Groenbedekker vult 85% van ecologisch aandachtsgebied

Kort voor de jaarwisseling maakte minister Joke Schauvliege op een infoavond voor landbouwers bekend dat de nieuwe eisen inzake de vergroening van het Europees landbouwbeleid in Vlaanderen goed worden nageleefd. Ondertussen is de administratieve controle van de perceelaangiftes afgerond zodat het Departement Landbouw en Visserij meer details vrijgeeft. In totaal moesten 12.000 Vlaamse landbouwers minstens twee of drie verschillende gewassen telen, 18.600 landbouwers blijvend grasland in stand houden en 9.200 landbouwers ecologisch aandachtsgebied aanleggen op hun akkerland. Met de teelt van groenbedekkers wordt 85 procent van dat ecologisch aandachtsgebied ingevuld.
16 februari 2016  – Laatste update 4 april 2020 15:26

Kort voor de jaarwisseling maakte minister Joke Schauvliege op een infoavond voor landbouwers bekend dat de nieuwe eisen inzake de vergroening van het Europees landbouwbeleid in Vlaanderen goed worden nageleefd. Ondertussen is de administratieve controle van de perceelaangiftes afgerond zodat het Departement Landbouw en Visserij meer details vrijgeeft. In totaal moesten 12.000 Vlaamse landbouwers minstens twee of drie verschillende gewassen telen, 18.600 landbouwers blijvend grasland in stand houden en 9.200 landbouwers ecologisch aandachtsgebied aanleggen op hun akkerland. Met de teelt van groenbedekkers wordt 85 procent van dat ecologisch aandachtsgebied ingevuld.

De hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) bracht vorig jaar enkele nieuwigheden met zich mee. De vergroening was daar één van. In totaal wordt 30 procent van de inkomenssteun van landbouwers gekoppeld aan de naleving van drie vergroeningsmaatregelen. Aan de nieuwe eisen voldoet 97 procent van de 22.700 begunstigden van inkomenssteun. Dat kwamen we eind vorig jaar al te weten tijdens een infoavond in Lierde, waar Vlaams minister Joke Schauvliege haar beleid hoogstpersoonlijk toelichtte aan landbouwers en lokale beleidsmakers.

Nu de administratieve controle van de perceelaangiftes afgerond is, informeert het Departement Landbouw en Visserij over de precieze wijze van invulling van de vergroening. Dat gebeurt op basis van voorlopige cijfers aangezien de resultaten van de terreincontroles er nog niet in verwerkt zitten. De aard van de vergroeningsverplichtingen verschilt van bedrijf tot bedrijf. Onder meer voor biologische bedrijven, voor kleine bedrijven met een beperkt areaal akkerland, evenals voor bedrijven met overwegend grasland, voorzagen de Europese instellingen uitzonderingen op de basisverplichtingen. In totaal moesten er 12.000 Vlaamse landbouwers ministens twee of drie verschillende gewassen telen, 18.600 landbouwers blijvend grasland in stand houden en 9.200 landbouwers vijf procent ecologische aandachtsgebied aanleggen op hun akkerland.

In het eerste jaar dat de nieuwe eisen van toepassing werden, voldeed drie procent van de 22.700 landbouwers er niet volledig aan. De landbouwadministratie zal de landbouwers daarom verder sensibiliseren rond de correcte naleving van de verplichtingen. Het gros van de landbouwers blijkt duidelijk bereid om klimaat- en milieuvriendelijke maatregelen in te passen in de eigen bedrijfsvoering. Het meest populair voor de invulling van ecologisch aandachtsgebied was de inzaai van een mengsel van groenbedekkers op akkerland. Niet minder dan 8.172 landbouwers opteerden hiervoor, ondanks de minder voordelige wegingsfactor (0,3). Van de vijf procent akkerland die met aandacht voor de natuur bewerkt of ingericht moet worden, werd 85 procent op deze manier ingevuld.

4.382 landbouwers gaven in hun verzamelaanvraag grachten of sloten aan, goed voor vijf procent van het ecologisch aandachtsgebied in Vlaanderen. Nog eens 1.775 landbouwers legden een grasstrook aan langs een bosrand om ze vervolgens te maaien of begrazen. Iets minder vaak gekozen maatregelen zijn braak, daarvoor opteerden 812 landbouwers, de teelt van een stikstofbindend gewas (772 landbouwers) en een bufferstrook langs een waterloop (669). Beduidend minder populair zijn houtkanten (bij 374 landbouwers), niet-productieve grasstroken langs een bos (288), poelen (283), akkerranden (258) en alle maatregelen waar bomen aan te pas komen (o.a. bebossing, korte omloophout en boslandbouw).

Alle 28 lidstaten rapporteren de resultaten voor hun grondgebied jaarlijks aan de Europese Commissie, waar deze gegevens statistisch verwerkt en geëvalueerd worden. Uiterlijk eind 2018 zal de Europese Commissie een rapport over de performantie van de diverse GLB-instrumenten, waaronder de vergroeningsmaatregelen, voorleggen aan het Europees Parlement. Voor wat betreft de maatregel ecologisch aandachtsgebied zal de Commissie in het voorjaar van 2017 reeds een eerste evaluatie maken.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek