effect op honingbijen en andere soorten zoals waterinsecten. Milieuorganisatie Greenpeace is niet tevreden met een gedeeltelijk verbod en vraagt de Europese Commissie om deze middelen volledig te bannen en ecologische alternatieven te promoten. Het zet zijn vraag kracht bij met een literatuurstudie die het liet uitvoeren door twee wetenschappers van de Universiteit van Sussex. Zij analyseerden honderden studies die verschenen zijn sinds het gedeeltelijk verbod, waarna ze de neonicotinoïden linken aan wijdverbreide milieuschade.

Pesticiden uit de groep van de neonicotinoïden vormen niet enkel een ernstige bedreiging voor honingbijen, maar ook voor andere soorten als hommels, vlinders en waterinsecten. Dat beweert milieuorganisatie Greenpeace. Het steunt daarvoor op een literatuurstudie die het liet uitvoeren door de Universiteit van Sussex. De studies die in ogenschouw werden genomen, dateren allemaal van na het gedeeltelijk verbod in Europa (2013) op de bestrijdingsmiddelen clothianidine, imidacloprid en thiamethoxam.

“Het bewijs dat neonicotinoïden bijdragen aan het verval van de wilde bij en de gezondheidsproblemen bij de honingbij verergeren, is sterker geworden sinds het gedeeltelijk verbod in de EU van kracht werd”, verklaart Dave Goulson, hoogleraar biologie aan de Universiteit van Sussex en vooraanstaand hommelexpert. “We kunnen neonicotinoïden ook linken aan sterfte bij vlinders, vogels en waterinsecten.” Gezien het bewijs voor zo’n wijdverbreide milieuschade lijkt het Goulson, één van de auteurs van het rapport, aangewezen om de huidige Europese restricties uit te breiden.

Goulson en co-auteur Thomas Wood updaten met hun literatuurstudie de wetenschappelijke inzichten in neonicotinoïden. Zo grondig als EFSA gingen ze daarbij niet te werk want de auteurs geven zelf aan dat hun methode anders is. Zij maakten een samenvatting van nieuw bewijs dat ons inzicht in de risico’s mogelijk kan doen veranderen ten opzichte van 2013. Het risico op milieuschade kan groter, kleiner of gelijk zijn aan de inschatting die er toen van is gemaakt. Die oefening maakten ze voor de verschillende wijzen van blootstelling: via de pollen en nectar van behandelde landbouwgewassen, via niet-bloeiende landbouwgewassen en in de gewasstadia voor de bloei, stofdrift bij het zaaien van gecoat zaad, via neonicotinoïden aanwezig op de pollen en nectar van wilde planten, enz.

De Europese Unie legde bepaald gebruik van clothianidine, imidacloprid en thiamethoxam aan banden in mei 2013. Ze steunde daarvoor op onderzoek van de Europese voedselveiligheidsautoriteit EFSA, waaruit bleek dat deze pesticiden schadelijk zijn voor bijen. Met de beslissing voor een gedeeltelijk verbod vroeg de EU ook meer informatie van de fabrikanten van deze substanties om de hiaten in het EFSA-onderzoek te vullen. Op basis van de door de industrie uitgevoerde studies bevestigde EFSA in november 2016 dat het toegelaten gebruik van imidacloprid en clothianidine een hoog risico inhoudt voor bijen, of dat een hoog risico niet uitgesloten kan worden. In het geval van thiamethoxam is producent Syngenta er niet in geslaagd de bijkomende studies te leveren die nodig zijn om de EU-goedkeuring te onderbouwen.

Neonicotinoïden werden midden jaren ’90 geïntroduceerd als een milieuvriendelijker alternatief voor een oudere generatie erg schadelijke insecticiden. Zodra opgenomen door de plant werkt de actieve stof systemisch zodat het de plant beschermt tegen insectenvraat. Het gebruik ervan, vooral als behandeling van zaaizaden, nam snel toe zodat de neonicotinoïden uitgroeiden tot de meest gebruikte insecticiden wereldwijd. Halverwege de jaren 2000 rezen er vanuit wetenschappelijke hoek bezwaren tegen het gebruik van deze middelen, waarna de kritiek van de milieubeweging volgde. Imidacloprid en co werden er toen al van verdacht schadelijk te zijn voor niet-doelorganismen, in het bijzonder voor honingbijen en hommels.

We moeten dringend af van zulke pesticiden, vindt Muriel de Pauw, medewerker landbouwcampagne bij Greenpeace België. “Wetenschappers tonen duidelijk aan dat neonicotinoïden niet alleen op de velden maar overal in ons milieu aanwezig zijn, en daar moeilijk afbreken. Deze neurotoxinen worden geregeld teruggevonden in bodems, waterlopen en wilde bloemen.” Greenpeace vraagt de Europese Commissie om neonicotinoïden volledig te bannen en ecologische alternatieven te promoten.

Beeld: Cofabel

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek